Onze zuiderburen profiteren van de aankoop van Fortis Bank België, terwijl wij de bank-miljarden nooit meer terugzien. Hoe kan dat?
Het was het najaar van 2008, de financiële crisis woedde hevig en Fortis Bank werd ontmanteld. De overname door ABN Amro en investeringen in problematische Amerikaanse hypotheekproducten hadden het Belgisch-Nederlandse concern aan de rand van de afgrond gebracht. Aanvankelijk waren België, Nederland en Luxemburg van plan vers kapitaal in de bank te steken. Deze zogenoemde ‘eerste redding’ hield nog geen week stand. Uiteindelijk werd besloten Fortis in stukken te hakken en te verdelen onder Nederland en België. Tot zover de overeenkomsten, want de wegen die beide nieuwe eigenaren met hun Fortis-deel insloegen, bleken totaal verschillend. Nederland ging voor een volledige nationalisatie, België besloot grote delen direct van de hand te doen.
België besloot beter
De beste beslissing, zo bleek. Want terwijl de Nederlandse staat 16,8 miljard euro betaalde voor ABN Amro, Fortis Bank Nederland, verzekeraar ASR en Fortis Corporate Insurance; na de nationalisatie nog eens miljarden aan extra kapitaal in ABN Amro en Fortis Bank Nederland moest inbrengen én de rekening zag oplopen tot bijna 28 miljard euro, heeft de Belgische belastingbetaler er zicht op zijn geld met winst terug te krijgen. België kocht voor 9,4 miljard euro het resterende Fortis Bank België, en besloot het direct voor 75 procent aan de Franse bank BNP Paribas door te verkopen. België hield een belang van 10,2 procent in BNP Paribas en 25 procent in BNP Paribas Fortis.
Een bad bank oprichten
De verzekeringsactiviteiten gingen zelfstandig verder onder de naam Ageas. Daarnaast richtte België een zogenoemde bad bank op, waar een pakket Amerikaanse rommelinvesteringen in werd ondergebracht. BNP Paribas, Ageas en de Belgische staat staken geld en garanties in dit investeringsvehikel, genaamd Royal Park Investments. Hoewel investeringen in Amerikaanse hypotheekobligaties een van de belangrijkste oorzaken waren voor het bijna ten onder gaan van Fortis in 2008, is de markt voor deze producten inmiddels aangetrokken. De investering door België in deze bad bank is nu terugverdiend. Royal Park Investments heeft de beleggingen met winst kunnen verkopen, waarvan 600 miljoen euro naar de Belgische schatkist vloeit.
Den Haag leerde weinig van ervaringen
Hoe groot is het verschil: vijf jaar later kijkt de Nederlandse burger vooral tegen een groot verlies aan en ondervond bovendien dat Den Haag weinig leerde van eerdere ervaringen: begin dit jaar nationaliseerde Nederland immers nóg een bank. De Gentse hoogleraar economie Koen Schoors is terugkijkend positief over de Belgische benadering. ‘Het voordeel van deze aanpak is dat je de goede en slechte activa scheidt. De creatie van een bad bank betekent dat je van wat overblijft een goede bank maakt.’
Zwart Belgisch belang
Ook de doorverkoop van Fortis Bank België aan BNP lijkt goed uit te pakken. De Belgische staat kreeg in ruil hiervoor ruim 10 procent van de aandelen van de Franse bank in handen. BNP is beursgenoteerd waardoor de waarde van dit belang op papier eenvoudig is te berekenen. De Morgen becijferde in 2010 dat België boven een aandelenkoers van 58,22 euro op winst staat. Op dit moment noteert het aandeel rond de 45 euro, maar in de afgelopen 5 jaar zijn er ook periodes geweest dat het Belgische belang wel in het zwart stond.
Rijkman Groenink zag het aankomen
Belangrijker is echter dat het voor België relatief makkelijk is de aandelen te verkopen. Als de koers een acceptabel niveau bereikt, kan de staat plukjes aandelen BNP van de hand doen via de beurs. Een andere optie is verkoop van het belang in zijn geheel of in delen aan een investeerder of aan BNP zelf. Nederland zit ondertussen met een investering van bijna 28 miljard euro in ABN Amro en ASR, waarvan iedereen het er intussen over eens is dat dit bedrag nooit meer terugkomt. Nota bene oud-ABN-topman Rijkman Groenink was in 2010 de eerste die stelde dat de staat minstens 10 miljard euro op de deal gaat verliezen. De parlementaire enquêtecommissie die onderzoek deed naar de financiële crisis, constateerde vorig jaar ook dat Nederland veel te veel heeft betaald.
