Leeftijdsdiscriminatie op de werkvloer: zonde van het arbeidspotentieel of onvermijdelijk? Jos van Roermund heeft de oplossing.
"Nederland vergrijst, de babyboomers gaan met pensioen, de universiteiten en hogescholen leveren te weinig nieuwe arbeidskrachten af, etc." Met een zekere regelmaat lezen we dit soort stellingen in dag- en vakbladen en de laatste tijd bloeit de discussie weer op om met langer doorwerken deze problemen op te lossen. Er staan duizenden vacatures open en toch ervaren 50-plussers dat het vaak moeilijk is om aan een baan te komen.
Hardnekkige vooroordelen over een hoger ziekteverzuim, minder flexibiliteit en belastbaarheid zijn inmiddels aantoonbaar ontkracht en de arbeidsmoraal en ruggengraat van de ‘oudere' werknemer wordt vaak geprezen. Natuurlijk zijn er, vooral fysieke, beroepen waarbij in de loop der jaren slijtage van het lichaam optreed, waardoor deze vooroordelen wel van toepassing zijn. Iedereen begrijpt dat bijvoorbeeld een metselaar van zestig meer kans heeft op rugklachten, waardoor het uitoefenen van zijn vak moeilijker wordt.
Doorwerken tot 67 jaar lijkt hier geen optie. Ook bij minder fysieke beroepen zie je wel dat de oudere werknemer soms niet meer de drive en energie heeft om 60 uur per week te werken, zoals de jonge honden binnen het bedrijf misschien wel doen. Maar dat hoeft de oudere werknemer vaak ook niet! Door zijn kennis en ervaring is hij vaak in staat om de klus in minder uren te klaren en zonder fouten. Een ervaren projectmanager heeft alles al een keer meegemaakt en kan ook zonder uren achter excel te zitten zijn project de goede kant uit sturen. De hiervoor benodigde ervaring heb je niet op je 25e maar komt met de jaren, zoals een goede wijn in de loop der jaren alleen maar beter wordt.
Meester-gezel
Wat kunnen werkgevers dan doen om dit arbeidspotentieel ten volle te benutten en de oudere werknemer niet af te schrijven of te verliezen? De oplossing ligt wat mij betreft op twee vlakken. Een relatie tussen de leeftijd en het aantal uren dat iemand werkt en de herintroductie van het middeleeuwse Meester-Gezel principe. Daar waar iemand aan het begin van zijn carrière nog een bestaan op moet bouwen en behoefte heeft aan de hiervoor benodigde middelen, heeft de oudere werknemer deze behoefte minder, maar geeft hij de voorkeur aan wat meer vrije tijd. Kom hier aan tegemoet door bijvoorbeeld een drie- of vierdaagse werkweek mogelijk te maken, waardoor er meer tijd vrij komt voor hobby's of de (klein)kinderen.
Het Meester-Gezel principe kan er vervolgens voor zorgen dat een schat aan ervaring in de praktijk wordt overgedragen aan de volgende generatie. Dit kan door coaching on-the-job, audits, kwaliteitscontrole etc. en het mooie is dat het bij nagenoeg alle beroepen mogelijk is. De jonge projectmanager zal hierdoor een steilere leercurve doormaken en bij de fysieke beroepen als metselaar en timmerman krijgen we weer echte vaklui, waar een grote behoefte aan is. De juiste stelling is daarom volgens mij:
Leeftijdsdiscriminatie op de werkvloer is onvermijdelijk zonde van het arbeidspotentieel!