Het is al vaak beweerd. Maar nu is het ook wetenschappelijk bevestigd: duurzaamheid integreren in de bedrijfsvoering kóst geen geld, maar levert juist meer op.
Althans, die conclusie mag je wel trekken uit The Impact of a Corporate Culture of Sustainability on Corporate Behavior and Performance, een recent rapport van de Harvard Business School (http://www.hbs.edu/research/pdf/12-035.pdf), waarvoor 180 bedrijven zijn bestudeerd: 90 duurzame 'koplopers' (bedrijven die sinds het begin van de jaren 90 aan duurzaamheid doen), en aan de andere kant 90 bedrijven die pas recent met het thema aan de slag zijn gegaan. De prestaties van deze bedrijven zijn ook gerelateerd aan de SAM/Dow Jones Sustainability Index.
Aandelenmarkt
De belangrijkste bevinding van de onderzoekers was dat over een periode van achttien jaar de duurzame koplopers (High Sustainability firms) significant beter presteerden dan de achterblijvers (Low Sustainability firms), zowel op de aandelenmarkt als in de boekhouding. Sterker nog, duurzame koplopers:
1. Scoorden 4,8 procent hoger op de aandelenmarkt
2. Lieten minder koersschommelingen zien, zijn dus stabieler en
3. Behaalden een betere ROA (return on assets) dan de low sustainability-groep
Andere belangrijke conclusies uit het onderzoek waren:
a. Koplopers hebben een betere governance-structuur om duurzaamheid te managen
De Harvard-onderzoekers bekeken ook of het bestuur formeel de verantwoordelijk draagt voor de duurzaamheidsstrategie en in welke mate de initiatieven uit het topmanagement verbonden zijn aan factoren die je met enige goede wil kunt scharen onder de noemers People en Planet. Het blijkt dat de high sustainability-organisaties vaker beschikken over een governancestructuur, waarbij de verantwoordelijkheid voor duurzaamheid direct bij de het bestuur ligt. Ook maakt duurzaamheid bij deze bedrijven vaker deel uit van de prestatie-indicatoren die bepalend zijn voor de beloning van het top management.
b. Koplopers zijn beter in het betrekken van stakeholders
Met behulp van de data van Robeco-dochter SAM hebben de onderzoekers ook gekeken naar hoe de koplopers hun stakeholders betrekken bij het reilen en zeilen van de organisatie. Hieruit bleek dat koplopers hun bedrijfsstrategie en verdienmodel richten op meer verschillende belanghebbenden. Deze bedrijven eigenen zich over het algemeen meer activiteiten toe die zijn gericht op stakeholderbetrokkenheid en initiëren een productievere langetermijndialoog. In vergelijking met de achterblijvers, betrekken duurzame koplopers de stakeholders ook vaker in alle procesfases (zowel vooraf, tijdens als erna).
c. Koplopers hebben een langetermijnhorizon en -investeringsbasis
Door de kwartaalgesprekken te volgen tussen Investor Relations en analisten hebben de Harvard-onderzoekers ook ingeschat wat de tijdslijn is in communicatie naar de kapitaalmarkten. Daarnaast is het verschil berekend tussen het percentage aandelen dat in beheer is van langetermijn- en kortetermijninvesteerders. Daaruit blijkt dat bedrijven met een duurzame bedrijfscultuur zich ook in die gesprekken met analisten meer op de langere termijn richten. Bovendien communiceren duurzame koplopers effectiever over de bedrijfscultuur, de strategie en de langetermijnaanpak, waardoor ze ook meer langetermijninvesteerders aanspreken.
d. Koplopers integreren duurzame informatie in de financiële rapportages
Als laatste onderzochten de Harvard-wetenschappers de verslaggeving van de betrokken bedrijven. Hier bleek dat 25,7 procent van de duurzame koplopers sociale informatie in de (financiële) verslagen integreert en 32,4 procent concrete aandacht besteedt aan milieugerelateerde informatie. Niet veel? Misschien niet, maar zet het maar eens af tegen de achterblijvers, waar slechts 5,4 procent sociale informatie in het jaarverslag integreert en 10,8 procent informatie toevoegt die direct aan de milieuprestaties is toe te schrijven.