Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Autospecial – Zo manage je een raceteam

Bij een raceteam wordt heel wat afgemanaged. Management Team vertoefde een zonovergoten in en rond de paddock van het WTCC Team van Seat Nederland en leerde dat alles draait om details.

 

Seat wil sportief

Seat is een stoer merk. Een mannenmerk (natuurlijk, ook vrouwen rijden Seat) waar de emotie van afdruipt en daar horen typische mannendingen bij. Zoals racen. Seat Nederland manifesteert zich op dit gebied dan ook nadrukkelijk. Niet bij de Formule 1, want dat is veel te hoog gegrepen, maar in het FIA WTCC, het World Touring Cars Championship.
“We bekijken van jaar tot jaar of we doorgaan, maar tot nu toe zijn we erg tevreden”, legt directeur Marco de Bos van Seat Nederland uit. “Seat heeft een aantal kernwaarden en sportiviteit is één van de belangrijkste. Dat kun je wel mooi roepen, maar het is beter dat je ook laat zien dat je een sportief merk bent.
Het WTCC is een pracht podium, omdat wij ons kunnen manifesteren op wereldniveau. We steken onze nek uit, maar krijgen er veel voor terug. In mei streek het WTCC neer in Zandvoort en daar hebben we klanten, relaties en dealers uitgenodigd. We hebben met dat evenement ook uitgebreid geadverteerd, onder andere op tv. En het heeft effect. De consument ziet Seat als een sportief merk en die associatie is duidelijk toegenomen na die acties in
Nederland.”

Deze wereld trekt mensen aan

Ridgway is een ervaren rot in de racerij (hij loopt al ruim 15 jaar mee) en weet precies wat hij wil. Sinds hij drie jaar geleden is aangesteld als teambaas, heeft hij zorgvuldig gewerkt aan een – om maar even in jargon te blijven – optimale afstelling. Opvallend genoeg zijn de meeste monteurs binnengekomen door doodgewoon te adverteren.
“Daar kwamen veel reacties op, want deze wereld trekt mensen aan. Ik heb alleen mecaniciens uitgenodigd met minimaal zes jaar ervaring. En een absolute voorwaarde is dat je helemaal gek moet zijn van dit wereldje. Tijdens een race sta je zaterdag en zondag minimaal 16 uur op je benen terwijl je maar acht uur
krijgt betaald. En alle andere dagen in de week ben je er ook mee bezig. Wanneer ikzelf er niet mee bezig ben? Alleen als ik slaap, maar zelfs dan word ik af en toe wakker omdat er van alles en nog wat door mijn hoofd schiet. Maar het is het dubbel en dwars waard. Ik zou niet anders willen en de monteurs ook niet.”

Aaibare coureur

Seat Nederland is in zee gegaan met Tom Coronel, de man die leeft ,met zoveel branie. Coronel en Seat, dat voelt goed. Coronel is niet alleen een typische Seatman (sportief tot in het diepst van zijn ziel), maar weet het ook heel goed te verkopen. Tom kortom, is een goede coureur, heeft een vlotte babbel, een goed voorkomen, heeft geen sterallures, presenteert als bonus een autoprogramma
op tv en hij weet als geen ander dat de media belangrijk zijn voor racing en handelt daarnaar (hij is gewoon bereikbaar). Seat kan zich dan ook geen beter uithangbord wensen dan de aaibare Tom Coronel, of de keus moet vallen op zijn tweelingbroer Tim. Als het automerk volgend jaar doorgaat, dan gaat Tom ook door, zoveel is wel zeker.

Twee trailers vol

Ron Reinders mag zich Autosport Manager van Seat Nederland noemen. Reinders leidt iedere gast gedreven langs de twee trailers vol reserveonderdelen en door de paddock waar het allemaal gebeurt. In principe begint een raceweekend voor het team op woensdag. “Dan rijden de trailers naar de plaats waar de volgende race wordt gehouden en wordt het bivak opgebouwd.
Donderdag en vrijdag komen de coureurs, monteurs en iedereen die bij het team hoort. Direct na de race op zondag wordt alles weer opgeruimd. In principe rijden maandagochtend de trailers naar Engeland, waar dan aan de auto’s kan worden gesleuteld. Als er twee races dicht op elkaar zitten, wordt er meteen
doorgereden naar de volgende. De meeste races vinden plaats in Europa, maar er zijn er een paar buiten Europa. Dan wordt alles met het vliegtuig getransporteerd en dat is helemaal een gigantische operatie.”

