Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Joop Donkervoort, man met een eigen filosofie: no compromise

Groei is geen doel op zich voor sportautofabrikant Donkervoort. Het draait om bezieling en technische ontwikkeling. ‘No compromise.’

De winderige Hollandse Flevopolder is nou niet echt de glamoureuze omgeving die je bij een sportwagen verwacht, maar toch komt de Donkervoort er vandaan. Uit Lelystad om precies te zijn. Een eerlijke, pure sportwagen die is gebaseerd op de beginselen van de Lotus Seven: licht, agiel en met een fiks vermogen. Géén elektronische hulpmiddelen zoals ABS en ESP en ook géén stuurbekrachtiging. Echt een auto dus voor op het circuit en voor bochtige, uitdagende bergwegen.

Jongensdroom

De bedenker en naamgever van deze liefhebbersauto is Joop Donkervoort, een zeer aimabele en bescheiden techneut die al op jonge leeftijd droomde van het ontwerpen van zijn eigen auto. Donkervoort (65) begon zijn bedrijf in 1978 in een werkplaats in Tienhoven. Een paar jaar later verhuisde het naar Loosdrecht. In 2000 betrok Donkervoort een veel groter en modern nieuw bedrijfspand langs de A6 bij Lelystad. Daar vindt alle ontwikkeling en productie plaats. MT ging erheen en sprak met Joop Donkervoort.

Een echt familiebedrijf

Donkervoort is een echt familiebedrijf. Joops vrouw Marianne werkt al sinds de oprichting mee en in 2008 kwamen zoon Denis (27) en dochter Amber (30) in de zaak. Denis is verantwoordelijk voor verkoop, productie en de race-activiteiten. Amber doet marketing en pr. In totaal telt Donkervoort 32 personeelsleden.

Bezieling

Donkervoort bouwt zo’n 30 tot 40 auto’s per jaar. Sinds 1978 zijn er 1.150 Donkervoorts gebouwd. Het huidige model, de Donkervoort GTO, kost 164.000 euro. Dat is flink geld voor een sportwagen die nou niet echt dagelijks bruikbaar is. Dus de klantenkring bestaat uit liefhebbers die net zulke puristen zijn als Joop zelf. Zij delen zijn filosofie die is samengevat in zijn motto: no compromise. Want dat is wat Joop Donkervoort drijft: bezieling.

Lichtgewicht composiet

Groei op zichzelf is geen doel voor Donkervoort. Wel kwaliteit en technische ontwikkeling: 'Elk nieuw model is weer een verbetering ten opzichte van het voorgaande. We zijn nu druk bezig met de ontwikkeling van nieuwe lichtgewicht composietmaterialen die de auto nog lichter en stijver maken. Dat doen we in samenwerking met partners die al in die industrie zitten, zoals Ten Cate, en vliegtuigbouwers en de Technische Universiteiten. Zo gaan we elke keer een stapje verder.' Donkervoort is van plan om, zodra de ontwikkeling gereed is, zijn technologie te patenteren.

Samenwerken met partners

Voor een kleine fabrikant is het financieel niet haalbaar om zelf motoren te ontwikkelen. Daarom werkt Donkervoort, zoals bijna alle kleine sportwagenbouwers, samen met een groot concern. Aanvankelijk gebruikte Donkervoort motoren van Ford, maar sinds 1996 is Audi de motorenpartner. Voor de Donkervoort GTO stelt Audi zijn nieuwste type vijfcilindermotor beschikbaar. Officieel levert die 340 pk, maar Donkervoort weet er – mondje dicht! – bijna 400 pk uit te peuteren. Bij een gewicht van 695 kilo resulteert dat in een sprint van 0 naar 100 kilometer per uur in 2,8 seconden. Audi helpt ook mee bij de ontwikkeling van nieuwe modellen. 'We krijgen al in een vroeg stadium technische gegevens en de afmetingen, zodat we daar rekening mee kunnen houden bij het ontwerpen van ons nieuwe chassis en carrosserie. We beginnen nu aan de ontwikkeling van het nieuwe model dat over een jaar of vijf op de markt zal komen.'

