Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

De hoofdrolspelers

Het vertrouwen verdween van de een op de andere dag. Wie het gedaan hebben? Een rondgang langs de vier beroepen die het afgelopen jaar uit de bocht zijn gevlogen.

De executive
Het Amerikaanse zakenblad BusinessWeek wijdde er enkele weken geleden nog een omslagartikel aan, als betrof het een zeldzame diersoort: the good ceo. Het blad wilde maar zeggen: er bestaan heus nog wel nette mensen die zich succesvol staande weten te houden aan de top van het Amerikaanse bedrijfsleven. Alleen waren we het zicht erop even kwijtgeraakt. En voor de chief financial officer geldt hetzelfde verhaal: het imago van beide beroepen is behoorlijk besmeurd geraakt.

Wat ze dan verkeerd deden? Nou, graaien bijvoorbeeld (Phil Anschutz, president bij Qwest, die ruim anderhalf miljard dollar haalde uit de verkoop van zijn opties), misleiden (Enron-cfo Andrew Fastow en ceo Jeffrey Skilling, die zorgden dat miljardenverliezen niet op de verlies- en winstrekening werden ondergebracht, maar bij de paar duizend buitenlandse werkmaatschappijen (special purpose entities) die het bedrijf in het buitenland onderhield), 'cooking the books' (WorldCom-cfo Scott Sullivan, die meer dan 7 miljard aan uitgaven op de balans zou hebben opgevoerd als investeringen), spelletjes spelen (Bernie Ebbers, ex-ceo van Worldcom en Joe Nacchio, idem van Qwest, die beschuldigd worden van het zich in samenspraak met zakenbank Salomon Smith Barney verrijken aan de aandelen van zojuist geïntroduceerde beursfondsen) en 'lenen' (zoals gewezen ceo Dennis Kozlowski en cfo Mark Swartz van Tyco international, die samen zo´n $ 170 miljoen aan 'leningen' bij hun bedrijf hadden uitstaan).

Voortaan zullen de ceo en cfo van een beursgenoteerd bedrijf hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld voor de juistheid van elke kwartaalrapportage die ze naar buiten brengen. Dat gebiedt de inderhaast ingevoerde Sarbanes-Oxley act, op straffe van boetes van enkele miljoenen en maximaal twintig jaar gevangenisstraf. Vooral dat laatste zal menig topbestuurder nog eens doen nadenken voor hij zijn handtekening onder de cijfers plaatst.
Vergeleken met de gebeurtenissen in de VS, is het hier een oase van rust geweest. Zet Henk Koop naast Bernie Ebbers van WorldCom en u begrijpt wat we bedoelen. Zelfverrijking met honderden miljoenen, zoals die daar massaal optrad, zul je hier nog altijd – op Nina Brink na -niet treffen. Maar de bouwfraude heeft laten zien dat ook in ons land massaal de kluit belazerd wordt, en de structuren die de grootschalige fraude in de VS mogelijk hebben gemaakt, zijn hier ook aanwezig. In een recente uitzending van De achterkant van het gelijk, waar Marcel van Dam ze allerhande lastige dilemma's voorlegde, deed een parade van onze hoogste bestuurders dan ook zijn uiterste best om zo integer mogelijk over te komen. De Nederlandse ceo wenst zich niet te vereenzelvigen met de graaimethoden van zijn Amerikaanse ambtgenoten. Helaas hebben ze met de gevolgen ervan toch te maken gekregen, want voor de aandeelhouder hebben ze het afgelopen jaar bar weinig kunnen betekenen.

De commissaris
Wat de commissarissen betreft (in Amerika directors geheten), moet de belangrijkste vraag luiden: waar waren ze? Hoe kan het zo zijn dat bij een bedrijf als Enron, dat in feite een enorme leugen gebaseerd op een revolutionair businessmodel was geworden, de board of directors niet eerder aan de jassen van oprichter Ken Lay en ceo Jeffrey Skilling heeft getrokken?
De directors in de board hebben als taak de belangen van de aandeelhouders te beschermen, maar blijken maar al te vaak gefunctioneerd te hebben als slippendrager. Dat is op zich vreemd, omdat ze diezelfde ceo benoemen en kunnen afzetten. Maar het is ook weer niet zo raar, gezien het feit dat de agenda van de vergadering doorgaans door de ceo wordt bepaald. Voor een goed begrip: in Amerika is het zogenaamde one tier-systeem in zwang, waarbij executives (ceo et cetera) en directors samen in de board zitten en de directors bijgevolg veel nauwer bij het beleid betrokken zijn dan de Nederlandse commissarissen. Als dan geen director bereid is de mogelijke beerputten open te trekken, zijn de kaarten gauw geschud. We moeten ook beseffen: dit is niet het milieu waarin oorlogen worden uitgevochten. Dit is het old boys network, waarin grote sigaren worden gerookt in riante fauteuils

