Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

De bedrijfsjurist wordt ondergewaardeerd

In een verhardend zakenlandschap, waar achter elke hoek een schadeclaim loert, ligt voor de bedrijfsjurist een schone taak. Toch heeft hij in veel bedrijven nog niet de plaats die hij zou moeten hebben. “We moeten harder piepen.”

Dagelijks is er overleg met de financiële man over de beurskoersen en de liquiditeit. Wekelijks plegen de techneuten onderhoud aan het computerpark. Eens per maand wordt er gesproken over het marketingplan. En de accountant komt ieder jaar op bezoek. Allerlei specialisten van verschillende pluimage lopen met grote regelmaat in het bedrijf rond, of maken zelfs deel uit van het managementteam. Daarmee zijn alle bedrijfsprocessen keurig afgedekt.
Dénkt menig directeur. Want één aspect wordt vaak over het hoofd gezien: de juridische problematiek. “Binnen veel bedrijven heerst een cultuur van: juridische problemen zijn veel te ingewikkeld,” zegt Ruud Harinck, managing partner van HV&Partners, een werving-, selectie- en detacheringbureau voor juristen. “Een bedrijfsjurist wordt gezien als mr. worst case.” En die houdt de directie liever buiten de deur.
Het is opmerkelijk dat er nog steeds bedrijven zijn die geen serieus oog hebben voor de juridische kant van de bedrijfsvoering, terwijl de maatschappij zo fors juridiseert. “Wetgeving verandert in hoog tempo en het bedrijfsleven heeft daar alles mee te maken,” zegt Anne Scheltema Beduin, secretaris van het Nederlands Genootschap van Bedrijfsjuristen. Ze noemt nieuwe ontwikkelingen binnen het mededingingsrecht, het beurs- en effectenrecht en het IT- en telecomrecht. EG-richtlijnen die van invloed zijn op het bedrijfsleven. De discussie rond corporate governance heeft alles te maken met vennootschapsrecht. Consumenten, werknemers en aandeelhouders worden mondiger en weten de rechter steeds beter te vinden. Bedrijven richten zich meer op hun kernactiviteiten. Divisies worden afgestoten, fusies en overnames zijn aan de orde van de dag. “Dat alles heeft vergaande juridische consequenties.”
Legal awareness, daar ontbreekt het aan in Nederland. Het 'juridische' wordt graag onder de mat geveegd, in tegenstelling tot in de Verenigde Staten. “Daar zijn bedrijven goed doordrongen van het feit dat het rijden van een juridisch scheve schaats tot bloeden leidt,” aldus Harinck. “We zijn niet gewend om te suen. In Nederland – en dat geldt eigenlijk voor heel Europa – heerst nog te veel de gedachte: dat lossen we zó wel op.”

