‘Eigenlijk heb ik niet zoveel met auto’s’
Een auto voor elke gelegenheid?
“Het lijkt erop, hè? Eigenlijk heb ik niet eens zoveel met auto’s. Ik ben meer een verzamelaar. Antiek vooral en een beetje auto’s. Ze zijn allemaal op leeftijd. Maar als je dan toch rijdt, ben ik wel van de school dat het een beetje leuk moet zijn. De Jaguar is mooi. En zo comfortabel. Een vloeiende, rustige lijn en Brits, dus stijlvol, conservatief en met klasse. Het is mijn derde Jaguar. Eerder had ik een 420 en later nog een XJ12. Met die 420 stond ik elk kwartaal wel een keer langs de weg. Voor een afspraak in Maastricht ga je dan dus met de trein.
De Jensen is echt een project. Hij ligt nu helemaal uit elkaar. Maar het is een geweldig mooie auto. Met een 7,2 liter V8 en allemaal zinloze dingen als elektrische ruiten en deurvergrendeling. Destijds echt een speeltje voor de rijken. Die Trabant is meer een uit de hand gelopen grap.”
Een walmende grap, dan toch wel…
“Ik vertelde een vriend in Praag dat hij, als hij een Trabant tegenkwam, die moest vasthouden. Een jaar later had hij er één. Ik gebruik de Trabant maar een keer of drie per jaar. Als ik hem vaker start, krijg ik ruzie met de buren. De straat is dan gehuld in een blauwe walm. Ik ben bovendien bijna twee meter, en dan is die auto echt allesbehalve comfortabel.”
Waarvoor gebruikt u dat met katoenvezel versterkt duroplast DDR-wagentje dan wel?
“Voor het bloemencorso. Ik werd vanuit de Rotary aangewezen als ‘vrijwilliger’ en kreeg zo’n 250 kilo bloemstuk op het dak. Daarvoor moest eerst de vering worden aangepast. Het was wel heel leuk om mee te doen. Voor één keer dan…”
Rijdt Jaguar XJ8 (’97), Trabant (’75), Saab 95, Audi 80 Cabrio. En bezit een Jensen Interceptor (’73) (in restauratie)
Dagelijks bestaan interim manager
Km’s per jaar Zo’n 15.000 (6.000 in de Jaguar, 6.000 in de Saab en 3.000 in de andere twee)
>> Dit artikel komt uit MT magazine. Bestel de nieuwste editie online <<