Gedurende de jaren dat de bomen tot in de hemel groeiden, was dat allemaal niet erg. Het ging iedereen goed, de aandeelhouders waren tevreden, er werd geld verdiend als water en dus hoefden er geen slapende honden wakker te worden gemaakt. Maar nu iedereen zich afvraagt wat die directors van bedrijven als Enron, Worldcom en Tyco al die tijd hebben zitten doen, is er zowaar een revolutie in de Amerikaanse corporate governance op gang gekomen. Boards laten zich nu massaal evalueren, nemen onafhankelijke nieuwelingen op in hun midden, zijn een stuk strenger geworden op salarissen en optieplannen voor bestuurders en de directors nemen in toenemende mate flinke aandelenbelangen in het bedrijf waarvan ze director zijn. Die directe betrokkenheid is belangrijk, want slechte governance raakt dan tenminste ook de eigen portemonnee. Het zal de directors misschien aanzetten om hun executives wat kritischer tegemoet te treden.

In Nederland – waar het two tier-systeem in zwang is: een aparte raad van commissarissen die vier à zes keer per jaar samenkomt – is de discussie ook op gang gekomen, maar die draait hier vooral om de invloed van de aandeelhouders en de werknemers. Straks moeten volgens het wetsontwerp herziening structuurregime de aandeelhouders en de ondernemingsraad de samenstelling van raad van commissarissen gaan bepalen. In hoeverre de commissarissen van een bedrijf als Laurus of KPN de begane misstappen bij die bedrijven hadden kunnen voorkomen, is hier nauwelijks onderwerp van gesprek. Sterker nog: toen de bij KPN de fatale beslissingen werden genomen, was Ad Scheepbouwer daar voorzitter van de rvc. En nu is hij zelf als ceo de rommel aan het opruimen. Michiel Hessels deed bij Laurus korte tijd hetzelfde. Ook een manier om je verantwoordelijkheid te nemen.

De accountant
Misschien wel het beroep dat de meeste schade heeft opgelopen van allemaal. De teloorgang van het trotse Arthur Andersen, een jaar geleden nog een van de Big Five, met wereldwijd 85.000 medewerkers, spreekt wat dat betreft boekdelen. Of de accountants hun lesje hebben geleerd is nog maar de vraag. De baas van het Nederlandse Andersen-filiaal, Jan Dalhuisen, herhaalde tot het bittere einde dat integriteit de core value bij het bedrijf was, wat gezien het kaartenhuis dat Andersen bleek te zijn en het aantal bedrijven met accountingschandalen dat het als klant heeft gehad (niet alleen Andersen, maar ook Worldcom, Qwest en nog een aantal anderen), een krankzinnige bewering genoemd mag worden.

Het structurele probleem van de accountant is simpel: hij eet uit de hand van degene die hij moet controleren en daarmee is de onpartijdigheid die hij nodig heeft om die controle goed uit te kunnen voeren, verloren. 'Niet waar,' zegt de beroepsgroep dan. 'Wij hebben een enorme hoeveelheid beroepsregels en als de klant daar niet aan voldoet, geven wij geen goedkeurende accountantsverklaring af.' De praktijk is echter dat de accountant er voor zijn klant alles aan doet om diens vaak twijfelachtige toekomstverwachtingen, rekenmethodes en luchtballonnen, zo ongeschonden mogelijk langs die – blijkbaar nooit streng genoeg zijnde – regels en de fiscus te loodsen.

