Albert Fischer van investeringsfonds Yellow&Blue gelooft in groen. Maar het moet wel geld opleveren.
“Ik zit hier voor de aandeelhouder.”
Als directeur van Yellow&Blue combineert Albert Fischer zijn passie voor een duurzame en schonere wereld met zijn neus voor lucratieve investeringen. “Er is maar een kleine groep mensen bereid de echte prijs te betalen voor duurzame energie. De kunst is dus om producten en diensten te vinden die onze energievoorziening niet alleen vergroenen maar ook beter en goedkoper maken. Pas dan kun je er geld mee verdienen en heeft het zin om te investeren.”
Wat doet Albert Fischers bedrijf?
Faster, better, cheaper en greener is dan ook het motto van Yellow&Blue (niet toevallig twee kleuren die samen groen vormen). Het investeringsfonds werd in 2008 opgericht door Nuon/Vattenfall.
Yellow&Blue richt zijn investeringen op technologiebedrijven die actief zijn op het gebied van schone en hernieuwbare energie, zoals schone fossiele brandstoffen, terugdringen van CO2-uitstoot, energiebesparing, energieopslag en ICT voor slimme elektriciteitsnetwerken.
In het buitenland is het fonds bekender dan in Nederland. Fischer staat met Yellow&Blue in de internationale lijst van de 100 machtigste venture capital fondsen. Maar bekendheid vindt hij niet het belangrijkste. “Het gaat erom dat onze duurzame portfoliobedrijven gevonden worden in de markt.”
Hoe kiest Albert Fischer de bedrijven waarin hij investeeert en hoe ziet hij de toekomst van groene energie voor zich? MT sprak met de directuer van Yellow&Blue:
Welke bedrijven uit uw portfolio kunnen we kennen?
“Triogen is een mooi voorbeeld. Triogen levert apparatuur waarmee elektriciteit uit rookgassen wordt opgewekt. Ze hebben een generator die de warmte uit de rookgassen benut en omzet in stroom. Of Locamation, net als Triogen een Nederlands bedrijf, dat slimme ICT-oplossingen in het elektriciteitsnetwerk implementeert. Een intelligent netwerk wordt steeds belangrijker, niet alleen om de elektriciteitsvoorziening efficiënter te maken, maar ook omdat steeds meer van onze energie uit fluctuerende bronnen zoals zon en wind komt. Een ander voorbeeld is Goodwolfe Energy, dat een batterijsysteem heeft ontwikkeld dat lokaal energie kan opslaan. Dit systeem werd onder meer gebruikt door de beroemde Royal Barge van de Britse koningin Elizabeth als er in de Theems teveel stroming stond om te roeien.
Yellow&Blue investeert alleen in uitvindingen waarvan het prototype al heeft bewezen dat het werkt. Waarom neemt u niet meer risico?
“Risico is niet het probleem. Wij springen in het gat dat er valt als een product op de markt moet worden gebracht. In de ontwikkelfase zijn er vaak allerlei subsidies, maar daarna houdt het snel op. Daar waar de overheid zich terugtrekt, stappen wij in.”
Welke trends signaleert u?
“Je ziet een verschuiving van technologie naar diensten. Voorheen ging het vooral om een nieuw type zonnecel of een betere omvormer. Nu gaat het om diensten die bijvoorbeeld zonne- en windparken helpen hun opbrengst te maximaliseren. Dan kun je denken aan bedrijven die windturbines onderhouden of beter afstellen. Vroeger was de energiestroom simpel: de energie werd opgewekt en gedistribueerd naar de gebruiker. Nu heb je vaak te maken met een combinatie van verschillende energiebronnen die op verschillende momenten energie leveren. Om die eb- en vloedbeweging in goede banen te leiden heb je slimme ict nodig.”
Wordt dat ook het zwaartepunt van uw investeringen?
“Yellow&Blue investeert in alles dat groen is en geld oplevert, we doen dus zowel technologie als diensten. Investeren in technologie is eerder interessant omdat het schaalbaar is: je verdient per verkocht product. Bovendien kun je je vinding met een patent beschermen. Diensten zijn vaak makkelijker te kopiëren, tenzij ze worden gecombineerd met ingewikkelde ict. Wij hebben daarom veel asset light bedrijven die slimme ict-oplossingen leveren aan de energiesector.”
Kunnen we binnen afzienbare tijd volledig op groene energie draaien?
“Dat verschilt per gebruikersgroep. Voor consumenten wordt zonne- en windenergie het belangrijkst. Maar de industrie kan voorlopig nog niet zonder fossiele brandstoffen. De vergroening ligt daar vooral in het zuiniger omgaan met energie. Dat kan echt nog veel efficiënter. Over auto’s twijfel ik. Ik weet niet of de elektrische auto de strijd gaat winnen. De batterij is nog veel te duur. Bovendien worden benzine-auto’s in rap tempo schoner. Ik heb idealen, maar houd rekening met de economische en politieke realiteit. Bij schonere energie gaat het om de juiste keuzes maken. Als je kijkt naar de afgelopen 15 jaar dan hebben efficiëntere gasturbines Nederland bijvoorbeeld meer opgeleverd dan zonne- en windenergie.”
Is Nederland wel innovatief genoeg?
“Ik denk het wel. Duitsland doet het beter maar is veel groter dan wij. Ik denk dat de vraag moet zijn: is Nederland commercieel genoeg? We zijn wel handelaren, maar geen makers. We zetten onze producten niet voldoende in de markt. Vergelijk Nederland eens met Israël. Dat heeft, ondanks slechts 7 miljoen inwoners, Silicon Valley 2. In Nederland kijken we te veel naar de overheid om iets te ondernemen. En met alle overlegstructuren en wisselende kabinetten schiet dat niet op. Uiteindelijk liggen de mogelijkheden in concrete producten die schoner en beter zijn, of technologie die direct een duidelijke energiebesparing oplevert. Dit geeft bedrijven namelijk een concurrentievoordeel. Op deze manier is duurzaam ondernemen overal en voor iedereen mogelijk, ook in Nederland.”
Wat wilt u meegeven aan Nederlandse bedrijven?
"Iedere ondernemer kan zijn voordeel halen uit duurzaam ondernemen. Dat kan zijn voor zijn eigen bedrijfsvoering, zoals energiebesparende maatregelen die de bedrijfskosten verminderen. Of een groener product maken, waardoor je jouw product onderscheidt ten opzichte van de concurrenten. En duurzaamheid begint echt al om je heen, het is niet iets veraf."
