Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Gert van Vugt (Sustainer): ‘Hoe minder we zelf doen, hoe meer impact we maken’

Houtbouwconcepten zijn er steeds meer. Maar voor een systeemverandering moet behalve naar de gebouwen ook naar de processen en samenwerking achter de schermen worden gekeken, stelt Gert van Vugt, ceo en medeoprichter van Sustainer.

gert van vugt sustainer homes

Ooit wilde Sustainer alles zelf doen. Het Utrechtse bedrijf mikte op het volledig zelf ontwikkelen van modulaire houten woningen. Met eigen architectonische ontwerpen, sales aan particulieren en aannemerschap voor de uitvoering.

Voortvarend maar te veel, blikt ceo Gert van Vugt terug. Werken met een externe bouwer zette zijn bedrijf op het juist spoor. ‘We proberen onze rol in de keten steeds kleiner te maken. Hoe minder wij zelf hoeven te doen, hoe meer impact we kunnen maken.’

Sustainer is nu een softwarebedrijf en levert 3D-modellen voor houten woningen. Het bedrijf gaat daarbij niet uit van een raamwerk van balken als skelet voor het huis, maar laat een freesmachine gedetailleerde puzzelstukken maken van plaatmateriaal. Die vallen zo in elkaar dat er sterke verbindingen ontstaan.

Een methode die onder andere tijd en materiaal bespaart ten opzichte van conventionele bouw. Het bedrijf met zo’n 25 werknemers levert op dit moment ongeveer honderd woningen per jaar op.

Zo wil Gert van Vugt de bouwsector veranderen:

  • Sustainer stelt 3D-tekeningen beschikbaar waarmee architecten op flexibele wijze woningen kunnen ontwerpen en houtbouwfabrieken vrijwel geautomatiseerd de onderdelen kunnen produceren.
  • De manier waarop gebouwen worden ontworpen en geproduceerd, zorgt voor materiaalbesparingen en versnelling van het bouwproces.
  • Door ketenpartners samen te brengen, moet het wantrouwen richting industriële productie van woningen weggenomen worden en schaalvergroting mogelijk worden.
  • Hout kan veel CO2 opslaan, maar door je te richten op het voorkomen van CO2-uitstoot in plaats van opslaan, is de impact groter. Daarom richt Sustainer zich ook op andere alternatieven voor beton.

CO2-uitstoot van de bouw is hoog

Die impact is hard nodig. Tussen de acht en elf procent van de wereldwijde CO2-uitstoot komt uit de constructie van gebouwen, stelt Van Vugt. Cement, staal, baksteen, ze dragen er allemaal aan bij. ‘Op andere vlakken zie je de uitstoot naar beneden gaan, maar in de bouw groeit het zelfs.’

In Nederland moet er al fors bijgebouwd worden en mondiaal gezien is dat nog sterker. ‘Het aantal woningen gaat minimaal nog verdubbelen. Als we dat met cement moeten doen, gaat de helft van het CO2-budget naar de bouw. Dat kan gewoon niet.’ Tegelijkertijd is het ook niet wenselijk om van de gebouwde omgeving een eenheidsworst te maken, vervolgt hij.

Sustainer doet dit door 3D-tekeningen beschikbaar te stellen waarmee architecten op flexibele wijze woningen kunnen ontwerpen en houtbouwfabrieken vrijwel geautomatiseerd de onderdelen kunnen produceren. Onderdelen die bovendien zoveel mogelijk ‘in elkaar grijpen’, naar Japans voorbeeld, zodat er zo min mogelijk extra onderdelen nodig zijn.

Met de tekening wordt een complex netwerk van leveranciers ‘aangestuurd’, wat uitmondt in de assemblagehal waar de woningenonderdelen in elkaar worden gezet. ‘Van een bouwsysteem worden we steeds meer een ERP-tool. De verbinding tussen freesmachines en de assemblagehal’, vergelijkt Van Vugt. ‘Het ‘saaie’ werk op de achtergrond, zonder dat iemand het merkt. Dat is waar de impact zit.’

In de serie Hemelbestormers gaat MT/Sprout in gesprek met ondernemers, visionairs en leiders die gaan voor radicaal anders en huidige systemen op de schop nemen. Wat drijft ze? Waar begin je? Wat zijn de valkuilen? En wat kun je van ze leren?