Het zit sommige Belgen niet lekker
Maar behalve dat het belang van België verkoopbaarder is, draait BNP ook veel beter dan ABN Amro. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het dividend dat de Belgische staat de afgelopen jaren ontving. Over 2011 en 2012 kreeg België in totaal 460 miljoen euro dividend van BNP. Nederland ontving over deze jaren 659 miljoen euro dividend van ABN Amro en ASR, maar het heeft een investering gedaan die bijna drie keer zo groot is. Met de verkoop aan BNP Paribas is de controle over een van de grootste banken van het land naar Parijs verdwenen. Dit zit sommige Belgen niet lekker. Belgische huishoudens sparen nog meer dan Nederlandse.
236 miljard spaartegoed
In totaal telde België eind vorig jaar 236 miljard aan euro spaartegoeden. Tegelijkertijd betekent dit verdwijnen van controle wel dat de politieke invloed op de bank en zijn investeringsbeleid sterk is beperkt. Dat is volgens hoogleraar Schoors op zich nog niet zo slecht. ‘Als je een bank nationaliseert, verdwijnt de noodzaak voor herstructurering een beetje. En je zit met een bank die tussen twee stoelen zit, die te maken heeft met politieke eisen voor de richting en de toekomst.’
De politiek moet het doen
In Nederland is de toekomst van ABN Amro gepolitiseerd. Het is de bedoeling de bank in zijn geheel naar de beurs te brengen, maar politieke partijen zijn het hier niet over eens. De PvdA maakte in de laatste verkiezingscampagne duidelijk een helder beeld te hebben van de inrichting van het Nederlandse bankenlandschap. Er zouden een beursgenoteerde bank, een coöperatieve bank en een staatsbank moeten komen. De rol van de laatste zou daarbij zijn weggelegd voor ABN Amro. ‘28 miljard is veel geld. Daar had je een nieuwe bank voor kunnen starten’, constateert Schoors.
De benoeming van Gerrit Zalm
UIT DE PRINTEDITIE VAN MT
Dit artikel is eerder gepubliceerd in de printeditie van Management Team. De nieuwe MT voortaan direct ontvangen? Neem een abonnement. De meest zichtbare uiting van de politieke invloed op ABN Amro is de benoeming van Gerrit Zalm als topman, direct na de nationalisatie. Zalm had geen bancaire ervaring anders dan een korte periode bij DSB, dat in 2009 ten onder ging aan de woekerpolisaffaire. ‘Ik denk dat dit heel ongezond is. Hier zaten de raden van bestuur van banken vol met politici en is besloten dat we daar juist vanaf moeten’, zegt Ivan Van de Cloot, hoofdeconoom van het Itinera Institute, een onafhankelijke denktank uit Brussel. Volgens hem is het belangrijk dat de staat de rol van onafhankelijk toezichthouder heeft, terwijl banken zich binnen de regels richten op het creëren van waarde voor de aandeelhouder. ‘Als je zelf aandeelhouder bent, krijg je een belangenconflict: moet ik voor de winst gaan of voor het maatschappelijk belang? Er ontstaan mogelijk situaties waarin toezichthouders een oogje dichtknijpen omdat hun vrienden de plak zwaaien.’
Hoe hij in opspraak kwam
Dat laatste is eigenlijk wat gebeurde in 2010. Zalm kwam in opspraak door de DSB-affaire en werd onderwerp van een strijd tussen de twee toezichthouders, de Autoriteit Financiële Markten en De Nederlandsche Bank. De AFM vond Zalms positie onhoudbaar, maar werd overruled door De Nederlandsche Bank. Het is op zijn minst opmerkelijk te noemen dat de staat onlangs ook bank en verzekeraar SNS Reaal nationaliseerde. Daarbij werd een privaat alternatief van een consortium onder leiding van investeringsfonds CVC van de hand gewezen. Het plan van dat consortium leek sterk op de Belgische Fortis-procedure. De vastgoedleningen waardoor SNS in de problemen kwam, zouden worden ondergebracht in een bad bank – eigendom van de staat en het consortium. Daarnaast zouden de partijen samen nieuw kapitaal in het achterblijvende SNS steken.
