Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Maarten Frankenhuis

Maarten Frankenhuis is al tien jaar directeur van Artis. De baas van Nederlands bekendste dierentuin ziet duidelijk parallellen tussen het dierenrijk en het bedrijfsleven. “Als ik de krant lees denk ik: daar zijn ze weer, mijn hyena's.”

In welk dierenverblijf zou u de manager huisvesten?
“Oh, zonder enige twijfel bij de hyenahonden. Ook daar is er eentje de baas, de alfa-man. Dat is de enige die zich voortplant, uiteraard met de topvrouw. De rest van de roedel stelt zich ten dienste van de alfa-man, die slepen de prooi aan, en graven holen. Maar voor wat hoort wat. De tophond – de CEO zou je kunnen zeggen – is degene die z'n nek uitsteekt, risico's neemt. Hij gaat voorop in de jacht. Zoals ook in het bedrijfsleven de baas de risico's neemt bij fusies en grote investeringen. Hij is de eerste die een beuk krijgt als het misgaat.”

In het bedrijfsleven weten nogal wat ceo's buiten schot te blijven. Die laten de tweede man ervoor op draaien.
“Ook de hyenahonden-ceo heeft een tweede man: de beta-man. Die verzamelt een zogenaamde kongsie om zich heen. Vergelijk het maar met het geroddel rond het koffieapparaat. De tweede man lijkt loyaal, maar loert voortdurend op z'n kansen. Als de alfa-man in orde is, heeft hij weinig te vrezen. Is de baas verzwakt of aangeslagen, dan stort de rest zich op 'm. Als hij geluk heeft, wordt hij slechts gedegradeerd. Vaker wordt hij afgemaakt of verstoten – ontslagen dus. Van een gouden handdruk is geen sprake. Als ik in de krant lees over wisselingen aan de top van bedrijven dan denk ik: ha, daar zijn ze weer, mijn hyenahonden.”

Kunt u nog een bepaalde managementstijl ontdekken bij de hyenahonden?
“Die is zonder meer autoritair. Je moet laten zien dat je de baas bent. En bereid zijn het gevecht aan te gaan. Gaat een ondergeschikte hyenahond uit de koers, dan moet je 'm keihard in z'n nekvel grijpen.”

En de hyenahonden-ceo's delen zich uiteraard ook een topsalaris toe.
“Wat heet. De beloning is de seksuele alleenheerschappij. De alfa-man is bovendien de eerste die eet. En als er niet genoeg voedsel is, dan is hij de enige die eet. Het hoogste doel van ieder zoogdier is ervoor zorgen dat je zo succesvol mogelijk de volgende generatie ingaat. Daaruit is alle gedrag te verklaren. Mannetjes moeten dus streven naar de top, dat betekent het verkrijgen van zoveel mogelijk resources: territorium, voedsel, beschutting. Bij sommige diersoorten zoals sommige herten – zie je dat leiders zo druk zijn met de concurrentie van andere mannetjes, dat het dekken erbij inschiet. Bij die soorten zie je dan soms wat ik de sneaky fuckers noem. Mannetjes die zich low-profile gedragen, afwachten in de periferie van de groep, en zodra de topman druk bezig is met het bevechten van een ander mannetje, razendsnel een paar dekkingen uitvoeren.”

In hoeverre is een dierentuin nog van deze tijd? Iedereen kan op safari in Kenia, iedereen kan diepzeeduiken. Waarom nog naar dieren in kooitjes kijken?
“Nou, ten eerste zijn Afrikaanse safari's nog slechts voorbehouden aan enkele procenten van de bevolking. Bovendien werkt het zo kennelijk niet. De periode dat ik dierenarts was in Diergaarde Blijdorp viel samen met de opkomst van natuurfilms op tv. We dachten: Dit betekent op termijn het einde van de dierentuin. Tegen zulke mooie beelden kunnen wij nooit op. Wat bleek? De bezoekersaantallen namen toe. Mensen zagen weliswaar prachtige dieren op tv, maar dat stimuleerde alleen maar om die dieren ook rustig van dichtbij te willen bekijken. De ontmoeting met het levende dier is onvervangbaar. Ook nu de Nederlander veel meer reist dan vroeger stijgt het bezoekersaantal van de elf Nederlandse dierenparken nog steeds. Het zijn indrukwekkende cijfers: vijf miljoen Nederlanders zorgen in totaal voor zo'n tien miljoen bezoeken per jaar. Eenderde van de bevolking gaat minimaal een keer per jaar naar de dierentuin”.