Claims
De Hollandse kruideniersmentaliteit is daar debet aan. Wat een bedrijfsjurist kost, blijkt wel uit het salarisstrookje, maar wat hij opbrengt, daarover valt geen zinnig woord te zeggen. “Het bedrijfsleven wil niet voldoende betalen voor een goede bedrijfsjurist,” is Harincks ervaring. “Hij wordt niet naar waarde geschat. Een accountant kan cijfers noemen. Als die zegt dat het bedrijf met een bepaalde strategie in de rode cijfers belandt, dan heeft dat impact. Dat mist de bedrijfsjurist. Maar ik ben ervan overtuigd dat hij heel wat claims kan voorkomen.”
Van belang is daarom dat de bedrijfsjurist zijn werk financieel inzichtelijk maakt, door bijvoorbeeld uren te schrijven. Dan kan precies worden berekend hoe vaak andere afdelingen van zijn diensten gebruik maken. Bedrijven als Fortis, Siemens en Philips werken al zo, weet Harinck, en met succes. Bijkomend voordeel: “De ervaring leert dat salariseisen en verzoeken om meer personeel voor de afdeling juridische zaken dan eerder worden ingewilligd.”
De meeste ondernemingen zijn nog ver van deze situatie verwijderd. Daar worden veel van de juridische problemen voorgelegd aan de huisadvocaat. Begrijpelijk, want die wordt alleen betaald als hij wordt ingehuurd. Verstandig is die werkwijze niet altijd, zeggen zowel Scheltema Beduin als Harinck: met de huisadvocaat worden slechts de brandjes geblust. Pas als veel leed is geleden, wordt hij ingeschakeld. Een eigen bedrijfsjurist (vast of op interim-basis) kan veel ellende – en dus geld – besparen, zo luidt de boodschap.
Nu achter iedere hoek een mogelijk claim schuilgaat, kan verwacht worden dat bedrijfsjuristen steeds vaker deel gaan uitmaken van het managementteam. Daar hoort hij nu juist níet te zitten, meent Scheltema Beduin. Ook Jan Albert Timmerman van Legal House (bedrijfsjuridische dienstverlening) wijst op de onafhankelijke positie. Belangrijker is of de raad van bestuur de bedrijfsjurist tijdig waarschuwt, maar dat gebeurt niet altijd. Timmerman: “Soms is het verstandig de bedrijfsjurist er snel bij te betrekken om zo dubbel werk te voorkomen. Ook al zit hij niet aan de top, zijn macht is even groot.”
Soms is ook voor kleine bedrijven een eigen bedrijfsjurist geen overbodige luxe. Harinck: “Dat ligt helemaal aan je product of dienst. Maak je slechts één ding voor één afnemer, dan kan één contract voldoende zijn – ook al werken er in je bedrijf duizenden mensen. In de bouw, de aannemerij en het vastgoed gelden weer andere spelregels. Hier gaat het altijd om ingewikkelde contracten, maar bedrijfsjuristen zie je in deze wereld relatief weinig. Aannemers kunnen veel geld in hun zakken houden door de zaken met hun bedrijfsjuristen goed te regelen. Hier heerst echter de mentaliteit: we lossen het zelf wel op en bij ruzie gaan we naar een advocaat. Er zijn niet voor niks zo veel bouwrechtadvocaten.”