Sustainer wil opschalen

Toch was starten met het zelf ontwikkelen van een duurzame woning een slimme zet. Want daardoor ging er jarenlang elke zes weken een nieuwe woning de deur uit. Wat de mogelijkheid gaf om telkens een nieuwe versie van het bouwsysteem te implementeren.

‘Je moet honderd keer itereren om tot iets te komen dat in alle omstandigheden goed zit’, aldus Van Vugt. ‘Als je dat doet met grote projecten, dan doe je er wellicht twee per jaar en kost het tientallen jaren om daar te komen.’

Momenteel worden er zo’n honderd woningen per jaar opgeleverd. De komende jaren moeten dat er ongeveer vijfhonderd worden. Een schaalsprong die Sustainer onder andere wil maken door nieuwe fabrieken aan te sluiten. Van Vugt spreekt over samenwerkingen met spelers in onder andere België, Frankrijk en Litouwen.

Dergelijke fabrieken, die bijvoorbeeld ook aan IKEA leveren, zien kansen in de relatief nieuwe markt van prefab houtbouw voor woningen, stelt hij. ‘De concurrentie in de meubelmarkt is vele malen hoger, waardoor daar alle marges eruit geperst zijn.’

Professionalisering van Sustainer

De eigen rol in de keten kleiner maken, was nog best een opgave. ‘We wilden wel het ontwikkelen en verbeteren van het systeem bij ons houden. Je bent de hele tijd een partner aan het verleiden dat het systeem zo goed is dat hij er zelf risico op wil nemen.’

Een grote samenwerking met TBI-dochter Koopmans zorgde voor een nodige professionaliseringsslag. Want zoals de bouwgroep terecht stelde, zijn zij ervoor aansprakelijk als er over tien jaar iets mis blijkt te zijn. ‘Wij dachten dat ons systeem wel klaar was, maar zij eisten dat we alles nog eens extra testen en certificeerden.’

Wat bijvoorbeeld betekende dat er vier appartementen gebouwd werden die eerst akoestisch helemaal getest zijn en daarna, met de brandweer erbij, drie keer in brand zijn gestoken. ‘Zodat wat wij berekend hebben nu ook empirisch bewezen is.’

Concurrentie is er wel degelijk, maar de koek is gezien de bouwopgave groot genoeg. ‘Als een concept betere resultaten levert dan beton, dan is dat wat mij betreft alleen maar winst.’

Wat niet wegneemt dat de fabrieken waar Sustainer mee werkt in tenders concurreren met andere houtbouwconcepten die ook opdrachten willen binnenhalen. ‘Iedereen wil groeien. Ik denk dat wij een streepje voor hebben doordat we op flink wat vlakken acht jaar voorsprong hebben door de vele iteraties die we door hebben gemaakt. Plus het vertrouwen opbouwen in de keten dat het werkt, je winst kunt maken en het op schaal kunt doen.’

Slimme constructie met nieuwe materialen

Grote bestaande spelers als BAM en Heijmans zetten ondertussen ook stappen en hebben bijvoorbeeld een eigen houtbouwfabriek gekocht. Op een traditionele manier van houtbouw. ‘We zien dat wij dertig procent minder materiaal verbruiken en meer maatwerk kunnen gebruiken.’

Een voortvloeisel uit de bouwvisie van zijn bedrijf, stelt Van Vugt. Geen raamwerk van balken dus, maar slimme puzzelstukken uit plaatmateriaal.

Zonder al te technisch te worden: de constructies zijn robuust en duurzaam door gebruik te maken van geperst hout dat in één richting gelamineerd wordt, wat de sterkte ten goede komt. Dat is voortdurend in ontwikkeling. ‘Er zijn steeds meer materialen die uit allerlei typen plantenresten komen die nog veel sneller CO2 kunnen opslaan’, geeft Van Vugt als voorbeeld.

En zo ook heel nieuw nog sterker materiaal dat uit gerecycled plastic en katoen bestaat. Wat wellicht minder goed scoort op het vastleggen van CO2, maar meer op hoogwaardig hergebruik van reststromen. ‘Als je CO-vastlegging het belangrijkste vindt, kun je het beste een heel zwaar gebouw maken met veel hout. Wij willen zorgen dat we met het hout dat voorradig is zoveel mogelijk beton vervangen, dus moet je er zo min mogelijk van gebruiken. Dan vervang je de grootste hoeveelheid CO2-uitstoot.’

