Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Dutchware

Als het Britse Sage Exact overneemt, verdwijnt een van de laatste grote spelers van de Nederlandse software-industrie in buitenlandse handen. Dat is jammer, want software past precies binnen de ambities om ons land te ontwikkelen tot een kenniseconomie. Waar blijven de nieuwe parels?

In het internationale schaakspel om de Europese markt voor bedrijfssoftware lijkt Exact uit te groeien tot een belangrijke pion. De inzet is de programmatuur voor middelgrote bedrijven, die in navolging van de allergrootste ondernemingen steeds vaker overgaan op de aanschaf van erp-pakketten, dat wil zeggen pakketten om verschillende bedrijfsprocessen te automatiseren. Door de aangekondigde overname van het Deens Navision heeft Microsoft het offensief ingezet. Het Duitse Sap en het Britse Sage doen een tegenaanval. Met de aankoop van Exact Holding uit Delft zou Sage zijn Europese positie versterken. Exact, bekend van de boekhoudsoftware, is met zijn 1800 werknemers een aantrekkelijke middelgrote partij. Komende zomer zal er naar verwachting verder worden onderhandeld over het overnamebod van 687 miljoen euro.

Na Baan zou Exact de volgende grote softwareproducent zijn die in Britse handen komt. Daarmee zou een van de laatste 'parels' van de Nederlandse software-industrie verdwijnen. Softwareprogrammeurs zijn er in ons land genoeg, en er zijn ook veel softwarebedrijven. Er is zelfs een aantal sterke, internationaal opererende bedrijven die zichzelf als softwarehuis profileren, zoals CMG en Ordina. Maar als een bedrijf zich in Nederland een 'softwarebedrijf' noemt, is het in de regel een verkapte automatiseerder – een dienstverlener en niet een productiebedrijf. En daarin zit nou net het wezenlijke verschil.

Een softwareproducent zoals Exact of Baan schrijft programma's die kunnen worden gekopieerd en verspreid via cd-rom of internet. De programma's kunnen tot een standaard uitgroeien, ze worden onderwerp van handboeken en cursussen voor de gebruikers en er kunnen nieuwe versies van worden uitgebracht. Softwareproducenten zijn kennisintensieve, r&d-gestuurde bedrijven die een belangrijke rol kunnen spelen in de ontwikkeling van de kenniseconomie. Automatiseringsbedrijven gaan daarentegen op een andere manier met software om: er worden, met of zonder standaardpakketten, specifieke oplossingen voor hun cliënten ontwikkeld. Het zijn eveneens kennisintensieve bedrijven, maar ze doen weinig aan r&d (1,4 procent van de omzet volgens een recent overheidsrapport). Een automatiseringsbedrijf verkoopt manuren; een softwareproducent verkoopt producten die op grote schaal te vermenigvuldigen zijn. Hoe lucratief dat kan zijn, kunnen Bill Gates en Larry Ellison vertellen: twee Amerikanen die met elkaar 'strijden' om de titel van rijkste man ter wereld. Allebei zijn ze oprichter van een softwarebedrijf (Microsoft respectievelijk Oracle).

Sterren
Tijdens de 'internet-bubble' leek het of Nederland vol zat met nieuwe, hippe softwarebedrijfjes. Veel daarvan zijn inmiddels verdwenen. Ook nu zijn er weer allerlei beloftevolle sterren aan het firmament, zodat het lijkt alsof er een nieuwe vloedgolf van softwarebedrijven op komst is. Achter de waan van de dag, bestaande uit het komen en gaan van kleine bedrijfjes, ziet het landschap van de softwareproductie er in Nederland echter somber uit. Bij de vijftien grootste ict-bedrijven in ons land, die samen ongeveer de helft van de totale ict-omzet voor hun rekening nemen, zitten geen softwareproducenten. Wie verder zoekt, komt drie middelgrote bedrijven tegen die elk, in hun eigen segment, nog behoorlijk meedoen op de internationale markt. Dat zijn Baan, Exact en Unit 4 Agresso. Waarvan dus binnenkort misschien alleen de laatste nog als een Nederlands bedrijf kan worden gekwalificeerd. Weliswaar fuseerde het Sliedrechtse Unit 4 in 2000 met Agresso uit Noorwegen, maar het bedrijf is nog steeds een NV met een Nederlands hoofdkantoor.
Met deze drie producenten van bedrijfsprogrammatuur hebben we het zo'n beetje gehad wat betreft de nationale trots op het gebied van de softwareproductie. De overige producenten zijn kleine tot zeer kleine bedrijven (tot maximaal 150 werknemers). Op andere plaatsen in Nederland wordt er ook nog software gemaakt en verspreid: bij Philips en ASML bijvoorbeeld, waar softwarecomponenten onderdeel uitmaken van de totaalproducten zoals settop-boxen en wafersteppers. Banken hebben afdelingen voor het produceren van pakketten voor elektronisch bankieren, CMG produceert software voor sms-servers, en zo zijn er nog enkele kleine lichtpuntjes. Maar voor een land als Nederland met een hoogopgeleide beroepsbevolking, dat ambities heeft zich te ontwikkelen tot kenniseconomie, is het bedroevend mager. Export van software komt in Nederland weinig voor, behalve misschien ergens diep verstopt in een waferstepper.

