Vandaag om 05:00 uit de veren voor het ontbijt. Daarna om 06:00 bepakt en bezakt de deur uit voor een topzware trainingsdag naar de Aiguelle au Dents du Génts. Het plan is om naar 3.875 meter te klimmen en te oefenen met het beklimmen van sneeuw- en rotswanden. Condities die we ook bij de beklimming van de Mont Blanc kunnen verwachten.
We leren met stijgijzers tegen steile sneeuwwanden te klimmen, en daarbij net als bij schaatsen de ene voet over de andere te tillen. Dat lukt prima, maar een volgende oefening is toch wel een tikje zwaarder. Een couloir (steile sneeuwpassage) met een helling van toch al gauw 50 graden, moeten we te lijf met de zogeheten Eckenstein techniek. De punten voor op de schoen gaan recht in de helling, het achterste deel van de voet blijft uitsteken. Met de pickel werken we onszelf vervolgens naar boven. Loodzwaar, na 100 meter staan de kuiten van sommige deelnemers op klappen. Maar ja, je moet nog 200 meter dus doorploeteren met de tanden op elkaar tot je boven bent.
Boven klimmen we door een rotshelling, op enkele punten nog steiler dan de couloir. Combinaties van sneeuw, ijspassages en rotsblokken wisselen elkaar af. Best eng op bepaalde punten, maar om 11:30 bereiken we eindelijk te top. We lunchen met maaltijdenrepen, waarvan er een paar toch écht uitermate smerig zijn.
Het goede nieuws volgt kort daarna: we dalen af via exact dezelfde technische moeilijke route. Dat valt iedereen vies tegen. Het is uitkijken geblazen dat je niet valt. Jan Willem Gille zet tijdens een traverse over een sneeuwhelling zijn voet verkeerd neer, en valt 2 meter naar beneden. Frank Dikhoff, die achter hem loopt, moet de val opvangen met het touw dat tussen hen hangt. Gelukkig maar, anders was Gille zeker een kilometer tussen nare rotspartijen de diepte ingevallen. Even schrikken, maar het veiligheidssysteem van touwen blijkt te werken! “Niet slecht, hè, voor een Bourgondische boogschutter,” lacht Dikhoff daarna.
Terug bij de couloir, een soort steile skipiste, moeten we met het gezicht naar de helling voetje voor voetje afdalen. Rob Rodrigues, Joost Wouters en Jasper ter Braak verliezen om de beurt hun evenwicht en maken een schuiver. Gids Manu en Saskia Beugel weten ondanks hun lagere gewicht het drietal van een verdere val te behoeden. Goede actie, Saskia!
Na nog een flinke wandeltocht door de sneeuwvalei, met een brandende zon in het gezicht, komen we om 15:00 uur puffend weer bij de Torino Hut aan. Onze vermoeidheid blijkt niets met slechte conditie te maken te hebben. Zelfs de gidsen hebben hem behoorlijk hangen. Manu duikt onmiddellijk zijn bed in voor een middagdutje van anderhalf uur, dus dat we een pittige dag achter de rug hebben, is wel duidelijk.
Het weer in de Alpen laat zich nog altijd moeilijk voorspellen. De exacte route voor de Mont Blanc ligt ook op deze vierde dag niet vast. En dat terwijl we vrijdag al op de top moeten staan volgens de planning. Maar de gidsen, zo laat Leopold ons weten, hebben vertrouwen in de fysieke gesteldheid van het team en ons vermogen om over lastig terrein te trekken. Geen standaard compliment, want de gidsen verkeerden in de positie om sterke twijfels te uiten bij het einddoel van de expeditie als we deze test van vandaag niet goed hadden doorstaan. Zo, die hebben we binnen.