Cultuurverandering in de bouwsector

Waar hij merkt dat er meer houtbouwconcepten zijn en er op allerlei vlakken projecten worden opgestart, ziet Van Vugt ook dat duurzame initiatieven ‘the valley of death’ bovengemiddeld vaak niet overleven. Aanvankelijk is er veel (media)aandacht en enthousiasme, maar sneuvelt het in schoonheid omdat het niet concurrerend is op prijs of kwaliteit.

‘Je moet gewoon sales draaien, dat is het belangrijkste. Het eerste momentum is hartstikke mooi, maar dan ga je mensen aannemen en pakt de volgende golf niet door, blijf je met je kosten zitten en red je het niet.’

Enthousiast aan een bedrijf/missie beginnen en mensen bij elkaar brengen is mooi, maar de scaleup-fase brengt een andere kant van hem naar boven, meent Van Vugt. Het is een complex systeem waar een cultuurverandering nodig is. Waar zijn opleiding sociologie handig bij is.

‘Bouwbedrijven, projectontwikkelaars en gemeenten zitten vast in patronen die best wel wantrouwend zijn. Die staan niet zozeer duurzaam bouwen in de weg, maar wel industrieel bouwen. Als je dat laatste niet opgelost krijgt, blijft de schaalsprong uit en krijg je niet het concurrentieniveau dat nodig is ten opzichte van conventioneel bouwen.’

sustainer homes gert van vugt
De oprichters van Sustainer, met links Gert van Vugt. Foto: Sustainer

De voordelen van houtbouw

Qua kostenniveau komt het steeds dichter bij conventionele bouw (lees: cement en beton), stelt Van Vugt. Daarbij moet volgens hem echter verder gekeken worden dan alleen kostprijs. ‘Je kunt tijdswinst behalen, waardoor je bijvoorbeeld zes maanden eerder huurinkomsten kunt innen.’

Ook de milieuprestatieladder, die voorschrijft hoeveel ‘ellende’ er veroorzaakt mag worden bij nieuwbouw, helpt. Die norm wordt steeds strikter. Wat in de praktijk betekent dat er steeds minder schadelijke materialen gebruikt mogen worden.

En ook op de vrijstelling van CO2-belasting op de eerste paar honderd kilo CO2 per ton cement komt steeds meer kritiek. Plus: door de opslag van CO2 in hout zou dit juist beloond moeten worden. ‘Als je dat ook gaat meenemen, is het nu al een gelopen race.’

‘Wat wij zelf proberen bij te dragen is de tekeningen kant-en-klaar aanleveren, zodat het voordeliger wordt om een assemblagefabriek neer te zetten. En afschalen kan dan iets makkelijker.’

Automatiseren van de keten

Ook flexibiliteit in ontwerpen speelt een rol. Het digitale model dat Sustainer aanlevert, is volgens Van Vugt minder statisch dan het in de bouw gebruikelijke BIM-model en is tegen lagere kosten aan te passen. ‘Daardoor kunnen fabrieken makkelijker unieke projecten maken en vaker ‘ja’ zeggen tegen klanten. Waardoor je minder eenheidsworst krijgt terwijl het productieproces niet verandert.

Het businessmodel dat onder dit alles ligt is het aanbieden van het 3D-model aan de assemblagehallen, want zij kunnen hierdoor efficiënter en flexibeler werken. De eerder genoemde ERP-functie maakt dat de keten geautomatiseerd kan worden.

Zover is het in de praktijk nog niet, erkent Van Vugt. ‘Bij veel partijen wordt uiteindelijk nog een 2D-tekening gemaakt van ons 3D-model, om dat vervolgens uit te printen en met de hand aantekeningen bij te schrijven. Wij zijn nu bijna zover dat dit soort werkzaamheden niet meer nodig zijn en ons model bijvoorbeeld de freesmachine direct kan aansturen. Als dat lukt, kunnen we echt versnellen.’

Lees meer interviews met Hemelbestormers: