De buitenlandse invloed op Nederlandse bedrijven neemt niet verder toe. Het is de eerste keer sinds 1996 dat buitenlandse ondernemingen niet meer te zeggen kregen over de niet-financiële bedrijven in ons land.
De cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) gaan over 2007 en betreffen bedrijven buiten de financiële sector. Zij realiseerden in totaal een toegevoegde waarde van 322 miljard euro, waarvan ruim een kwart op conto kwam van ondernemingen in buitenlandse handen. Dat aandeel was in 2006 even groot. Het is voor het eerst sinds 1996 dat de buitenlandse invloed niet is toegenomen, aldus het CBS.
Verschillen
Tussen de verschillende sectoren vinden we verschillen. Zo was er een daling van buitenlandse invloed waar te nemen in de handel, horeca en reparatie (19 versus 20 procent). "De daling van de buitenlandse invloed komt doordat de kleine ondernemingen in 2007 fors beter presteerden dan de grote. En kleine ondernemingen zijn minder vaak in handen van het buitenland", verklaart het CBS.
Genotmiddelen
In de voedings- en genotmiddelenindustrie nam de buitenlandse invloed daarentegen toe, van 37 procent in 2006 naar 44 procent in 2007. Dat komt mede door de overname van het Nederlandse voedingsmiddelenconcern Numico door het Franse Danone.
Metaalindustrie
Ook in de industrie is de invloed van buitenlandse ondernemingen groot. Dat percentage steeg van 28 procent in 1996 naar 41 procent in 2007. Er zijn meerdere bedrijfsklassen waar de buitenlandse invloed meer dan de helft bedraagt, schrijft het CBS. Koploper is de basismetaalindustrie: ondernemingen in buitenlandse handen realiseerden ruim 93 procent van de toegevoegde waarde.
Mobiele telefonie
Verder is de buitenlandse invloed in de sectoren vervoer en communicatie opnieuw toegenomen. "In 2007 kwam het Nederlandse vervoerbedrijf Connexxion in Franse handen en was het merendeel van aanbieders van mobiele telefonie in buitenlandse handen", schrijft het statistiekbureau. In een jaar tijd groeide daardoor de buitenlandse invloed in de vervoer- en communicatiesector van ruim 27 naar dertig procent. In 1996 was nog maar vier procent van de toegevoegde waarde toe te schrijven aan buitenlandse aanbieders.
