Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Na 30 jaar verduurzamen houdt Interface de boel op scherp met ‘een ongekend groot doel’

Hoe hou je na dertig jaar verduurzamen de spanning er nog een beetje in? Bij vloerenfabrikant Interface blijven ze op scherp staan met een 'ongekend groot doel': CO2-negatief zijn in 2040. 'Dat omvat dus al onze activiteiten.'

interface vloeren tapijt janneke leenaars
Janneke Leenaars is duurzaamheidsmanager voor Noord-Europa bij vloerenfabrikant Interface. Foto: Interface

Bij Interface werken 3.600 mensen, het bedrijf heeft zes productievestigingen en een omzet van 1,3 miljard dollar. Gaat er geen belletje rinkelen? Kijk even naar wat er onder je voeten ligt: in een professionele omgeving is het vast een vloer van dit bedrijf.

Kantoren, hotels, luchthavens, ziekenhuizen, laboratoria, scholen, treinen… Daar zit de markt voor zachte tapijttegels en harde vloeren van vinyl en rubber. Interface is voor b2b de marktleider in Nederland.

Heel wat bedrijven komen ook over de vloer bij de fabriek in Scherpenzeel. Vooral om inspiratie op te doen over duurzaam produceren van tapijttegels. Daarin loopt Interface mijlenver voorop, en het bedrijf trekt de rest van de sector graag met zich mee.

‘De lat mag ook wel wat hoger’, zegt Janneke Leenaars, duurzaamheidsmanager voor Noord-Europa. ‘Als het over duurzaamheid gaat, hoor ik heel vaak dat het wel haalbaar moet zijn, of redelijk. Nee, je moet juist grootse doelen stellen waarvan je denkt: wow, dit is pas transformerend.’

‘De denkrichting is er, we weten wel ongeveer wat we moeten doen, maar het is toch spannend of we dat gaan halen. Dat is wat je nodig hebt om een serieuze bijdrage te leveren aan de grote uitdagingen van vandaag.’

Meeste impact zit bij grondstoffen

Zo is de ‘duurzaamheidsreis’ van Interface ook begonnen. In 1994 krijgt de Amerikaanse founder en ceo Ray Anderson te horen dat er een belangrijke opdracht is verloren. Vooral omdat deze klant meer inspanningen wil zien voor het milieu. Voldoen aan de regels is niet genoeg.

Anderson verdiept zich in de milieuproblematiek en wordt erdoor geraakt. Het roer moet om, niet alleen in zijn bedrijf, maar in de hele industrie. ‘Zijn missie én opdracht: geen negatieve impact hebben op de planeet en bijdragen aan het herstel.’

Dertig jaar later zijn er grote stappen gezet, althans bij Interface. ‘We hebben ons altijd gericht op het moeilijkste stuk: de impact van de grondstoffen. Kunnen we producten maken met minder grondstoffen? Kunnen we gerecycled materiaal incorporeren en het aandeel uit de natuur afkomstige materialen verhogen’, somt Leenaars het lijstje op.

Natuurlijk wordt er ook geïnvesteerd in produceren met hernieuwbare energie, het terugnemen van tapijttegels na gebruik en het verminderen van afval, maar ‘een assessment op de hele levenscyclus van producten laat zien dat fabrikanten voor de meeste impact toch bij de grondstoffen moeten zijn.’

Lees ook: Inkopen met impact: lessen van een multinational en een sociale ondernemer

Eerste doel is voldaan

Vijf jaar geleden is aan het eerste deel van Andersons mission zero voldaan. Voor tapijttegels is de CO2-voetafdruk met gemiddeld 79 procent verminderd ten opzichte van 1996, en dit wereldwijd. Interface is inmiddels een CO2-neutrale onderneming.

De oprichter heeft dat zelf helaas niet meer mogen meemaken, hij is in 2011 overleden. ‘Maar het lijkt wel alsof Ray Anderson nog altijd bij ons aan tafel zit. Zijn gedachtegoed is inmiddels zo verankerd in ons dna en in onze mensen.’

‘Het collectief van medewerkers is onze drijvende kracht. Persoonlijk noem ik ze ook een collectief geweten, zo voelt het voor mij wel in mijn rol. Ook de anderen in andere functies voelen dat zo. Alles wordt getoetst aan de duurzame meetlat, past dit, klopt dit?’

‘Wat is de volgende stap? Wat moeten we daarvoor doen? Dat drijft ons, maar verbindt ons ook. Daarom komen mensen bij ons werken, maar daardoor blijven ze ook.’

Lees ook: Klimaatpositief worden als bedrijf? Dat is nog best een uitdaging

Het hele bedrijf CO2-negatief

Dat volgende grote doel is het herstel van de planeet: climate take back wordt dat genoemd. ‘Dat gaat over het omkeren van de opwarming van de aarde. We willen in 2040 een CO2-negatieve onderneming zijn. Dat is weer een ongekend groot doel, want dat omvat al onze activiteiten.’

