Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Een iPhone zonder kinderarbeid?

De werkomstandigheden in China zijn soms schrijnend, ook bij toeleveranciers van Apple. Apple doet zijn best, meldt het in een supplier responsibility report. Helpt dat, of is uitbuiting een gevolg van de globalisering die moeilijk is te verhelpen?

 

Schokkend. Ook na bijna twee jaar van berichtgeving over de ellendige werkomstandigheden van Chinese arbeiders in de elektronicaindustrie stemt de Amerikaanse radioreportage over Foxconn die onlangs de lucht in ging, somber.

Kinderarbeid, verwondingen

Foxconn, een belangrijke leverancier van Apple, heeft een fabriek in Shenzen waar 430.000 mensen werken. Een verslaggever van This American Life komt er voor de poort binnen twee uur een handvol 14, 13 en zelfs 12-jarigen tegen. Die vertellen dat wel wordt gecontroleerd op kinderarbeid, maar dat hun werkgever ze op tijd van de vloer haalt zodra dat gebeurt. Spreken tijdens het werk is taboe, werkdagen zijn standaard 12 uur, maar regelmatig 14 tot 16 uur. Lidmaatschap van een vakbond is strafbaar. In het radioverslag komen (voormalige) Foxconn-medewerkers aan het woord die verwondingen opliepen door het werken met gevaarlijke stoffen en een metaalpers. Nadat ze hun handen niet meer konden gebruiken, volgde ontslag. Een iPhone hadden ze nog nooit van dichtbij gezien: als de verslaggever de zijne toont, zijn ze stomverbaasd.

Supplier Responsibility

Apple weet dit, of moet dit weten, is de tendens van de reportage. Een bedrijf dat op het maniakale af alle aspecten van zijn bedrijfsvoering wil beheersen, kijkt niet over een paar kinderhandjes heen. Dan komt het goed uit, dat de inkt van Apple's jongste Supplier Responsibility Progress Report net droog is. Vorige week bracht Apple zijn eigen update uit over hoe het de werkomstandigheden in China aanvaardbaar probeert te houden. Dat begint met een Supplier Code of Conduct, die voorschrjift wat Apple verwacht op het gebied van arbeidsrecht, gezondheid, veiligheid, milieu en ethiek.

Controle

Apple zegt de naleving van deze voorschriften regelmatig en streng te laten controleren door onafhankelijke experts. De controles beperken zich niet tot de hoofdleveranciers, maar gaan – zegt Apple – steeds dieper de keten in. In 2011 werd 229 keer een audit verricht, alweer 80 procent vaker dan het jaar ervoor. En inderdaad: te lange werkweken, niet betalen voor overwerk, het werd bij bijna de helft van de leveranciers aangetroffen. Zes gevallen van kinderarbeid werden ontdekt. Apple claimt een zero-tolerancebeleid op dit punt en stelt vast dat op dit gebied zijn leveranciers echt verbetering laten zien.

Training

Controle en maatregelen zijn niet genoeg: werknemers zouden ook worden getraind om ze duidelijk te maken wat hun rechten zijn. De miljoenste werknemer heeft het worker empowerment programma inmiddels gevolgd. Dan zijn er nog 60.000 mensen die gratis een cursus Engels, computer of anderszins verheffends konden volgen dankzij Apple. Een bijzonder programma is wel de gratis psychologische begeleiding die werknemers van de Foxconn-fabriek in Shenzen kunnen krijgen. Dit employee assistance programm heeft alles te maken met de zelfmoorden, waar de slechte publiciteit rond Foxconn mee op gang kwam.

Management systemen

Tot slot eist Apple van zijn leveranciers dat ze managementsystemen inrichten waarmee controleerbaar wordt of ze zich aan de gedragscode houden en waarmee mogelijke risico's snel zichtbaar worden. Die waren overigens bij bijna een derde van de bezochte bedrijven niet op orde. Meer dan de helft van de partners oefent geen systematische controle uit op zijn eigen toeleveranciers.

Repercussies

Waar zakenpartners niet aan de code voldoen, geeft Apple ze opdracht hun leven te beteren. Met één recidivist verbrak Apple de banden, een andere kreeg blijkbaar nog een ultieme kans. En, als ware het een voorzetje tot toekomstige mogelijke name and shame-campagnes, Apple publiceert voor het eerst een lijst van 156 toeleveranciers, die samen 97 procent van de inkoop vertegenwoordigen.