Mooie cijfers, maar Artis blijft achter, want terwijl de bezoekersaantallen van andere dierentuinen in Nederland stijgen, is dat van Artis al jaren stabiel.
“Ja, dat klopt voor de laatste jaren. Dit jaar is dat aan het veranderen. In de eerste zes maanden van 2002 hadden we al vijftigduizend bezoekers meer dan vorig jaar. Dat komt vooral omdat Artis ruim tien jaar heeft moeten wachten voor het kon uitbreiden en vernieuwen.”

Iedere dierentuin gaat tegenwoordig voor spektakel. Neem Blijdorp met z'n gigantische haaienbak. Een enorme publiekstrekker. Artis doet daar niet aan mee.
“Wij kiezen daar niet voor en hebben ook niet die ruimte. Artis is behalve dierentuin ook een historisch monument. Wij gaan voor esthetiek, het monument Artis is een waardevol product.”

Ondertussen gaan Amsterdammers naar Blijdorp. Dat was vroeger ondenkbaar: Artis-Blijdorp, Ajax-Feyenoord.
“Moeten ze vooral doen. Schitterende tuin. We hebben elf dierentuinen in Nederland, die vullen elkaar prachtig aan. Artis kiest voor verbreding en verdieping. Behalve de dieren hebben wij ook een planetarium, een zoölogisch en een geologisch museum binnen de poort. Bij Artis tref je het hele verhaal aan: van oerknal tot olifant. We moeten er niet aan denken dat we de 1,6 miljoen bezoekers binnenkrijgen die Blijdorp jaarlijks ontvangt. Denk alleen al aan de parkeerproblemen die dat zou opleveren. Zo'n enorm aquarium vergt een enorme investering, dan moet je ook voldoende bezoekers hebben. Over enkele jaren krijgen we een ondergrondse parkeergarage voor zo'n 650 auto's en dan mogen ze komen. Maar zelfs dan zal je bij ons geen achtbanen vinden, geen apen die door hoepels springen, geen wildwaterbaan. Artis is een A-merk. Uniek gelegen in het centrum van de stad. Dat is ons voordeel, maar levert ook beperkingen op.”

Maar Artis is wel een commercieel bedrijf. Groei is noodzakelijk. Jullie besteden veel aandacht aan sponsoring.
“Bedrijven vinden het erg aantrekkelijk om een dier in Artis te sponsoren. Dat biedt ook interessante mogelijkheden om medewerkers en relaties aan het eind van het jaar te verrassen met vrijkaarten of een jaarabonnement om hun adoptiedier te bezoeken. Weer eens wat anders als dat eeuwige kerstpakket. Bedrijven krijgen er over het algemeen erg goede respons op. Ze zoeken de dieren die bij hun uitstraling of product passen. Het feministische blad Opzij heeft ooit de nandu geadopteerd, een vogelsoort waarbij het mannetje de eieren uitbroedt en de jongen verzorgt. Het COC koos voor de roze flamingo. De KLM natuurlijk de zwanen.”

Zou u een dier aanschaffen alleen vanwege de sponsormogelijkheden?
“Zeer zeker niet. Ieder dier in Artis zit hier met een reden, het zijn de ambassadeurs van hun bedreigde soortgenoten in het wild. We kunnen van ieder dier precies zeggen waarom het hier zit, waarom in die aantallen, leeftijdsopbouw en geslachtsverhouding, en zelfs waarom het zit op die bepaalde plaats.”

Wat voor adoptiedier zou u het blad Management Team aanbevelen?
“De hyenahonden natuurlijk. Geen bedrijf durft dat aan. Jullie vast wel.”