‘Dat betekent dat we meer CO2 willen vasthouden dan er onder onze verantwoordelijkheid wordt uitgestoten. Dit is inclusief de impact van wat er via de supply chain naar ons toekomt en de scope van de klant. Ik vind dat helemaal te gek. Zo’n groots doel drijft innovatie en resultaten die je met incrementele doelen niet voor elkaar zou krijgen.’

Een belangrijke horde naar die CO2-opslag is al genomen: CO2-negatieve tapijttegels. De tapijtruggen van deze tegels zijn niet van bitumen gemaakt, maar van grondstoffen waarvoor geen fossiele brandstoffen nodig zijn. Biobased noemt Leenaars dat. Het (plantaardige) materiaal dat wordt gebruikt, houdt CO2 vast.

interface tapijt tegels co2 neutraal
Interface levert onder meer klimaatneutrale tapijttegels. Foto: Interface

De oliekraan kan bijna dicht

‘We hebben er de hele fabriek voor moeten ombouwen. Maar die producten die in Scherpenzeel voor de Europese markt worden gemaakt, bestaan voor 88 procent uit biobased en gerecycled materiaal. Er zijn er zelfs met een dikke 93 procent.’

‘Als je kijkt naar circulariteit en productopbouw dan zijn we ongelooflijk dicht bij het dichtdraaien van de oliekraan. Dat doet niemand ons na, dat is echt ongelooflijk.’ Die innovatie geldt overigens alleen voor de tapijttegels.

Voor de harde vloeren staat die oliekraan nog open. ‘We zijn pas in 2018 in die markt gesprongen, omdat die vloeren populairder worden, ook in kantooromgevingen. Maar we nemen onze aanpak voor de tapijttegels mee naar vinyl en rubber, dan kunnen wie die industrie ook veranderen.’

Lees ook: Fossiele subsidie is als een cocaïne-infuus voor verslaafden

Waar het verduurzamen nog schuurt

Waar schuurt het dan nog? ‘Het is natuurlijk geen rechte lijn. Het is een zigzaggend pad met dingen die goed gaan en dingen die mislukken waar we dan van leren. Maar eerlijk? Bij dat doel voor 2040 voel ik het heel weinig schuren.’

De meeste impact zit ook hier bij de inkoop van grondstoffen, en daar is Interface al tientallen jaren mee bezig. Die impact moet nog eens gehalveerd worden. ‘We willen ook laten zien dat het kan.’

Wat er gebeurt wanneer de vloeren de fabriekspoort verlaten, daar is minder resultaat mee te behalen. ‘Dat gaat onder meer over de energiemix die klanten gebruiken om te stofzuigen of hun vloeren te reinigen. Daar hebben wij geen controle over als fabrikant.’

Minder vaak tapijt vervangen

Wat wel kan helpen, is minder vaak het interieur opknappen, zegt Leenaars. ‘Onze tapijttegels hebben een garantie van vijftien jaar, maar ze worden vaak al na zeven jaar vervangen. Dat is wel een vraagstuk: hoe kun je dit nu anders doen met elkaar? Kunnen we een tapijttegel die nog goed is nog een keer ergens anders neerleggen?’

Ook het onderwerp einde levensduur staat op het to-do-lijstje van Leenaars. ‘We hebben al lang een programma om tapijttegels terug te nemen. We hebben machines die recycling mogelijk maken. Maar het aanzwengelen van de markt voor hergebruik en het terugkrijgen van serieuze aantallen is best wel een uitdaging.’

Collectief inzamelen op poten zetten

‘Wij verkopen namelijk niet direct aan de gebruikers. Er zijn veel andere partijen in die omgeving: aannemers, projectontwikkelaars, projectinrichters, noem maar op. Een van lessen die we hieruit kunnen trekken, is dat je het als collectief op poten moet zetten en dat je het als collectief ook moet dragen. Daar is de komende jaren nog wel wat werk aan.’

Waar het wél schuurt, is de communicatie in de markt. ‘Interface is altijd een aanjager van transparantie geweest, maar dan wel op basis van wetenschappelijk gefundeerde criteria. Wat ik persoonlijk wel ingewikkeld vind, is dat sommige partijen in de markt zaken communiceren die niet helemaal kloppen.’

‘Wij zijn erg technisch gedreven, we zijn heel integer. De cijfers die wij communiceren zijn eerder conservatief, maar je moet wel dealen met zo’n marktlandschap. Zo zijn er partijen die bijvoorbeeld de toekomstige potentiële recycling al opnemen in hun huidige cijfers. Maar als het over impact gaat, dan gaat het over nu.’

Lees ook: 4 lessen uit de greenwashing-zaak tegen Primark over duurzaam communiceren