Praktijk weerbarstig

Je moet Apple het voordeel van de twijfel geven: het maakt (sinds relatief kort) serieus werk van het tegengaan van slechte werkomstandigheden bij zijn leveranciers. Maar er zullen nog veel berichten blijven volgen over wantoestanden, die achter de schermen, buiten audits om plaatsvinden, of bij Apple onbekende toeleveranciers. De lijst gaat over 97 procent van de inkoop, die andere 3 procent is nog altijd goed voor één à anderhalf miljard dollar.

Noodzakelijk kwaad?

Is de manier waarop Foxconn en andere leveranciers mensen inzetten een gevolg van het uitbesteden van productie naar lagelonenlanden? Sommige critici verwijzen naar Apple's enorme winstmarges: de aandeelhouders profiteren van de scherpe prijzen waarvoor Steve Jobs, en nu Tim Cook inkoopt. Als Apple met minder marge genoegen neemt, of de klant met een iets duurdere iPhone of iPad, zou het leven van de Chinese werknemers er een stuk beter uitzien.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Rijstveld of fabriek

Naïef? Op dit moment is Apple de enige elektronciaproducent die zó goed rendeert, dat het zijn leveranciers inderdaad hogere lonen zou kunnen voorschrijven. Maar zo ver zal het nooit komen, net zoals de superwinst van Apple niet eeuwig zal doordenderen. Intussen zullen 'normale' bedrijven die productie uitbesteden, altijd op zoek zijn naar de laagste kosten gedreven door de hoge lonen en riante arbeidsomstandigheden in het Westen, die productie kostbaar kunnen maken. En er is natuurlijk ook een andere kant aan het uitbuitingsverhaal: in het rijstveld verdienen lokale werknemers 50 dollar per maand verdienen tegenover 250 bij Foxconn.

En nu de rest

Apple's rapport is al met al toch goed nieuws. Onder publieke druk, en die van aandeelhouders die wel degelijk hun eigen ehtische normen meenemen in hun investeringsbeslissingen, is een miljardenconcern in beweging gekomen. Er is meer openheid over wat er misgaat, en op het oog komt daarin verbetering. Apple is, net als Nike jaren geleden, een hoge boom die veel wind vangt. Voor de Chinezen die lijden onder barre werkomstandigheden is het hopen, dat de mindere goden uit de industrie zullen volgen.

Lees ook:

Pas op voor de automatische piloot: wat iedere manager kan leren van neergestorte vlucht AF447

Philips was ooit wereldkampioen consumentenelektronica, tot het bedrijf achterover ging leunen. Door dit 'complacency-effect' kreeg ING een megaboete en crashte Air France-vlucht 447. 'Helaas hebben managers maar al te vaak het idee dat het wel los zal lopen', schrijft innovatie-expert Simone van Neerven in haar column.

air france af447 complacency
Bij de vliegramp in 2009 van Air France-vlucht 447 kwamen 228 mensen om het leven. Foto: Getty Images

Op zondagavond 31 mei 2009 om drie over zeven in de avond vertrekt vlucht AF447 vanaf de luchthaven van Rio de Janeiro. Het vliegtuig komt echter nooit aan op zijn eindbestemming Parijs. Al snel wordt duidelijk dat het vliegtuig in de Atlantische Oceaan is gestort, maar omdat de zwarte dozen niet worden gevonden blijft het een mysterie wat er precies is gebeurd. Pas twee jaar later worden deze eindelijk opgedoken.

Uit de gegevens blijkt dat de snelheidsmeters tegenstrijdige informatie aangaven. Hierdoor schakelde de automatische piloot uit en moesten de piloten plotseling zelf het vliegtuig besturen. Er ontstond verwarring tussen de twee co-piloten. De jongste en minst ervaren van de twee reageerde door het toestel te laten klimmen zonder dit aan zijn collega te laten weten.

Het vliegtuig kwam in een overtrek (stall) terecht, maar de piloten hadden dat niet door en hadden moeite om alle alarmsignalen en berichten goed te interpreteren. Het vliegtuig verloor steeds meer snelheid en begon in rap tempo te dalen. De ervaren gezagvoerder die op dat moment lag te rusten, werd te laat gealarmeerd en het toestel stortte in zee, waarbij alle 228 inzittenden omkwamen.

Het complacency-fenomeen

De piloten vertrouwden veel te veel op de automatische piloot en bleken daarnaast niet goed te weten hoe ze moesten handelen in een dergelijke crisissituatie. Toen ze de besturing zelf over moesten nemen, lukte het hen daardoor niet om juist te reageren met alle desastreuze gevolgen van dien.