Op de rem
Er zijn voldoende argumenten om eens wat vaker in de spiegel van de bedrijfsjurist te kijken. Jammer alleen van dat imago: hij zou een tweederangs advocaat zijn, de basisarts die het nooit tot specialist heeft geschopt. Harinck: “Ooit had de advocaat in een klein dorp inderdaad meer status dan een bedrijfsjurist die bij een multinational werkte. Tegenwoordig is hij manager van juridische processen en geniet de status die daarbij hoort.”
Dat stelt wel hoge eisen aan de vaardigheden, temeer daar menig directeur nog steeds weinig op heeft met het recht. Een goede communicatie tussen directie en bedrijfsjurist is daarom van groot belang. “Het is de kunst om juridisch ingewikkelde verhalen te vereenvoudigen en op een A4-tje kwijt te kunnen, zonder mitsen en maren,” stelt Harinck. “Het gaat dus om de vertaalslag naar je collega's. Dat vereist ook lef om met een advies te komen waarin staat dat het bedrijf links- of rechtsom moet.”
Ook hier speelt zijn imago hem parten. Veel directies zien de bedrijfsjurist als iemand die vaak op de rem trapt, zegt Scheltema Beduin: “Met hem erbij kunnen we niks meer doen, heet het. Hij verschaft ons slechts moeilijkheden, terwijl hij juist oplossingen moet aandragen.” Dat beeld wordt door Timmerman herkend. “Werkt de bedrijfsjurist te veel met het wetboek in de hand, dan loop je het risico dat hij het commerciële proces verstoort. In die zin is de bedrijfsjurist niet altijd populair.”
Pas als een bedrijfsjurist zich pro-actief opstelt, krijgt hij meerwaarde voor de directie. Timmerman: “Je moet hem een plek aan de onderhandelingstafel bieden, of hij moet in een bedrijf zelf een dusdanige positie zien te creëren dat de directie niet om hem heen wil en kan. Dat laatste moet-ie dan wel zelf bewerkstelligen.” Maar dan nog. Ook al raakt hij langzaamaan ingeburgerd, toch geniet de bedrijfsjurist niet altijd het volle vertrouwen van de directie, weet Harinck. “Bij een kleine claim wordt hij ingeschakeld, bij grote zaken loopt de directie rechtstreeks naar grote advocatenkantoren als De Brauw Linklaters & Alliance, Stibbe, Nauta Dutilh of Trenité Van Doorne. Als je dat doet, snap je de rol van de bedrijfsjurist niet of je hebt de verkeerde in huis.”
Voor een deel is dat ook te wijten aan de bedrijfsjurist zelf, vindt Harinck: die is te bescheiden. “Dat zie je ook aan de faciliteiten die een bedrijfsjurist nodig heeft, maar die vaak niet van de grond komen. Zo heeft hij een eigen werkkamer nodig. Het is vaak een probleem dat te bemachtigen. Als een bedrijfsjurist een bureau in een kale kantoortuin krijgt, tussen twintig andere mensen, afgescheiden met een schotje, dan kan hij niet werken. Hij telefoneert veel, leest en schrijft veel, werkt met vertrouwelijke stukken.
Of neem de literatuur en het abonnement op een aantal vakbladen. Veel directies zeggen: is dát ook allemaal nodig? Je hebt toch rechten gestudeerd, je wéét het nu toch wel? De bedrijfsjurist moet dus beter zorgen voor zijn eigen managementtools. De bedrijfsjurist moet harder piepen.”

Juristen in opmars

Waren in 1975 nog maar 182 bedrijfsjuristen lid van het Nederlands Genootschap van Bedrijfsjuristen (opgericht in 1930), een kwart eeuw later zijn dat er net geen duizend. Deze leden 'vertegenwoordigen' ongeveer vierhonderd bedrijven – een minderheid van het bedrijfsleven dus. Aangezien de helft tot tweederde van alle bedrijfsjuristen lid is van het genootschap, telt Nederland tegen de drieduizend bedrijfsjuristen. Maar omdat de titel niet beschermd is, kan het aantal nog een stuk hoger liggen.
De groei van het aantal bedrijfsjuristen is voor een groot deel ook toe te schrijven aan de flexibilisering van de arbeidsmarkt. “De juridische kolom is aan de beurt,” meent Jan Albert Timmerman van Legal House. “Bedrijven doen steeds meer aan outsourcing, ze willen fit en slank zijn. Daarom zijn er onder de bedrijfsjuristen veel zzp'ers, zelfstandigen zonder personeel.” Bedrijven als Brunel Legal Consultants, Eiffel, Legal Flexforce, Legal People, Yacht Legal, Utrechtse Juristen Groep, HV&Partners en Legal House varen wel bij het grote aanbod van freelance juristen.


Ruud Galle (NCR)