In de vele rapporten en studies die de overheid de afgelopen jaren heeft laten maken, is het probleem meermalen aan de orde gekomen. Al in Toekomstverkenning Informatica 1996-2005 van het ministerie van OCW wordt geconstateerd dat het 'voor onze nationale economie van cruciaal belang (is) dat wij een software-industrie hebben die internationaal gezien tot de eredivisie behoort, juist ook omdat het een schone, technologisch hoogwaardige en kennisintensieve industrie is en dus uitstekend realiseerbaar is in ons land'. Mede daarom wordt er door de regering een Software Actieplan gelanceerd, dat onder meer neerkomt op het stimuleren van onderzoek, voorlichting en export. Op de Amerikaanse softwarebeurs Comdex wordt in 1998 en 1999 een Holland Paviljoen neergezet. Maar aan het eind van de looptijd van het plan, in 2000, is de balans niet positief. In een door IDC opgestelde studie wordt geconstateerd dat de positie van de Nederlandse softwarebedrijven 'niet bijzonder sterk' is. Fundamentele softwareontwikkeling en r&d op softwaregebied vindt in Nederland nog weinig plaats, zo schrijven de onderzoekers. Ook de export van Nederlandse softwareproducten is gering. 'Van een sterke internationaal aan de weg timmerende softwaresector kan derhalve (nog) niet gesproken worden'.

Witte raven
Ook de (veronderstelde) oorzaken voor het ontbreken van een sterke software-industrie komen in deze rapporten aan bod. In de Technologie Radar van het ministerie van EZ uit 1998 wordt gesproken van een gebrek aan r&d, versplinterd onderzoek aan universiteiten en onderzoeksinstellingen, met bovendien 'te weinig excellentie', een gapende kloof tussen universiteiten en bedrijfsleven en een nijpend tekort aan informatici. 'De kennis en ervaring die benodigd is voor softwarepakketten voor de internationale markt ontbreekt grotendeels, maar ook zijn oorzaken gelegen in het ontbreken van risicokapitaal'.

IDC ziet het probleem twee jaar later vooral liggen in de schaalgrootte. Doordat de productie van pakketsoftware internationaal georiënteerde activiteiten zijn (waar de schaal belangrijk is), vinden de ontwikkeling en productie vaak in het buitenland en met name in de Verenigde Staten plaats. 'De enorme marketing- en r&d-inspanningen die voor softwarebedrijven noodzakelijk zijn om van de grond te komen en om vervolgens door te groeien en internationaal bij te blijven, zijn vaak te zwaar'.
Welke rol gespeeld wordt door de omvang van de thuismarkt heeft Chris Ouwinga, de ceo van Unit 4 Agresso, aan den lijve ondervonden. Unit 4 Agresso werd twintig jaar geleden opgericht als leverancier van bedrijfssoftware en is nu met zijn 1400 medewerkers een 'laatste der mohikanen' onder de grote Nederlandse producenten. “Dat heeft zeker iets te maken met het feit dat Nederland een klein binnenland en een héél groot buitenland heeft,” zegt Ouwinga. Als je als Nederlandse softwareproducent wilt groeien, zo legt hij uit, komt al snel het moment dat je over de grens moet gaan kijken. Dat is een extra 'horde' voor de groei. In het buitenland kom je lokale marktspelers tegen met een gevestigde positie, die zo'n internationale stap niet hoefden te maken. “Die situatie is de norm,” zegt Ouwinga.

