Bijna geen organisatie kent meer dan 35 procent vrouwen in de top. 5x waarom dat zo zal blijven.
Ruim 200 deelnemers verzamelden zich afgelopen maandag in het ING House voor het jaarlijkse congres van Talent naar de Top, de stichting die streeft naar meer diversiteit binnen organisaties. In Nederland wonen evenveel vrouwen als mannen, dus is het niet meer dan logisch dat binnen bedrijven een soortgelijke verdeling komt, aldus de stichting. Dagvoorzitter en directeur van de stichting Sandra Lutchman spoorde bezoekers aan om bij het volgende congres een mannelijke collega mee te nemen. Al was het alleen maar om de schijn van preken voor eigen parochie weg te nemen – circa 95 procent van de aanwezigen was vrouw. Conclusie van de dag: als we op de huidige weg doorgaan, duurt het nog eeuwen voordat er bij bedrijven een gelijke verdeling tussen man en vrouw ontstaat. Erg? Het is maar hoe je het bekijkt. In elk geval zal het niet gauw veranderen. 5 redenen waarom:
1. Vrouwen werken vaak parttime
Toen Caro van Eekelen, managing director van Accor Hotels, 4 jaar geleden terugkeerde naar Nederland, viel haar op dat ontzettend veel Nederlandse vrouwen parttime werken als ze eenmaal kinderen hebben gekregen. Dat heeft Van Eekelen nooit gedaan, ook niet in de 19 jaar dat ze over de grens werkte. ‘Als je wilt doorgroeien, dan moet je werkervaring hebben. Omdat de mannen meestal wel fulltime werken, houden vrouwen over het algemeen een achterstand.’
2. Er is geen verplicht vrouwenquotum
De meeste organisaties oogsten applaus als 35 procent van de werknemers vrouw is. Bij Essent is dat ook zo, vertelde ceo Erwin van Laethem, die in zijn 15-koppige directie 5 vrouwen heeft zitten. ‘De vrouwen zitten daar omdat ze de beste zijn. Dat ze vrouw zijn, is mooi meegenomen.’ Die laatste 15 procent met vrouwen zal van bovenaf moeten worden opgelegd, anders gebeurt het niet. Zolang directies de best gekwalificeerde mensen kiezen, zonder rekening te houden of de persoon in kwestie een man of vrouw is, wordt meestal een man gekozen. Simpelweg omdat er meer mannen voorhanden zijn. Hoogleraar toegepaste wiskunde Jacques de Swart van PwC (waar 33 procent van de medewerkers vrouw is, en onder de partners slechts 12 procent) berekende in zijn speech dat wanneer je alles op zijn beloop laat, met het huidige groeitempo dus, pas in 2065 de verhouding 50/50 zal zijn.
3. Vrouwen zijn minder overtuigd van zichzelf
Zoals Bas Mouton van Speech Republic het treffend zei in zijn masterclass ‘Spreken zoals Obama’: ‘Vrouwen kunnen beter speechen dan mannen; ze weten het alleen niet.’ Ook Caro van Eekelen denkt dat er iets in de mindset van vrouwen moet veranderen. ‘Vrouwen denken vaker aan de niet-mogelijkheden dan aan de mogelijkheden. Mannen bluffen veel vaker, terwijl vrouwen een gigantische lijst maken waarom ze iets niet kunnen en wat ze nog allemaal moeten leren. Dat herken ik bij mezelf ook wel, maar dat heb ik nu wel achter me gelaten. We kunnen eigenlijk veel meer dan we denken.’
Tegelijkertijd moeten mannen ook wennen aan vrouwen. ‘Het valt niet altijd mee om voor een vrouw te werken’, zegt Van Eekelen. ‘Ik vind het lekker om vrouw te zijn omdat je het anders mag doen. Je valt wel op als vrouw. En als het in interviews bij vrouwen veel vaker gaat over gezin en kinderen en zo, dan moet je dat gewoon afkappen. Als ik dat niet goed zou regelen, dan had ik hier niet gezeten.’
4. Voor topposities wordt meestal intern geworven
Hein Knaapen, hoofd HR bij ING, en openingsspreker van het congres (foto onder), constateerde dat hoe hoger je komt in een bedrijf, hoe minder mensen van buiten worden gekozen voor de bepalende posities. Op die manier blijft de disbalans tussen mannen en vrouwen dus in stand. Het is ook de reden dat Caro van Eekelen vindt dat zij in haar positie af en toe bepaalde zaken moet stimuleren. In de 4 jaar dat ze nu de scepter zwaait bij Accor Hotels, heeft ze alleen maar vrouwen aangenomen in de directie. ‘Ik heb veel meegemaakt wat dat betreft. Veel mannen ontkennen het probleem en geloven dat het vanzelf wel goed gaat. Ik vind dat ik daarop moet focussen. Ik zit in deze positie, dus kan ik er wat doen, daar ben ik ook een rolmodel voor. Ik vind ook dat je moet pushen, net zoals je andere dingen in de organisatie pusht die voor jou belangrijk zijn.’
5. Vrouwelijk talent wordt niet binnenboord gehouden
Ook Essent besteedt aandacht aan de verhouding tussen mannen en vrouwen. Met name de kweekvijver is een prima startpunt. ‘De noodzakelijke, maar niet voldoende voorwaarde is inclusiviteit,’ zegt Van Laethem. ‘Dat een minderheid zich comfortabel voelt in het bedrijf, dat ze hun eigen kwaliteiten in de strijd kunnen gooien en zich niet gehinderd voelen door bepaalde verwachtingspatronen of stereotiepe gedragingen.’
Vandaar ook dat ze bij Essent niet zozeer beoordelen op aanwezigheid, maar op prestatie. ‘We maken wat dat betreft weinig onderscheid tussen mensen die 4 of 5 dagen in de week werken. Op dit moment is in onze kweekvijver 35 procent vrouw. Wat je aandacht geeft, groeit. En vrouwelijk talent trekt ook ander vrouwelijk talent aan. Belangrijk is dat je niet een bovengemiddeld percentage vrouwen hebt dat uitstroomt, omdat ze zich niet meer kunnen vinden in het bedrijf omdat de omstandigheden niet aangepast zijn aan de veranderende familiesituatie. Op het moment dat de kweekvijver aangroeit en een wezenlijke afspiegeling is van de bevolking, ben ik ervan overtuigd dat de doorstroom naar de top ook in gelijke proporties gaat.'
Foto's via Flickr.com