De mantel der staatsgarantie
McKinsey schreef in 2009 een rapport over de bad bank als middel om een bankencrisis te bestrijden. Het adviesbureau noemde de Belgische methode, het volledig afsplitsen van slechte beleggingen, de meest effectieve oplossing. Het geeft de achterblijvende bank de meeste strategische flexibiliteit en is een voorwaarde voor het aantrekken van nieuwe private investeerders, aldus het rapport. Hoogleraar Schoors denkt dat ook bij SNS de problemen onder ‘de mantel der staatsgarantie’ kunnen worden geveegd. ‘Ik vind nationalisatie op zich geen slecht idee, maar het gaat soms ten koste van operationele herstructurering. De goede en slechte delen splitsen en het management vervangen, is belangrijk. Als je een bank nationaliseert, verdwijnt de noodzaak een beetje.’
Amputeren en gezond verder gaan
Het eerste is bij SNS in ieder geval gebeurd: bestuursvoorzitter Ronald Latenstein en financiële man Ference Lamp zijn vertrokken. Het splitsen van de goede en de slechte delen gebeurt voorlopig echter niet zo grondig als bij Fortis in België. Het ministerie van Financiën heeft aangekondigd de vastgoedbeleggingen op afstand te houden. Maar de hiervoor op te richten vastgoedbeheerorganisatie komt niet echt los van de goede bank. SNS is voorlopig de enige kredietverstrekker. De toekomst zal moeten uitwijzen of de Nederlandse benadering met SNS wel goed uitpakt.
Wouter Bos klopte zichzelf op de borst
Toenmalig minister van Financiën Wouter Bos klopte zichzelf na de aankoop van de Nederlandse delen van Fortis op de borst. Ons land had de ‘gezonde delen’ gekocht. Schoors kijkt hier met enig leedvermaak op terug. ‘Nederland zou het goede been hebben gekocht, terwijl België het slechte been kreeg toebedeeld. Dat was ten eerste een beetje voorbarig. Ten tweede gaat het er niet om welk been je krijgt, maar wat je ermee doet. Je kunt beter het slechte been krijgen, deels amputeren en gezond verder gaan dan het goede been krijgen en het verder laten liggen rotten.’
Voor de rechter
JEAN-PAUL VOTRON ONTKENT
Jean-Paul Votron, de voormalig topman van Fortis, wast zijn handen in onschuld. Voor het eerst sinds zijn gedwongen vertrek als topman van Fortis, dat door de Belgische en Nederlandse overheid moest worden gered, heeft hij een interview gegeven, dat eerder deze week werd gepubliceerd door De Tijd. Hij grijpt de kans om verantwoordelijkheid van zich af te schuiven. 'We hebben niets misdaan', vertelt hij. 'Toon mij welke fundamentele fouten Fortis en haar toplui hebben gemaakt.' Het Belgische Openbaar Ministerie werkt aan strafrechtelijke vervolging van de vroegere Fortis-top, onder wie de president-commissaris, de bestuursvoorzitter en de financiële topman. Geert Lenssens deed in 2008 aangifte tegen de ex-Fortis-bestuurders. Volgens de advocaat van het Brusselse SQ Law was er gerommeld met de boeken tijdens een aandelenemissie in 2007. Een onderzoeksrechter en gespecialiseerde rechercheurs onderzochten deze klacht, en met succes. ‘De conclusie was dat de balans van Fortis in 2007 vervalst was. Men spreekt van valsheid in geschrifte en van marktmanipulatie. Het OM zal op die basis tijdens de hoorzitting in september de verwijzing vorderen van zeven bestuurders voor de correctionele raadkamer in Brussel. Dat is de rechter die gaat beslissen of er een grote zaak komt voor een strafrechtbank.’
Een maatschappelijk signaal
Met deze strafzaken onderscheidt België zich van de meeste andere landen waar in 2008 de overheid banken moest redden. ‘Ook voor Dexia heeft Lenssens namens aandeelhouders een strafonderzoek aangevraagd. ‘Daar zijn ook twee landen bij betrokken, Frankrijk en België. In Frankrijk gebeurt niets, in België pakt men het aan.’ Het lijkt ook een manier om af te rekenen met het verleden, zegt hij. ‘Het is een maatschappelijk signaal nu Belgische topbankiers worden aangeklaagd in een strafproces.’
Meer over crisis bij de banken?
-
Hoera, DNB eist dwarsliggers bij banken
-
Carrierevrouwen gaan de banken redden
-
De 4 groeikansen voor banken