Zijn er nog meer dieren die jullie niet gesponsord krijgen? De kakkerlakken bijvoorbeeld?
“Ik heb m'n hoop gevestigd op het bedrijf Rentokil. Er zijn nog zo'n zestig dieren die naar adoptie snakken Sinds anderhalf jaar heeft Artis een nieuwe economisch directeur, Henk Hofstee, afkomstig van Boer & Croon. Die heeft Artis nieuw commercieel elan gegeven. Ik ben meer de man van de beestjes en van het concept. Hij heeft Artis zakelijk en financieel gemoderniseerd. De financiële verslaglegging is bijvoorbeeld veel inzichtelijker geworden. Dat snap ik nu zelfs.”

In die jaarcijfers staat de levende have genoteerd voor een totale waarde van één euro. Da's gek. De dieren zijn toch Artis' grootste kapitaal?
“Toch niet. De handelswaarde van de dieren is nul voor Artis. Want al geruime tijd handelen we niet meer in dieren: we kopen niet en we verkopen niet. Alles gaat via ruil of via het uitlenen van dieren, en uitsluitend aan gerenommeerde collega-dierentuinen. Als een rijkaard komt en die zegt 'ik bied ik een miljoen voor een panda', dan denk ik niet dat hij 'm meekrijgt. Het dierenwelzijn staat voor ons bovenaan, zo ook de waarde van een dier voor het fokprogramma van de betreffende bedreigde diersoort. Stom misschien, want voor dat miljoen zouden we veel goeds kunnen doen.”

Dieren zijn big business. Soms zijn dode dieren zelfs nog waardevoller. Volgens het Wereld Natuur Fonds is een dode tijger ettelijke honderdduizenden euro's waard. De Chinese medicijnindustrie telt goudgeld neer voor tijgerbotten.
“Tja.”

U pleitte een paar jaar geleden voor het fokken door dierentuinen van tijgers om aan de vraag van de Chinezen tegemoet te komen.
“U moet de context weten van die uitspraak. Het was tijdens een interview voor het radioprogramma Vroege Vogels. Het ging over het probleem van de jacht op tijgers en het dreigende uitsterven van enkele soorten. Als een van de mogelijke scenario's heb ik toen geopperd tijgers te fokken. Dat is toen in de komkommertijd enorm opgeblazen door De Telegraaf. Alsof we daar al mee bezig waren.”

Het is zelfs niet zo'n gekke gedachte. Jaarlijks schattige jonge tijgertjes voor de bezoekers, geld voor de dierentuin én rust voor in het wild levende tijgers.
“Zo ver zullen we nooit gaan. Het was niet meer dan een scenario. Het is een lastig onderwerp. De Nederlandse Vereniging van Dierentuinen heeft zopas een nieuwe ethische code opgesteld waarin staat dat het in sommige gevallen te verkiezen is dat een dier wordt afgemaakt dan dat het niet geboren wordt.”

Hoe zit dat?
“De meeste dieren in Artis zijn aan de pil. Voor sommige soorten, de katachtigen bijvoorbeeld, is het soms beter dat er jongen geboren worden. Dat is zowel goed voor de voortplantingsorganen van de wijfjes, maar ook voor het gedrag van de moeder en het welzijn van de groep. Wij zeggen nu dus: laat er soms dan maar een nest komen. Zelfs al wordt het moeilijk om de nakomelingen later kwijt te raken. Voor leeuwen geldt dat onder andere: daar is weinig vraag naar. Een nest jonge leeuwen geboren laten worden betekent dus dat je na verloop van tijd misschien enkele leeuwen zult moeten afmaken. Vergeet niet, ook in de natuur haalt amper de helft van de nakomelingen de pubertijd.”

Dat is lastig te verkopen aan het publiek.
“We hebben er lang over nagedacht. De dood hoort er nu eenmaal bij. Als in Artis een gnoe een poot heeft gebroken en de botsplinters steken er uit, dan wordt die zo snel mogelijk uit zijn lijden verlost, neergeschoten dus. En uiteindelijk gevoerd aan de roofdieren. De buitenwacht moet dit soort dingen maar eens weten. Niet na willen denken over de herkomst van een ei, haring of karbonade, dat is pas hypocriet.”

