Niet dat het iets is om trots op te zijn, maar Nederland is de grootste stijger in de lijst van belastingdruk van alle geïndustrialiseerde landen.
Belastingdruk is de mate waarin de belastingheffingen drukken op het besteedbaar inkomen. De zogenoemde loonwig – het verschil tussen de loonkosten voor de werkgever en het nettoloon voor de werknemer – is voor de gemiddelde Nederlandse werknemer met 0,7 procentpunt toegenomen.
Koploper
Dat blijkt uit cijfers van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Daarmee eindigen we op de zevende plaats in de lijst van in totaal dertig landen. België is koploper, met een loonwig van 56 procent. Het gemiddelde ligt voor alle OESO-landen op 37,4 procent.
Bekaaid
Voor de belastingdruk kunt u maar beter getrouwd zijn en kinderen hebben. In de meeste landen ligt de belasting- en premiedruk voor gezinnen met kinderen lager dan voor alleenstaanden of kinderloze echtparen. Ook in ons land komen alleenstaanden er het meest bekaaid van af, met een belastingdruk van 45 procent. Voor gehuwde alleenverdieners met twee kinderen bedraagt de belastingdruk ‘slechts' 38 procent, een toename met 0,6 procentpunt ten opzichte van 2007.
Daling
In ongeveer de helft van de OESO-landen is de belasting voor werknemers juist gedaald. Polen en Turkije zijn de sterkste dalers; Mexico heeft de laagste loonwig. De verwachte situatie voor de OESO-lidstaten in 2009 is volgens de organisatie nog onzeker.