Toch ziet hij geen reden om er dramatisch over te doen. “Als je naar de landen om ons heen kijkt, valt het beeld best mee. De meeste software komt nu eenmaal uit de VS. In Europa heb je nog Sap uit Duitsland en Sage uit Engeland, maar dat zijn de witte raven. Eigenlijk doen we het in Nederland nog niet eens zo slecht.” Zeker als de bedrijven zich op bepaalde nichemarkten concentreren, zijn er mogelijkheden voor succes. “In de markt voor professional services automation (psa), waar wij in opereren, hebben we met onze beperkte omvang volgens recent onderzoek een marktaandeel van 13 procent. Daarmee zijn we de grootste in Europa!”

Uurtje, factuurtje
Bernd Taselaar, directeur van de brancheorganisatie Fenit, probeert zo optimistisch mogelijk te blijven. “Het is waar dat veel Nederlandse softwareproducenten in buitenlandse handen zijn overgegaan, maar daar kun je ook een teken van succes in zien. Blijkbaar zijn het bedrijven die zich zo goed ontwikkeld hebben dat ze voor overname in aanmerking kwamen.” Dat veel softwarebedrijven in de VS zich voorspoediger ontwikkelen dan bij ons is volgens hem hoofdzakelijk een kwestie van bedrijfscultuur. In Amerika wordt makkelijker de stap gezet om een bedrijf te starten. Na een mislukt project wordt er niet met het vingertje gewezen, maar begint men opnieuw. “Voor de ontwikkeling van een software-industrie in Nederland zou het belangrijk zijn het ondernemerschap te stimuleren.”

Dat was precies de bedoeling van Twinning, het in 1998 opgerichte netwerk om ict-starters te ondersteunen. Niet alleen had Twinning als doel om het ondernemerschap aan te wakkeren, het was bovendien de bedoeling om zo veel mogelijk producerende bedrijven (in tegenstelling tot dienstverleners) aan te trekken. Zoals Twinning-voorzitter Roel Pieper destijds zei: “Als je het niet kunt vermenigvuldigen, verkoop je alleen manuren. Dan blijf je een uitzendbureau: uurtje, factuurtje.”
Twinning heeft het de afgelopen jaren, mede door de inzakkende dotcom-bubble, niet gemakkelijk gehad. Toch zijn er wel degelijk beloftevolle softwarebedrijven uit voortgekomen. Een daarvan is Tryllian, de Amsterdamse producent van agent-software. 'Agents' zijn autonome programma's die internet afspeuren naar informatie. Volgens oprichter Christine Karman van Tryllian is de ondernemerscultuur in Nederland echter nog lang niet optimaal. “Studenten informatica die een eigen bedrijf beginnen, verhuren zich meestal als dienstverlener aan een groot bedrijf. Echt risicovolle starters zie je maar zelden.”

Het probleem komt volgens Karman echter van twee kanten. “Bij de investeerders is relatief weinig kennis van de softwaremarkt. Participatiemaatschappijen hebben nu eenmaal weinig ervaring met dit soort ondernemingen. Dat maakt dat ze terughoudend zijn. Als je in de VS met een venture capitalist in zee gaat, krijg je te maken met iemand die zelf al een keer een softwarebedrijf groot heeft gemaakt. Die snapt precies waar je mee bezig bent. Maar in Nederland zijn zulke mensen schaars.” In zekere zin is het dus een kip/ei-probleem. Als er meer ervaring in de markt beschikbaar zou zijn, zouden andere bedrijven daarvan kunnen profiteren.

Ook voor Jos Dikhoff, directeur van het softwarebedrijf Tridion, is het gebrek aan managementervaring een belangrijke factor. Tridion is een snelgroeiende leverancier van software om de inhoud van websites te beheren, die inmiddels ook internationaal aan de weg timmert. Beloftevolle softwarebedrijven komen soms niet van de grond omdat de techneuten, die de software bedenken, onvoldoende beschikken over vaardigheden die nodig zijn om een bedrijf te leiden. “Management is een vak,” zegt Dikhoff. “Men realiseert zich dat onvoldoende en begint onbekommerd met zijn activiteiten.” Als het mis gaat, blijkt dat er heel basale fouten zijn gemaakt, bijvoorbeeld op het gebied van financiën of personeelszaken. “Neem bijvoorbeeld het aannemen en aansturen van salesmensen,” zegt Dikhoff. “Ook al ben je nog zo'n goede programmeur, zoiets doe je er niet even bij.” Samen met een aantal collega-softwarebedrijven is Dikhoff onlangs een netwerk begonnen om ervaringen over dit soort kwesties uit te wisselen.