Om nog even op de vergelijking tussen dierenrijk en bedrijfsleven terug te komen: die gaat volgens bioloog Midas Dekkers niet op. Dekkers zegt: “Het enige wat [de baas] ergens insteekt is zijn neus en enige wat hij hard maakt zijn doelstellingen.”
“U weet wat Mao ooit zei toen hij Henry Kissinger ontmoette? Hij zei: 'Mister Kissinger hoe kan het dat een lelijke man als u zo'n mooie vrouw heeft.' Kissinger antwoordde: 'Chairman Mao, macht is het ultieme afrodisiacum.' De uiterlijkheden die horen bij een toppositie in het bedrijfsleven zijn niet wezenlijk anders dan de uitbundige staartveren van de pauw. Het pauwenmannetje heeft een enorme hoeveelheid voedsel nodig om zijn enorme staart op te kunnen bouwen. Vliegen kan-ie nauwelijks meer. Voor de vrouwtjes betekent een grote staart dat het mannetje in staat is om voldoende voedsel te verzamelen, dus een groot territorium te veroveren.”

En dat gaat ook op voor mensen?
“Het zou mij erg verbazen als de mens fundamenteel anders was dan de andere zoogdieren. De evolutie die wij hebben doorgemaakt van vuistbijl tot laptop is niet meer dan een rimpel in de geschiedenis van het zoogdier. Als je dat laagje vernis er afhaalt, zijn wij een zoogdier als alle andere, met vergelijkbare drijfveren en gedragingen. Bij onze soort zoekt de vrouw macht, bescherming, geld en aanzien in een man. Daar kijken vrouwen heel bewust naar. Een aanwijzing is dat een grote meerderheid vast meer dan tachtig procent van de vrouwen met een oudere man trouwt. Dat zie je bij veel dieren ook. Een oudere man heeft bewezen dat hij zich kan handhaven en dat het dus wel goed zit met z'n erfelijk materiaal. Bovendien beschikt hij over de nodige ervaring.”

Dat is dan ook de reden dat vrouwen nauwelijks topfuncties bekleden in het bedrijfsleven? Doordat ze daar genetisch geen voordeel uit halen?
“De reden waarom vrouwen niet doorstoten naar de top in het bedrijfsleven is niet vanwege een glazen plafond of het gebrek aan kolfkamers ofzo. Dat komt doordat vrouwen niet geselecteerd zijn op hun performance op het terrein van de jacht of de krijg. Alleen als je een succesvol jager of krijger bent, kom je verder. Denk aan fusies en overnames. Daarin zijn mannen veel beter, die zijn strategisch beter. Het feitelijke aansturen van een bedrijf, daarvoor heb je gevoel en empathie nodig. Mannen zijn daarin minder goed. Voor die klus heb je vrouwen nodig. De vrouw is nog steeds de betere people manager. Het bedrijfsleven is dan ook een uitvinding van vrouwen. Mannen zijn van oorsprong lui: ze jaagden en voerden oorlog en voerden verder geen bal uit. De vrouwen verzamelden voedsel, bebouwden akkers, en hadden de zorg voor de hut en de nakomelingen. Vanuit het werk van de vrouw is het bedrijf voorgekomen.”

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

CV Maarten Frankenhuis

1942 geboren in Enschede
1962 eindexamen Lyceum Enschede
1962-1974 studie diergeneeskunde aan de Rijksuniversiteit van Utrecht
1965-1967 luitenant bij de infanterie
1968-1974 onderzoek naar interseksualiteit bij vogels
1974 promotie aan de Rijksuniversiteit Utrecht
1974-1975 veeartsenijpraktijk te Olst
1975-1979 onderzoeker aan de Rijksuniversiteit Utrecht
1979-1984 veearts bij diergaarde Blijdorp te Rotterdam
1984-1990 hoogleraar diergeneeskunde aan de Rijksuniversiteit Utrecht

1990-heden directeur Natura Artis Magistra te Amsterdam