Nationale Coöperatieve Raad voor de land- en tuinbouw (NCR)
“Bij de NCR zijn zestig coöperaties aangesloten. Dan moet je denken aan Avebe, CHV Landbouwbelang, Avero, Rabobank, Interpolis en mijn vroegere werkgever Campina Melkunie. De NCR begeleidt als expertisecentrum coöperatieve ondernemingen, ook op het terrein van fusies, overnames en mededinging. Omdat een coöperatie een heel eigen rechtsvorm is met specifieke problemen, word ik erbij gehaald. Naast dit werk ben ik ook hoogleraar Coöperatierecht in Tilburg.
In Amerikaanse ondernemingen is de legal counsel vaak ook general counsel, meestal met de titel vice president. Hij is dan ook aanwezig bij alle vergaderingen van de Raad van Bestuur en Raad van Commissarissen. In Nederland zie ik een ontwikkeling in die richting. De bedrijfsjurist is verantwoordelijk voor een tijdige legal review van voorgenomen beslissingen. Juist daarom dringt de bedrijfsjurist zich voortdurend op. Goede managers appreciëren dat.
Op lager niveau worden we wel eens ervaren als een stoorzender. Daar moet de bedrijfsjurist zich nog vaak bewijzen. Als bijvoorbeeld verkopers ingewikkelde transacties afsluiten in het buitenland, dan wil dat wel eens fout gaan. Een volgende keer worden wij dan ingeschakeld voordat er weer een transactie wordt gesloten.
Het imago dat aan ons kleeft verandert snel. Het is zeker niet zo dat de leuke of ingewikkelde zaken door externen – de advocaten van de grote kantoren – worden gedaan. De golf van outsourcing zie ik niet: steeds meer grote ondernemingen willen juist eigen juridische deskundigen in huis hebben.”


Theo van Kampen (VNU)

Hoofd Juridische Zaken VNU
“De afdeling Juridische Zaken bij VNU beslaat acht mensen. Bij het uitgeverijdeel van VNU houden wij ons bezig met de juridische aspecten van het uitgeven, zoals de mogelijke consequenties van het plaatsen van een artikel, een interview of een foto.
In beginsel heb ik het totaal van het ondernemingsgebied als werkterrein. Het feit dat ik bedrijfsman ben, maakt dat ik dicht op de bedrijfsactiviteiten zit en dus de juridisch belangrijke aspecten beter ken. Daarbij zal ik op basis van mijn ervaring en expertise adviseren; waar dat tekortschiet zal ik externe hulp van specialisten inroepen. Dat betekent niet dat de interessante zaken door externe advocaten worden gedaan. Een ervaren bedrijfsjurist is met zijn individuele kennis (of die van een afdeling of groep) net zo goed in staat bijvoorbeeld een grote overname te doen. Het beeld dat hij ingewikkelde zaken niet aan zou kunnen, deel ik niet. Kijk naar Philips: een aantal bedrijfsjuristen daar kan zich als hoogleraar meten met de top van de juridische wereld. Het onderscheid tussen de bedrijfsjurist en de advocaat is er een van benadering, inschakeling en expertise. De bedrijfsjurist heeft daarbij het voordeel van binnenuit, als deel van de onderneming te werken.
Dat bedrijfsjuristen bedrijfsprocessen frustreren omdat we altijd wel enkel(e) haken en ogen zouden ontdekken, herken ik niet. Mijn advies is materieel. Het gaat om relevante zaken. In het spanningsveld tussen het bedrijfsproces en de juridische omstandigheden ligt de uitdaging om tot optimale bedrijfsjuridische advisering te komen. Onderdeel daarvan is de aandacht voor legal awareness. Het is evident dat we ons daarbij niet bezighouden met Romeins recht, maar met zaken als IT-recht, vennootschapsrecht, contractenrecht, regelgeving op privacygebied.”

Kees Duppen (Koninklijke Boskalis Wesminster)