Vliegwiel
Zowel Karman als Dikhoff benadrukt dat het niet ligt aan het niveau van de ideeën of de softwareschrijvers in Nederland. “Er zijn net zo veel goede programmeurs als in andere landen,” zegt Karman. “Het niveau is minstens net zo hoog als in Silicon Valley.”
De problemen liggen meer bij 'omringende' factoren zoals de ondernemerscultuur en de aanwezigheid van risicokapitaal. De afgelopen jaren is de branche en de overheid, onder meer met het instellen van Twinning, begonnen om daarin verandering te brengen. Het Software Actieplan van de regering is inmiddels voortgezet in het programma Concurreren met ICT-Competenties, waarin een aantal gerichte steunmaatregelen verwerkt zijn. Er moet een 'vliegwiel' worden aangedreven waarbij verschillende initiatieven elkaar ondersteunen: hoe meer ervaring wordt opgedaan, hoe meer risicokapitaal beschikbaar komt, hoe meer ondernemers een kans zullen krijgen.

Of dit vliegwiel al draait, is moeilijk te zeggen. De meeste maatregelen zijn van recente datum. Door het inzakken van de 'bubble' heeft de hele sector een flinke dreun gehad. Voor wie naar positieve signalen speurt, is er echter wel wat te vinden. Vorige maand, tijdens de Dutch Tech Tour (waarbij technologiebedrijven zich aan een groep internationale investeerders konden presenteren), zaten er opvallend veel softwarebedrijven onder de deelnemers. Volgens organisator Roland Slot is er veel activiteit. “We kregen 230 aanmeldingen waaruit we in totaal 22 deelnemers hebben gekozen. Vooral softwareproducenten waren goed vertegenwoordigd.” Door het grote aantal aanmeldingen heeft de Dutch Tech Tour vooral tussen de softwarebedrijven een scherpe selectie moeten toepassen. Slot: “De concurrentie was daar het grootst. Er zitten echt bedrijven tussen die de nieuwe Baan kunnen worden. De kwaliteit is hoger dan in het verleden, omdat men geleerd heeft van de eerdere fouten. Ondernemers die denken dat ze snel rijk worden, zitten er echt niet meer tussen.”

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Zijn dit de nieuwe parels van de Nederlandse software-industrie?

Tridion
Amsterdamse producent van content management software, waarmee websites worden beheerd. Timmert sinds de oprichting in 1999 flink aan de weg. In korte tijd werden kantoren geopend in acht landen en inmiddels heeft het bedrijf ongeveer 160 werknemers in dienst. Daarmee is Tridion de grootste van de 'nieuwe lichting'.

Netpresenter
Opgezet rond een softwarepakket om snel informatie te verspreiden, bijvoorbeeld via mededelingenborden of intranet. Maakt sinds 1996 een gestage groei door. Het Maastrichtse bedrijf heeft een indrukwekkende internationale klantenlijst, waaronder veel Fortune 500-bedrijven.

Tryllian
Begon spraakmakend met de productie van agent-software, dat wil zeggen autonome zoeksystemen. Het laatste jaar lijkt er enige stagnatie bij het bedrijf met zijn ongeveer veertig werknemers. Als 'agents' in de volgende generatie browsers worden opgenomen, ligt er mogelijk een enorme markt open.

Augeo
Augeo uit Nijkerk richt zich specifiek op softwarepakketten voor professionele dienstverleners. Opgezet door voormalige Baan-medewerkers maakt het bedrijf een goede ontwikkeling door. In het laatste kwartaal van 2001 werd er zwarte inkt geschreven.

ICT Automatisering
Met zijn duizend werknemers is ICT Automatisering een powerhouse op het gebied van embedded software en industriële automatisering, een zeer beloftevolle tak van de softwarebranche. De producten in deze sector zijn echter nog weinig gestandaardiseerd, zodat het werk nog sterk het karakter van dienstverlening heeft.

Baan

Wordt Baan de nieuwe Baan? Het lijkt een ongerijmde vraag. Maar sinds de problemen in 1998/1999 en de overname door Invensys is het bedrijf langzaam opgekrabbeld. Nog steeds wordt op de Veluwe erp-software gemaakt, waarbij de positie in de industriële markten alleen maar sterker lijkt geworden. Laurens van der Tang, de architect van de Baan-software, zwaait er de scepter. Het is niet uitgesloten dat Baan uiteindelijk zijn moederbedrijf Invensys overvleugelt.