De waarde van diploma’s van mbo- en hbo-opleiding moet beter worden beschermd. Dit is nodig omdat werknemers vaker gebruikmaken van de mogelijkheid hun verkregen praktijkervaring versneld om te zetten in een diploma, schrijft de Volkskrant vrijdag.
Bedrijven als Corus en de landmacht geven honderden personeelsleden de kans zo een examen af te leggen.
Rob Scheerens, bestuurder van de Hogeschool van Amsterdam, vindt het omzetten van zogenoemde ‘eerder verworven competenties’ in studievrijstellingen ‘fantastisch’, maar hij waarschuwt voor de risico’s van diploma-inflatie.
Hogescholen verdienen goed aan de regeling. Voor studenten die dankzij hun vrijstellingen relatief weinig onderricht nodig hebben, betaalt de overheid een even grote diploma-premie aan de onderwijsinstelling als voor een gewone student.
Het hbo maakt zich op voor een sterke groei van het aantal vrijstellingen. De hogescholen kunnen een subsidie krijgen van 750 euro per persoon die van de regeling gebruikmaakt, en de werkgevers kunnen vanaf 1 januari een belastingvoordeel krijgen van 330 euro.
Onderwijsinstellingen bekijken wat de waarde is van cursussen en van werkervaring, en waarderen die met vrijstellingen. In het mbo komt het voor dat kandidaten louter op basis van deze ervaring een diploma krijgen.
Scheerens verwijst naar de hbo-fraude-affaire van enkele jaren geleden. ‘Als we niet uitkijken, gaat het dezelfde kant op. Nu gaat alles nog netjes. Het ís nog geen schandaal.’
Scheerens pleit ervoor de beoordeling van de eerder verworven competenties niet over te laten aan de individuele hogescholen, maar onder te brengen bij één of enkele onafhankelijke instanties.
(De Volkskrant)