Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Grassa haalt eiwitten uit grasvoer en pakt zo mestprobleem aan: ‘Koe stoot tot 30 procent minder stikstof uit’

Nederland kampt al jarenlang met een enorm mestoverschot. Grassa zegt een technologie te hebben ontwikkeld die dat probleem deels kan oplossen. Bovendien krijgt de boer er een verdienmodel bij. Er is een proof of concept, nu moet ceo Rieks Smook de keten nog meekrijgen.

grassa rieks smook
Directeur Rieks Smook van Grassa. Foto: Grassa

Rieks Smook houdt twee potjes in zijn handen. Eén is gevuld met kleine lichtgroene korrels, in het andere potje zijn ze donkergroen van kleur. Hij draait de deksels los en daagt ons uit om te proeven. ‘Wat je hier eet is plantaardig eiwit dat we hebben onttrokken uit gras’, zo vertelt hij. ‘Het groene spul smaakt een beetje naar gras, in het andere potje is het eiwit kleur- en smaakloos. Zo kan de industrie het overal in mengen.’

Einde aan gedoogbeleid

In deze twee potjes zit misschien wel het antwoord op een vraag waarover ze in politiek Den Haag maar niet uitgediscussieerd raken. Al decennialang niet. De vraag gaat over het mestoverschot in Nederland. Veehouders produceren al heel lang meer mest dan volgens de Europese normen is toegestaan. Lange tijd zagen ze dat in Brussel door de vingers, maar aan deze uitzonderingspositie komt snel een einde.

De reden van dat besluit vinden we bij de kwaliteit van het water en de bodem in ons land. Die is ronduit beroerd. Zo behoren onze sloten, beken en rivieren zelfs tot de vieste wateren van Europa. Mest wordt algemeen beschouwd als één van de boosdoeners. Dat zorgt voor watervervuiling en een verzuurde bodem.

Landbouwminister Piet Adema stuurde eerder deze maand een nieuw plan naar de Tweede Kamer. Met daarin onder meer een uitkoopregeling voor boeren, een kleinere veestapel en… minder eiwitrijk voedsel voor koeien. Dat laatste is precies waar de technologie van Grassa zich op richt.

Lees ook: Stikstofprobleem of niet, boze boeren voeren in Nederland een achterhoedegevecht

Gras ontsluiten

Dat zit zo: 50 tot 75 procent van de voedingstoffen uit gras wordt door de koe niet verteerd. Dit belandt in de mest en zorgt voor de uitstoot van stikstof. De technologie die Grassa heeft ontwikkeld, heet grasraffinage. Daarbij wordt het gras ‘ontsloten’.

‘Het vers gemaaide gras doen we in een soort persmachine. Zo gaan de cellen open en kunnen we er oplosbare voedingsstoffen uithalen’, aldus Smook. Het gewonnen grassap wordt verhit en vervolgens gefilterd.

grassa persmachine
De persmachine van Grassa die uiteindelijk zorgt voor minder stikstof in mest. Foto: Grassa

‘Het gaat vooral om eiwit, maar ook om suikers en mineralen. Wat overblijft noemen we ontsloten gras en voeren daar de koe mee. Ondanks dat de helft van het eiwit is onttrokken, geeft de koe er geen druppel minder melk door. Wel stoot het dier tot 30 procent minder stikstof uit.’

Het eiwit dat uit het gras wordt gehaald, ziet er uit als een kleine groene korrel. Inderdaad, dat wat Smook zojuist aan ons heeft laten zien. ‘Dit eiwit is geschikt voor consumptie van zogeheten eenmagigen, zoals varkens, kippen, honden, katten, vissen en ook de mens.’

‘Hij was te vroeg’

Dit idee om eiwitten te onttrekken van grasvoer is niet nieuw. Johan Sanders, een oud-professor van Wageningen University, startte in de jaren negentig al met de eerste proeven. ‘Johan heeft een achtergrond als chemicus. Het enige wat je hem zou kunnen verwijten, is dat hij te vroeg was’, aldus Smook.

Ook Smook zelf heeft een agrarische achtergrond. Als Head of Capital Markets bij Rabobank sloot hij twintig jaar grote deals in de sector, onder meer in Zuidoost-Azië. ‘In 2020 was ik op zoek naar een nieuwe uitdaging. Ik wilde mijn kennis gaan inzetten voor een efficiëntere voedselketen, zodat we een duurzame planeet kunnen doorgeven aan onze kinderen’, zegt Smook.

‘Iemand tegen wie ik dat verhaal vertelde, bracht me op het spoor van Grassa. Ik was meteen verkocht en ben toen aangehaakt.’ Johan Sanders is inmiddels gepensioneerd, maar blijft zich als adviseur nog wel met de startup bemoeien.

Lees ook: De echte innovatiehelden van dit moment zijn de regeneratieve boeren

De businesscase

Wanneer Smook in 2020 aan boord stapt, zet het bedrijf nog in op mobiele installaties, die boerderij voor boerderij moeten afgaan om daar het gras te ontsluiten. Te kleinschalig, oordeelt hij.

‘Op deze manier zou de businesscase nooit rond komen. Boeren en afnemers werken namelijk graag met grote hoeveelheden, zo heb ik geleerd in mijn periode bij Rabobank.’ Smook ziet in loonbedrijven de ideale locatie om het proces op grotere schaal uit te voeren.

‘Zo blijf je wel dicht bij het boerenerf en kun je evengoed sneller schalen. Het loonbedrijf perst het gras uit, slaat het sap op in een tank en brengt het ontsloten gras terug naar de boer. Die doet zo iets aan het mestoverschot en krijgt er met de verkoop van plantaardige eiwitten een verdienmodel bij.’

Voedselproducenten zijn terughoudend

Dat verdienmodel richt zich vooralsnog alleen op de diervoederindustrie. Om het graseiwit geschikt te maken voor humaan voedsel, moeten eerst nog alle groene vinkjes van het Novel Food Process aangevinkt worden. Dat is een Europees systeem voor voedselveiligheid. ‘Dit is een tamelijk ingewikkeld traject dat al gauw een paar jaar in beslag neemt’, aldus Smook.

Veel voedselproducenten kijken nog even de kat uit de boom. ‘Daar hebben trouwens ook partijen die eiwitten produceren via zeewier en insecten mee te maken. Het grote voordeel van ons product is dat de feedstock er al is. Aan gras is in Nederland immers geen gebrek.’

Grassa telt momenteel nog drie aandeelhouders. Dat zijn de regionale ontwikkelingsmaatschappij voor Limburg (LIOF), Brightlands Venture Partners en voerbedrijf Fransen Gerrits. ‘We hebben nu één proefinstallatie draaien. Om de volgende stap te kunnen zetten, hebben we zeker 20 miljoen euro nodig. Gesprekken over een nieuwe investeringsronde lopen al. En dat is nodig ook, we kunnen hiermee een deel van het mestoverschot oplossen.

Lees ook: Fermentatie voor dummies: zo brouw je eiwitten die vlees en zuivel overbodig maken