Elf man en een teambaas

Tom Coronel is de coureur, de man om wie alles draait, die tijden zet. Als Tom in het weekend een maandagochtendgevoel heeft, niet goed gas geeft en verkeerd stuurt (Coronel: “Het is een misverstand, dat racen alleen gas geven is, er komt echt wel meer bij kijken. Je moet de race ook kunnen lezen”) dan worden er geen resultaten geboekt. Maar Tom is aan de andere kant helemaal niets zonder monteurs.
Er staan maar liefst elf man klaar om Hollands glorie zo snel mogelijk te laten racen. Teambaas is Paul Ridgway. Ridgway stippelt samen met Coronel en eerste monteur Mika Karikumpu, de oplossingen voor het weggedrag van de auto uit, zorgt voor de juiste afstelling van motor en onderstel en overlegt waar gas kan worden gegeven en waar even moet worden gedimd.
Seat Nederland heeft een beperkt budget (maar wat is beperkt, we hebben het over ruim één miljoen euro), waardoor niet met de auto’s getest kan worden buiten de raceweekends om. Het moet gebeuren tijdens de trainingen op zaterdag. Elk raceweekend worden op zondag twee races gereden. Tussen de eerste en tweede race mag er niet gesleuteld worden aan de auto. “De auto’s die
de finish halen, worden meteen in de pits verzegeld, zodat er niets meer gedaan kan worden”, licht Ridgway toe.
Pas een half uur voor de start van race 2, gaan de zegels eraf en mogen de sleutels erop. Dat zijn de meest hectische momenten van de dag, want dan komt het aan op precisie en snelheid. Ridgway: “Aan de hand van de gegevens, de uitslag en de informatie die Tom doorgeeft over de auto, weet iedereen precies wat hij moet doen. Dat luistert erg nauw, maar is wel het mooiste moment dat elke keer weer een enorme adrenalinekick geeft.”

Doel: in de Top 10

Tijdens elke race is er druk overleg tussen Coronel in de auto en Ridgway langs de kant. Informatie over onderstuur van de auto, weggedrag, afstelling van de vering, de keus voor versnellingen en over tegenstanders vliegen dan heen en weer. Of het helpt? Bij het schrijven van dit artikel staat Coronel 13de in het algemeen klassement, maar de laatste twee races eindigde hij telkens als
vierde. Er is dus nog enige hoop op de doelstelling: een plek in de top 10. Er is nog één wedstrijd: maandag 18 november op het Chinese gokeiland Macau, een spectaculair stratencircuit waar de Nederlander afgelopen seizoen beslag wist te leggen op de derde plek.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Auto strippen voor meer snelheid

Niet alleen met de banden kun je weinig tot niets, ook de auto heeft zo haar grenzen, vastgesteld door de FIA (de organisator van het WTCC). Auto’s waarvan de achterwielen worden aandreven (zoals BMW’s) zijn per definitie sneller en zijn, om deze winst te compenseren, zwaarder dan de voorwielaangedreven Seat Leon van Coronel. Daarentegen is de Nederlandse Seat met een semi-automatische versnellingsbak (sequentieel) weer zwaarder
dan een aantal andere Leons die handgeschakeld zijn, want een
handgeschakelde bak is in principe minder snel.
Zo wordt elk voordeel onmiddellijk gecompenseerd, voor een zo eerlijk mogelijke competitie. Er kan wel met brandstof worden ‘gespeeld.’ Reinders: “Bij een kwalificatie gaat het erom dat je zo snel mogelijk één ronde aflegt en dan moet de auto zo licht mogelijk zijn. Dit betekent dat zorgvuldig moet worden uitgerekend hoeveel brandstof je nodig hebt. Bij de race gaat het ook om gewicht, maar vooral ook dat je uitrijdt. Een pitsstop zoals bij de Formule 1
waarbij even getankt kan worden, is er niet bij.”
Vlak voor de race in Porto wordt bekend dat alle voorwielaandrijvers twintig kilo lichter mogen worden. Dat betekent dat werkelijk alles wat ook maar een beetje gewicht heeft, van de auto wordt gestript. “Zelfs de rubbers hebben we eraf gehaald. dat scheelt natuurlijk niet veel, maar alle kleine beetjes helpen.”

Band met Code

Zoals bij elke andere vorm van racen, is de band cruciaal. Het WTCC heeft een deal met Yokohama voor de levering van de banden aan alle teams. “Iedereen rijdt op dezelfde banden met deze samenstelling van het rubber. Bovendien mag een team per weekend maximaal twaalf nieuwe banden gebruiken, waarvan je
er zes moet meenemen uit de vorige wedstrijd. Na een kwalificatie of race worden de banden zorgvuldig schoongemaakt en dan wordt nagekeken of er scheuren en zo in zitten. Of er vals kan worden gespeeld? Nee, daar heeft de organisatie wel voor gezorgd. In elke band zit een barcode waarmee precies kan worden nagegaan wanneer de band is gebruikt met alle andere belangrijke
informatie.”