Unilever slaagt er al jaren in om een ambitieus duurzaamheidsprogramma te combineren met snelle groei. Hoe doet de multinational dat?
Voor het vierde opeenvolgende jaar, en met een ruime marge, eindigde Unilever dit jaar bovenaan de ranglijst van duurzame bedrijven die ieder jaar wordt opgesteld door het internationale adviesbureau Globescan. Een derde van de 1.170 geënquêteerde experts uit het bedrijfsleven, de overheid en NGO’s noemde Unilever het bedrijf dat er het beste in slaagt om ‘duurzaamheid te integreren in de zakelijke strategie’. In Europa en Azië oogstte Unilever de meeste waardering voor zijn inspanningen. Eveneens dit jaar werd Unilever-ceo Paul Polman door de Britse kwaliteitskrant The Guardian uitgeroepen tot Sustainable Business Leader of the Year. Unilever is ook een van de trekkers van de Dutch Sustainable Growth Coalition, een samenwerkingsverband van acht Nederlandse multinationals die van ons land een sustainable valley willen maken. Hoe krijgt Unilever dat voor elkaar?
MVO-doelstellingen voor 2020
Sinds het aantreden van Polman in 2008 staat duurzaamheid meer dan ooit bovenaan de agenda van de multinational. ‘Unilever is al langer bezig met duurzaamheid, maar er waren nooit langetermijndoelstellingen’, zegt onderzoeker Karen Maas van de Erasmus School of Economics. Zij onderzoekt de impact van inspanningen door het bedrijfsleven, overheid en NGO’s op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Maas: ‘Het is de verdienste van Polman dat het Sustainable Living Plan werd geïntroduceerd, met concrete duurzaamheidsdoelstellingen die in 2020 gerealiseerd moeten zijn. Veel bedrijven hebben dat overgenomen en hebben nu een eigen 2020-document.’
Ceo als vliegwiel
Polman verzet zich tegen het kortetermijndenken van veel beursgenoteerde bedrijven. Om dit tegen te gaan houdt hij hedgefondsen buiten de deur en is Unilever gestopt met kwartaalreportages. Investeerders accepteren dat zolang er goede resultaten worden geboekt. Bovendien zijn veel investeerders volgens Maas juist op zoek naar ‘verantwoorde’ aandelen. ‘Het past in de trend van impact investing. Investeerders stappen graag in Unilever, juist omdat het bedrijf zich zo profileert met zijn duurzame strategie. Philips heeft ook 2020-doelstellingen, maar ceo Frans van Houten schreeuwt dat niet van de daken. Dat is jammer, want de uitspraken van een ceo kunnen soms functioneren een vliegwiel. Dat heeft Polman heel goed begrepen.’
Duurzamer én kosten besparen
Dit voorjaar maakte Unilever bekend dat het met zijn duurzame doelstellingen op koers zit. Deze zouden zelfs een kostenbesparing hebben opgeleverd van 350 miljoen euro, onder meer door zuiniger energie- en watergebruik en door minder grootstoffen te gebruiken. Sinds 2008 daalde de CO2-uitstoot in de fabrieken met 32 procent per ton productie en daalde het watergebruik met 29 procent. Ook is het concern tevreden over de eigen inspanningen om volledig over te stappen op duurzame palmolie en thee, twee producten die het op zeer grote schaal inkoopt en waarvan de productie vaak gepaard met gaat sociale en ecologische misstanden.
Niet meetbaar
Toch kan Unilever meer doen, vindt Maas. Veel doelstellingen in het Sustainable Living Plan zijn niet goed meetbaar, stelt ze: ‘Unilever zegt bijvoorbeeld dat het in 2020 een miljard mensen wil helpen in actie te komen om hun gezondheid en hygiëne te verbeteren. Dat wordt vervolgens gemeten aan de hand van de hoeveelheid zeep die ze hebben verkocht. Op die manier is iedere zeepverkoper duurzaam bezig. Ook organiseert Unilever verschillende trainingen waarmee het de economische kansen van vrouwen wil vergroten. Maar er wordt niet gemeten of die trainingen ook succesvol zijn.’
Daadwerkelijke impact
Het is een probleem waar volgens Maas meer bedrijven mee worstelen. ‘Bedrijven gebruiken het liefst data die ze makkelijk kun ophoesten vanuit hun eigen systemen. Het kost veel meer moeite en tijd om een meetsysteem op te zetten dat de daadwerkelijke impact meet van de duurzame strategie. Als bedrijfskundige snap ik dat bedrijven geen zin hebben om zulke investeringen te doen, maar vanuit een duurzaamheidsperspectief is het jammer.’
Geen flodder
Polman werd door Harvard Business Review al eens gekscherend omschreven als Captain Planet. Zijn rol als aanjager van duurzaamheid binnen Unilever is moeilijk te overschatten. Loopt hij niet te ver op de troepen vooruit? En is de duurzame strategie niet teveel verweven met zijn persoon? Maas denkt van niet: ‘Duurzaamheid is bij Unilever geen losse flodder meer, dat veeg je niet zomaar van tafel.’