"Zeg, Van de Linde! Zin om ook een nummer hfdrdctr-voor-één-keer te zijn?" De vraagsteller kijkt me grijnzend aan. Aan het woord is uiteraard Jan D. Hij weet als geen ander hoe hij zijn mensen persoonlijk moet raken en ook mijn ‘knop' weet hij moeiteloos te vinden. Ik ben trouwens de eerste om toe te geven dat dat ook niet heel lastig is. Maak een zin met woorden als ‘verantwoordelijkheid', ‘hard werken', ‘we hebben het nodig' en ‘ik reken op je' en ik reageer als een pavlov-hond op een bel. Het gevolg is dus dit nummer, met het intrigerende thema ‘privé'. En het is, al zeg ik het zelf, echt een persoonlijk nummer geworden.
U leest hoe Ben Tiggelaar zijn Geloof beleeft, welke foto's er op uw bureaus staan en waarmee Albert van Zadelhoff ontbijt. U leert in de inventarisatie van de lusten en de lasten van topmanagers waarom ze liever niet aan de top willen zijn én waarom ze het toch doen. Dat topmensen hun eigen privéleven online te grabbel gooien blijkt uit de zoektocht van collega Habets. En tegelijkertijd ziet u dat een Nederlandse AEX baas ‘gewoon' (als een echt kind van Drees) de hockeywedstrijd van zijn dochtertje fluit. U krijgt een handleiding om de werk/privé balans te vinden en u kunt testen hoe chantabel u zelf bent. U kunt sporten met Rob, slapen bij Jan en eten met mij. Kortom, een zomernummer om trots op te zijn. En dat ben ik dan ook.
Hopelijk niet voor het laatst, Haitske van de Linde