Eindelijk weer op de goede weg na een moeilijke tijd, lijkt de recessie opnieuw roet in het eten te gooien. Oilily blijft optimistisch.
Nog steeds is het een klein wonder. Een modemerk met een uitstraling tot in de VS en Japan, met 70 eigen winkels, wordt gerund door een bedrijf met niet meer dan 500 werknemers. Met als kern de 70 mensen op het hoofdkantoor in Nederland. Ook al is Alkmaar als vestigingslocatie onlangs verruild voor het hippe Kraanspoorgebouw aan het IJ in Amsterdam-Noord, Oilily blijft puur Nederlands. Toch heeft het bedrijf een mindere periode doorgemaakt. De omschakeling van informeel familiebedrijf naar multinationaal modeconcern verliep moeizaam.
Vorig jaar werd turn around manager Jeroen Bik aangetrokken om het roer om te gooien. Met ogenschijnlijk snel succes. "We hebben een erg goed najaar achter de rug", zegt Bik. "In de VS en Europa verkochten we bijna het dubbele vergeleken met vorig jaar." Maar dan – die crisis. Wat de gevolgen voor de modesector zullen zijn, valt moeilijk te voorspellen. "Het goede nieuws is dat we juist door de reorganisatie van de afgelopen jaren een zeer scherp bedrijf hebben. Dat zou wel eens voordelig kunnen uitpakken. Voor de komende tijd ben ik niet bang. De collecties slaan goed aan. We hebben voorzichtig gebudgetteerd. We zijn optimistisch."