Tegenpool van Spyker

Qua persoonlijkheid en bedrijfsmatige aanpak is Donkervoort de absolute tegenpool van zijn in surseance verkerende buur uit de polder: Victor Muller met Spyker uit het naburige Zeewolde. De flamboyante Muller probeerde vol bravoure in korte tijd hele grote stappen te zetten, en onderschatte hoe veeleisend – technisch en financieel – het ontwikkelen van een zelfontworpen auto is.

Overname?

Donkervoort werkt zonder externe financiers. 'Het is belangrijk dat we onafhankelijk blijven. We zijn klein en we maken handwerk. En dat financieren we helemaal zelf. Daarmee onderscheiden wij ons van anderen.' Donkervoort wil graag zelfstandig blijven en zijn bedrijf stapje voor stapje verder brengen. ‘Er zijn wel periodes geweest dat ik daar anders over dacht’, zegt hij terugblikkend. In de jaren ’80 wilde Porsche graag invloed verwerven bij Donkervoort en via een belangname om zo de ontwikkeling van nieuwe, eigen modellen een extra zetje in de rug te geven. Maar zover kwam het niet. ‘Dat durfde ik toen niet aan.’

Audi neemt belang

Medio jaren negentig ging het weer spelen, toen Donkervoort Audi benaderde om motoren te kunnen betrekken, omdat hij afscheid wilde nemen van Ford. De toenmalige Audi-baas Franz-Josef Paefgen was enthousiast. Hij wilde graag motoren en technologie leveren. Maar hij wilde méér. Hij wilde een heuse Beteiligung om Donkervoort onder de vleugels van Audi te nemen. De bedoeling was om Donkervoort in één keer een grote stap te laten zetten om de commercie en pr naar een hoger niveau te tillen. Donkervoort zou bij geselecteerde Audi-dealers in Europa te koop komen en Audi zou nauwer betrokken worden bij het ontwikkelingswerk van Donkervoort. ‘Ik wilde toen geen volledige overname’, zegt Donkervoort. Daarom werd een constructie bedacht waarbij Audi indirect een belang van 25 procent nam via de Nederlandse Volkswagen/Audi importeur Pon.

Streep erdoor

Terwijl dit alles liep, werd Paefgen als Audi-chef opgevolgd door Martin Winterkorn. En die zette een dikke streep door alle plannen met kleine niche-automerken. De relatie leverancier-klant bleef wel bestaan, maar méér wilde Winterkorn niet. Tussen 2004 en 2006 is de Beteiligung teruggedraaid en financieel afgewikkeld. ‘Toen waren we weer helemaal onafhankelijk. Achteraf realiseer je je pas hoe groot de verschillen zijn tussen zo’n immense onderneming en jezelf. Als er in zo’n bedrijf een andere wind gaat waaien, dan krijg je daar wat van mee. Daar moet je je eigen bedrijf helemaal op aanpassen. Dat zijn zware toestanden.’ En wat als er weer zoiets voorbij zou komen? ‘Indertijd met Porsche durfde ik het nog niet, maar later met Audi had ik er wel vertrouwen in. Maar nu zou ik zoiets niet meer zo snel doen.’ Groei op eigen kracht dus, stap voor stap.

Tweede vestiging

Die groei komt onder meer uit de tweede vestiging die Donkervoort sinds een half jaar heeft. Die staat in Duitsland op het terrein van het Bilster Berg Drive Resort racecircuit. 'Daardoor hebben we korte lijnen naar onze klanten daar. Een Oostenrijkse vriend van de familie en mijn zoon Denis bedienen hen vanuit Bilster Berg.' Voorlopig blijft het bij die nevenvestiging op Donkervoorts grootste markt. 'Frankrijk zou een logisch vervolg zijn. Daar doen we het goed. Maar dan moet ik eerst een Fransman vinden die ons familiegevoel deelt', lacht Donkervoort.

Bekijk hier een rondje onboard in een Donkervoort GTO op de Bilster Berg Ring:

 

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Foto: Sascha Bartel

Video: Donkervoort