Technici en bouwpersoneel zijn in de krappe arbeidsmarkt moeilijk te vinden. De snel groeiende detacheerder DIT heeft een bijzondere manier ontwikkeld om zich te verzekeren van ‘grondstof' voor zijn core business. Dropouts worden bouwvakkers.
Bij de overname van Detron door Landis in 2000 kocht Hans Rijpert de afdeling die zich bezighield met techniek- en bouwdetachering en middels management buyout. Inmiddels is DIT Bouw en Techniek een van de grootste uitzendbureaus voor bouwers en technici van Nederland. Detacheerder in een cyclische en zeer krappe arbeidsmarkt, in een land waar jongeren elke belangstelling voor techniek kwijt lijken te zijn. De oplossing van Rijpert, nu algemeen directeur van DIT, is van het bedrijf naast detacheerder ook opleider te maken.
Met de vraag naar techneuten is niets mis. DIT wist van de gunstige markt te profiteren met een groei, afgelopen drie jaar, van dertig procent per jaar. Inmiddels telt de organisatie 22 vestigingen. Zo'n 2600 vakmensen werken via DIT voor techniek- en bouwbedrijven in heel Nederland.
Instroom
Het knelpunt is de instroom. "We zagen jaren geleden dat de beschikbaarheid van technisch personeel problemen zou gaan geven", zegt Rijpert. "En dat we daar om DIT succesvol te maken iets aan moesten doen." De meeste jonge werknemers komen binnen van het ROC waarbij ze naast hun werk een dag in de week naar school blijven gaan, de zogeheten beroepsbegeleidende leerweg. DIT richt zich ook op moeilijk plaatsbare jongeren en schoolverlaters. Zij krijgen een drie maanden durende stoomcursus waarna ze ook in zo'n leerweg kunnen instromen. In totaal worden jaarlijks 450 jongeren bij DIT geschoold. "We zijn een van de grootste particuliere opleiders van bouw- en techniekpersoneel van Nederland", zegt Ferry Muller, financieel en operationeel directeur.
Het bedrijf levert ook docenten aan ROC's en is betrokken bij de ontwikkeling van leerpakketten. Een van de vestigingen biedt zelfs vmbo-leerlingen bij het plaatselijke ROC die techniek als hoofdvak kiezen een baangarantie. De investering in opleiding heeft DIT geen windeieren gelegd, aldus Rijpert. "Achteraf denk ik dat we het goed hebben gezien. Mensen komen nu op jonge leeftijd bij ons binnen en worden trouwe werknemers."
Regeldruk
Om deze verspreide organisatie aan te sturen, is een structuur in het leven geroepen met vijf regionale directieleden. Elke maand komt het mt een hele dag bij elkaar. ‘s Ochtends worden de lopende zaken besproken, na de lunch komen strategische kwesties op tafel. Nu het bedrijf sterk is gegroeid, is de kunst de autonome positie van de vestigingsmanagers te bewaren. "Onmiskenbaar gaat de regeldruk omhoog als je groter wordt", zegt Muller. "Tegelijk willen we dat de lokale managers zelfstandig kunnen opereren. Onze problematiek is om die twee met elkaar in balans te brengen. Pardon, onze uitdaging moet ik zeggen."
