Nederland steeg de afgelopen drie jaar telkens flink op de ranglijst van de ‘Networked Readiness Index', maar dit jaar is een lichte daling opgetreden. Reden om ons zorgen te maken? We vroegen het aan Henk Volberda, hoogleraar strategisch management en ondernemingsbeleid aan de Rotterdam School of Management, Erasmus Universiteit.
De ‘Networked Readiness Index' brengt de algehele stand van zaken op het gebied van ict binnen een land in kaart. De ranking is gebaseerd op drie pijlers: overheidsinterventie en infrastructuur-omgeving voor ict, de bereidheid waarin bedrijven en overheid investeren in nieuwe ict-toepassingen en het daadwerkelijke gebruik van de ict-toepassingen binnen bedrijven. "Op dat laatste punt kunnen we beter scoren", stelt Volberda. "Maar door de bank genomen doet Nederland het goed. We lopen bijvoorbeeld voor met het aantal internetaansluitingen."
Belang
Met name de ict-mogelijkheden worden te weinig benut, stelt Volberda. Wat kan de Nederlandse manager hieraan doen? "Ict is in Nederland een bovengeschoven kindje. Maar daarmee zijn we er niet. Blind investeren in ict is niet zinvol. Het is belangrijk om mensen de juiste vaardigheden te leren, zodat ze ermee om kunnen gaan. Dat gebeurt nu te weinig, waardoor bedrijven kansen laten liggen. De verhoogde productiviteit die ict-toepassingen zouden moeten opleveren, zien we dan ook niet terug in de cijfers. Bedrijven hebben er dus zeker belang bij om ict-toepassingen beter te benutten."
"Op dit moment is het zo dat Nederlandse managers zeggen: ‘we hebben deze technologie nodig, huren een expert in en pompen er veel geld doorheen'. Maar ze vergeten vervolgens werknemers op te leiden. Zo werkt bijvoorbeeld de zorgsector aan een digitaal patiëntendossier en de overheid aan een digitaal burgerloket. Maar dit wordt nauwelijks gebruikt, omdat werknemers niet weten hoe het werkt en wat ze ermee kunnen."