Dit fenomeen wordt in de luchtvaart complacency genoemd en in het Nederlands meestal vertaald als zelfgenoegzaamheid. Het ontstaat wanneer taken routine worden, mensen te veel gaan vertrouwen op systemen of ervan uit wordt gegaan dat alles functioneert zoals verwacht. Deze mentaliteit kan leiden tot kritische vergissingen, vertraagde reacties of beoordelingsfouten, die gevaarlijke of zelfs fatale gevolgen kunnen hebben.

Complacency in het bedrijfsleven

Complacency beperkt zich niet alleen tot de luchtvaart en komt ook in het bedrijfsleven voor. Ook grote, succesvolle organisaties ontsnappen niet aan het gevaar zelfgenoegzaam te worden door te blijven vertrouwen op verouderde strategieën, zonder zich aan te passen aan nieuwe marktontwikkelingen of technologische veranderingen.

Wereldberoemde voorbeelden zijn natuurlijk Kodak, Nokia en Blackberry. Maar ook dichter bij huis liggen de voorbeelden voor het oprapen. Zo moest Philips, die wereldwijd een leidende rol had in de consumentenelektronica en daarin zeer innovatief was, deze divisie uiteindelijk afstoten. Ze vertrouwde te veel op haar sterke merkreputatie en bestaande producten en reageerde daardoor veel te laat op opkomende digitale technologieën en waarop haar concurrenten wel sneller anticipeerden.

In 2018 raakte ING verwikkeld in een groot witwasschandaal. Omdat de bank jarenlang onvoldoende maatregelen had genomen om verdachte geldstromen te voorkomen en op te sporen, konden criminelen via de bank ongelimiteerd geld witwassen. De bank vertrouwde te veel op de goede intenties van klanten en wist dat hun controle processen niet goed op orde waren.

Maar in plaats van zich te richten op deze risico’s, werd de prioriteit gegeven aan commerciële groei. Het kostte de bank uiteindelijk 775 miljoen euro om de zaak te schikken met het Openbaar Ministerie.

Adviezen in de wind slaan

Al in de jaren 80 en 90 waren er medewerkers en technici binnen Philips Research die het belang van digitale technologie en software onderkenden. Zij deden voorstellen om in te spelen op nieuwe digitale mogelijkheden en de opkomst van de personal computer en internettechnologie, maar die werden in de wind geslagen.

En alhoewel het onbekend is of er bij ING-medewerkers aan de bel hebben getrokken over de wantoestanden, zijn er in de nasleep van het schandaal wel maatregelen genomen om meldingen van mogelijke misstanden binnen de bank te vergemakkelijken.

De kennis zit in je organisatie

Eigenlijk is het als organisatie vrij eenvoudig om je te weren tegen inkakken. Dat is namelijk door simpelweg te luisteren naar de signalen en suggesties van je medewerkers. Want de kennis blijkt nagenoeg altijd aanwezig in je organisatie. Dat vraagt van de leiders slechts om de soms schijnbaar rare, gekke ideeën niet direct weg te wuiven, maar er juist naar te luisteren en er dan ook nog iets mee te doen.

Lees ook: Hoe komt het toch dat managers niet naar hun medewerkers willen luisteren?

Helaas hebben managers maar al te vaak het idee dat het wel los zal lopen of dat de risico’s gering zijn, waardoor ze op de automatische piloot blijven handelen en de situatie van kwaad tot erger gaat. Dus koester het als mensen met je meedenken en doe daar wat mee.

Laat AI niet voor je nadenken

Met de opkomst van kunstmatige intelligentie (AI) groeit het risico op complacency in organisaties ook. AI kan veel meerwaarde voor je organisatie hebben, maar het maakt het risico ook groter dat mensen steeds minder zelf kritisch nadenken en minder scherp worden.

Mensen hebben namelijk de neiging om beslissingen van geautomatiseerde systemen minder snel ter discussie te stellen (de zogenoemde automation bias). Ook werken veel AI-modellen (zoals deep learning) als een black box, waardoor beslissingen moeilijk te verklaren zijn. Dit gebrek aan transparantie kan leiden tot minder actieve monitoring, omdat medewerkers aannemen dat de AI het ‘wel zal weten’.

In veel organisaties ligt de focus op efficiency en wordt AI geïntroduceerd om processen te automatiseren en kosten te besparen. Maar door menselijke controles of audits te verminderen, neemt ook het risico toe dat je organisatie inkakt en langzaam van de rails afloopt zonder dat je dat tijdig in de gaten hebt.

Leun dus niet te veel op AI, gebruik het in je voordeel. Maar blijf vooral altijd kritisch nadenken en wees waakzaam als de ‘computer says no‘!

Lees ook: AI is geen wondermiddel: 6 nuchtere lessen voor managers