Het feit dat de accountant ondernemer is, draagt ook niet bij aan zijn integriteit. Hij wil groeien en moet concurreren met anderen. Dus moet hij steeds efficiënter werken (steeds oppervlakkiger onderzoek), op prijs concurreren (jonge broekies met weinig ervaring en grote verantwoordelijkheden) en nieuwe diensten bedenken, die hij zijn klanten kan aanbieden. Ziedaar de opkomst van de uiterst lucratieve tandem accountancy-consultancy. Andersen verzorgde bij Enron voor 27 miljoen dollar aan consultancydiensten (de audit zelf bracht 25 miljoen in het laatje) en zat naar verluidt mee aan tafel toen de vermaledijde constructie met de special purpose entities bedacht werd. Ze zaten er dus tot aan de spreekwoordelijke elleboog in. Maar daar zag de buitenwereld niks van. Pas toen bleek dat de papierversnipperaar eraan te pas was gekomen, sprong het alarm op rood.

In Nederland kwam er dan nog de bouwfraude bovenop. Hoe de bouwboer ook goochelde met schaduwbegrotingen, de accountant ondertekende vrolijk zijn jaarcijfers. Het publiek – dat naïef als altijd dacht dat de accountant juist degene was die dergelijke wanpraktijken boven water haalt – reageerde geschokt. De branche repliceerde dat men blijkbaar een verkeerd beeld had van de rol van de accountant en beloofde iets aan die beeldvorming te gaan doen. Om iets van het geschonden vertrouwen te herstellen, pleiten de Nederlandse accountants nu voor een externe toezichthouder. Zal die in staat zijn hun gezamenlijke rug te rechten?

De analist
De analist heeft zich bekwaamd in een geheel eigen tak van sport: bellen blazen. Zijn wandaden dateren vooral uit de tijd dat iedereen nog vol was van de 'nieuwe economie'.
Waar het op neer komt: zakenbank begeleidt bedrijf X naar de beurs. Analist, in dienst van de bank, roept tegen iedereen die het maar horen wil dat ze het aandeel moeten kopen en bank verdient goudgeld aan aandelenomzet en succesvolle beursgang. Officieel is dit verboden, vandaar dat er een 'strenge' scheiding (Chinese Muur) is binnen de banken tussen bankactiviteiten en analisten. Helaas blijken met name op Wall Street de investment banks het daarmee niet zo nauw te hebben genomen.
Zo kwam ruim een half jaar geleden uit dat analist Henry Blodget van Merrill Lynch in een interne mail het aandeel Infospace omschreef als 'a piece of shit', maar tegelijkertijd op tv de beleggertjes adviseerde het aandeel te kopen. Infospace was naar de beurs begeleid door – inderdaad – Merrill Lynch.

Een ander voorbeeld: telecomanalist Jack Grubman van Salomon Smith Barney, die zijn collega's steeds een stapje voor was door bijkans bij de bestuurders van de grote telecombedrijven op schoot te gaan zitten. Zijn banden met Bernie Ebbers, de ceo van WorldCom (waarover Grubman tot in april, toen het aandeel al meer dan 95 procent in waarde gedaald was, het oordeel 'buy' uitvaardigde), vormen een schoolvoorbeeld van het You scratch my back, I'll scratch yours dat op Wall Street gemeengoed lijkt te zijn geweest. Ebbers investeerde, Grubman deed het verhaal en samen haalden ze het benodigde kapitaal voor overnames en beursgangen binnen, onderwijl broodheer Salomon Smith Barney – waar Grubman voor naar verluidt 25 miljoen dollar per jaar op de loonlijst stond – vette kluiven toewerpend. Ondertussen is Grubman – onder druk van de publieke opinie en openbare aanklager Harvey Pitt, opgestapt met medeneming van een laatste bonus van 12 miljard dollar.

Nederland lijkt vergeleken met die praktijken een paradijs van rechtschapenheid te zijn. Maar de machinaties die hier spelen zijn, wederom, precies dezelfde. Alleen de bedragen en de reputaties zijn een stuk kleiner. Wie de rel rond de beursgang van Worldonline bekijkt, kan niet ontgaan zijn dat de rol van ABN Amro op zijn zachtst gezegd twijfelachtig is geweest.

In de VS is wetgeving in de maak waarmee analisten aan banden worden gelegd, de Chinese Muren binnen de zakenbanken enorm worden versterkt en de onafhankelijkheid van het advies van de analist wordt gewaarborgd. Onze Autoriteit Financiële Markten heeft pas enkele weken geleden aangekondigd de dubbelrol van de banken te gaan onderzoeken. Beter laat dan nooit.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.