Dat blijkt uit een uitspraak van de rechtbank in Arnhem die door de Hoge Raad werd bevestigd. Het ging om een zaak tussen een werkgever en zijn werknemer die zich keer op keer blesseerde tijdens het zaalvoetballen. De blessures maakten hem arbeidsongeschikt.
Volgens de wet dient de werkgever 70 procent van het loon door te betalen bij arbeidsongeschiktheid. In deze zaak speelde de CAO ook nog eens mee. Hierin was vastgelegd dat de werknemer recht houdt op zijn gemiddelde loon voorafgaande aan de periode van arbeidsongeschiktheid, tenzij die door schuld of toedoen van hem is veroorzaakt.
Eigen schuld
De werkgever vond dit een typisch gevalletje ‘eigen schuld, dikke bult’ en weigerde het aanvullende loon te betalen. Zijn maakte hierop gang naar de kantonrechter, die hem gelijk gaf.
Echter, er was wel degelijk sprake van eigen schuld, oordeelde het Hof in Arnhem in hoger beroep. De werknemer wist dat het risico op een blessure bij zaalvoetbal erg hoog was. Bovendien had hij geen maatregelen genomen om arbeidsongeschiktheid te voorkomen.
De uitspraak van de Hoge Raad lijkt een steuntje in de rug voor MKB-Nederland en VNO-NCW, die eind maart opriepen om in de vrije tijd opgelopen arbeidsongeschiktheid voortaan op het bord van werknemers te leggen.