De grote vraag bij de volksopstanden tegen de corrupte en onderdrukkende regimes in het Midden Oosten is niet waarom het gebeurt, maar waarom het nu gebeurt. Econoom Paul Krugman wijt de onrust aan de stijgende voedselprijzen.
"De scherp hogere prijzen hebben in arme landen zo veel impact omdat het grootste deel van het salaris op gaat aan voeding", zegt de Amerikaanse managementgoeroe.
Zegt wie?
GOEROE VAN DE WEEK
Managamentgoeroes te over. MT presenteert elke week een goeroe die er echt toe doet.
Deze editie: Paul Krugman
Deze Nobelprijswinnaar in 2008 en neo-Keynesiaans econoom afdoen als goeroe doet Paul Krugman eigenlijk geen recht. De hoogleraar in economie en internationale betrekking aan Princeton University, geboren in 1953, is daarvoor te veel een echte grootheid in zijn vak.
Voor hij naar Princeton ging, werkte hij onder meer voor Yale, Stanford en het MIT, waar hij op 24-jarige leeftijd promoveerde. Hij heeft meer dan 20 boeken op zijn naam staan, en geniet ook buiten de wetenschappelijke kring veel bekendheid als columnist voor de New York Times, columns waarin hij al 12 jaar lang waarschuwt voor het gevaar van al te rechtse standpunten in de economie.
Actueel:
In zijn recente column Drougths, Floods and Food, zoomt hij naar aanleiding van de onlusten in het Midden Oosten in op de oorzaken en gevolgen van de stijgende voedselprijzen. Volgens Krugman ligt de opwarming van de aarde hieraan ten grondslag. De prijzen stijgen met name als gevolg van slechte oogsten. Weersomstandigheden zijn daar de oorzaak van.
"De feiten suggereren dat de huidige onlusten in het Midden Oosten slechts een voorproefje zijn van de ontwrichting, zowel economisch als politiek, die ons te wachten staat als gevolg van de opwarmende wereld. Gezien onze gebrekkige verduurzaming, zal er veel meer en veel ergere ellende op ons af komen", waarschuwt Krugman.
Bekend van:
Won de Nobelprijs in 2008 voor zijn uitleg van de ‘Nieuwe Handelstheorie’, die handelspatronen en de plaatsbepaling van economische activiteiten analyseert en wijst op de nadelen van totale vrijhandel.
Theorie
De Nieuwe Handelstheorie, in het Engels vaak afgekort als NTT (New Trade Theory), betoogt – op mathematische wijze ondersteund – dat om schaal te krijgen in een groeiende economie het soms verstandig is importbarrières en tarieven op te werpen en op centraal overheidsniveau een economische planning in het leven te roepen. Ontwikkeling van zulke regionale specialisatie, zoals films in Hollywood en horloges in Zwitserland, is path dependent, aldus Krugman.
Aanhangers van deze theorie stellen bijvoorbeeld dat de Japanse autokopers in de jaren ’50 wel last hadden van de quota en regulering die hun import beperkten, maar dat dit nadeel later ruimschoots werd gecompenseerd door de langetermijnvoordelen die de autoproducenten hadden door zich op die manier goed te kunnen ontwikkelen.
Quote
“Het probleem is niet dat mensen niet begrijpen hoe goed de dingen zijn. Het is meer dat ze weten, uit persoonlijke ervaring, dat dingen eigenlijk helemaal niet zo goed zijn.”
Tags
Macro-economie, internationale betrekkingen, Nieuwe Handelstheorie