Miljoenen kinderharten beginnen tijdens pakjesavond sneller te kloppen wanneer Sinterklaas en zijn Pieten de zakken vol cadeaus bij de voordeur, op de slaapkamer of door de schoorsteen brengen. Die Sinterklaaszakken ‘haalt’ de goedheiligman uit Groningen, bij verpakkingsbedrijf NNZ. “En dat doet Sinterklaas al sinds 1922″, zegt directeur Len Boot (58), “ook om stoute kinderen in te vervoeren.”
Naaiatelier
NNZ, de afkorting van Noord-Nederlandse Zakkenhandel, is naar eigen zeggen een kleine Groningse multinational. Het familiebedrijf, opgericht in 1922 door Marinus Gijsbertus Boot, startte in die jaren als een naaiatelier van jute zakken. Inmiddels is het verpakkingsbedrijf twee generaties verder en is het sinds de beginjaren negentig voornamelijk een ontwikkelaar en distributeur van twaalf verschillende productgroepen verpakkingsmateriaal.
“We stonden in 1994 voor de keuze om te investeren in de eigen productie van verpakkingsmaterialen of in de internationalisering van ons netwerk”, legt Boot uit. “We hebben gekozen voor de tweede optie, wat de juiste bleek te zijn. Er staat nu een bedrijf met voldoende toekomstperspectief, dat actief is in achttien landen, goed is voor een jaaromzet van 155 miljoen euro en werkgelegenheid biedt aan 230 mensen wereldwijd.”
Sponsor The Ocean Cleanup
Sinterklaas blijft al jarenlang duurzaam bezig met zijn eigen jute zakken
NNZ heeft zich naast jute gespecialiseerd in kunststof, net- en papier/karton-verpakkingen voor bijvoorbeeld aardappelen, groente en fruit, maar ook voor chemicaliën, bouwmaterialen en haardhout. Daarnaast is de Groningse onderneming voortdurend bezig met het ontwikkelen van duurzamere verpakkingen en sponsort het ook The Ocean Cleanup, het initiatief van Boyan Slat om al het plastic afval uit de oceanen op te ruimen.
Boot: “Innovatie speelt bij ons een grote rol en dan komt er tegenwoordig vaak duurzaamheid bij kijken. Maar kunststof blijft een prachtig verpakkingsmateriaal; het is namelijk heel goed te recyclen, het is licht en sterk ten opzichte van het gewicht en relatief goedkoop. Het probleem zit vaak bij de mens, die het overal en nergens dumpt. Het zou daarom mooi zijn als kunststof eindelijk een keer uit het verdomhoekje komt.”
Jute uit Bangladesh
Wat dat betreft had de grootvader van Len Boot een vooruitziende blik in 1922: jute is namelijk voor honderd procent duurzaam. Het is een natuurproduct en daardoor niet belastend voor de natuur. Inmiddels is jute nog maar verantwoordelijk voor enkele procenten van de jaaromzet, met Sinterklaas als een van de vaste ‘afnemers’.
“Sinterklaas blijft al jarenlang duurzaam bezig”, grapt Boot. “Al in juni komen de eerste orders voor de Sinterklaaszakken bij ons binnen. Vroeger had mijn opa nog zo’n veertig dames in dienst die de zakken in elkaar naaiden, maar tegenwoordig worden ze gemaakt in Bangladesh. Daarna worden ze verscheept met, hoe kan het ook anders, de boot naar Nederland. Dat is een langdurig proces, dus we moeten er in juni ook echt mee beginnen.”
Juten Piet
Bij ons is Piet gewoon Juten Piet
Boot berekent dat er ieder jaar ongeveer 500.000 exemplaren van de Sinterklaaszak verkocht worden. Via distributiecentra worden de zakken aan winkels zoals Blokker, Hema en Intertoys geleverd, veelal met ieder hun eigen opdruk.
“Het drukken van de afbeeldingen op de Sinterklaaszakken gebeurt in Groningen. Vaak hebben retailers hun eigen print, met soms een logo, die ze op de zak willen hebben gedrukt. Maar wij hebben ook een aantal eigen ontwerpen. Daarbij laten we de huidskleur van Piet open, zodat hij eigenlijk een Juten Piet wordt”, lacht Boot.
Bedrijf met familie
Op 23 oktober vierde elke vestiging van NNZ het 95-jarig jubileum. De 58-jarige Boot wil in ieder geval het ivoren jubileum van honderd jaar als directeur meemaken (en het predicaat ‘koninklijk’ ontvangen). Maar of er na zijn directeurschap weer een Boot aan het roer staat bij het familiebedrijf, is nog maar de vraag.
“Het succes van onze onderneming is dat we er niet naar kijken als een familiebedrijf, maar naar een bedrijf met familie”, zegt Boot. “Dat betekent dat het belang van het bedrijf prioriteit heeft ten opzichte van het familiebelang. Mocht er geen adequate opvolger binnen de familie zijn, dan kijken we net zo makkelijk binnen het eigen bedrijf of extern naar de meest geschikte man of vrouw.”