Hoofd Juridische Zaken, Koninklijke Boskalis Wesminster
“Een aanbesteding voor een project in de bagger en landaanwinning gaat altijd gepaard met omvangrijke documenten. Voor driekwart is dat een technisch verhaal, de rest is veelal juridisch van aard. Juridische Zaken, waar vijf juristen werken, is een serviceafdeling: we geven adviezen om risico's te beheersen. Aan het operationeel management, desgevraagd en op eigen initiatief. In de contracten letten we er vooral op of de betalingsvoorwaarden in orde zijn. We moeten zekerheid hebben dat er wordt betaald. Zeker in derdewereldlanden is dat niet altijd vanzelfsprekend. Wat ook goed geregeld moet zijn, is de arbitrage. Hoe wordt een mogelijk conflict opgelost? Het is van groot belang dat arbiters bevoegd zijn een bindend vonnis op te leggen. En als je werkt met buitenlandse opdrachtgevers is het van belang dat je afspraken maakt naar welk recht je de zaak regelt: het Nederlandse recht, het recht van de opdrachtgever of dat van een neutraal land.
Nederland kent een goed uitgekristalliseerd rechtssysteem en de solvabiliteit van zakenpartners en opdrachtgevers is doorgaans goed in te schatten. Aansprakelijkheden zijn echter des te belangrijker. Stel dat je langer met een klus bezig bent dan afgesproken, bijvoorbeeld omdat de vorstperiode veel langer duurt. Aan de opleverdatum worden vaak boetebepalingen gekoppeld, maar daarop moet je een limiet bedingen. Zoiets mag nooit een blanco cheque worden.”

Willem van den Bergh (Bouwfonds)

Hoofd Juridische Zaken, Bouwfonds
“Bouwfonds is een bank en een ontwikkelbedrijf. De afdeling Juridische Zaken houdt zich vooral bezig met vennootschapsrechtelijke onderwerpen. Dan moet je denken aan overnames en reorganisaties, wat de verantwoordelijkheid is van de holding, maar ook aan zaken als treasury.
Overnames zijn het leukst. Met een team van juristen en fiscalisten gaan we na hoe een over te nemen bedrijf eruitziet. We bestuderen vervolgens de vormgeving van de deal, het garantiestelsel en de overnamecontracten. We bepalen of het overgenomen bedrijf moet worden gegoten in een bv of in een maatschap. Overnames betreffen doorgaans woningontwikkelbedrijven, hypotheekbedrijven of bancaire activiteiten. Als bank hebben we ook veel te maken met de Wet Toezicht Kredietwezen en de Wet Toezicht Effectenverkeer. We toetsen zelf allerlei nieuwe financiële producten die we ontwikkelen aan deze wetten, producten die zich bewegen op het terrein van vermogensbeheer en hypotheken. Daarnaast zijn we ook erg actief in de VS. Dat betekent dat we ook goed in de gaten moeten houden hoe daar de regelgeving is.”

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Peter Enneking (Getronics)

Hoofd Juridische Zaken, Getronics Nederland
“De toegevoegde waarde van een bedrijfsjurist is niet altijd gemakkelijk in geldwaarde uit te drukken. Je levert advies en ondersteuning voor de business, signaleert risico's en draagt acceptabele alternatieven aan. Soms zie je kansen voor nieuwe business liggen.
Bij het binnenhalen van opdrachten en aanbestedingstenders werken we vaak in teams waarin diverse disciplines zijn vertegenwoordigd. Hetzelfde geldt bij overnames, desinvesteringen en bij outsourcing. Vanuit Juridische Zaken beoordelen of schrijven we het contract, we bekijken welke garanties het contract biedt en hoe het eventueel kan worden ontbonden. We ondersteunen bij de onderhandelingen en zorgen ervoor dat een goede deal wordt gesloten.
Ik heb vaak de Auteurswet en het Burgerlijk Wetboek in mijn handen, meestal om iets over contractenrecht of aansprakelijkheidsrecht op te zoeken. Bij claims beoordelen we wat er fout is gegaan en hoe we omgaan met eventuele aansprakelijkheid.

Verder zijn we verantwoordelijk voor de vennootschapsrechtelijke huishouding. De jaarlijks terugkerende instemmingsverklaringen, de dividendbesluiten en de inschrijvingen bij de Kamer van Koophandel moeten op orde zijn. En uiteraard pakken we allerhande zaken op die ook maar enigszins naar wet- en regelgeving ruiken. Laatst heeft onze afdeling zich nog gebogen over de 'wit- en bruingoedregeling', die niet alleen geldt voor de milieuvriendelijke verwerking van koelkasten maar in een iets andere vorm ook voor computers.”