COP28 begint donderdag en duurt tot en met 12 december. De 70.000 deelnemers uit 198 landen worden ontvangen in één van de Verenigde Arabische Emiraten, het snikhete Dubai. Daar kunnen ze zich wentelen in de luxe die is gebouwd op de miljardenwinsten uit de olie- en gasindustrie.
Aan het hoofd van COP28 staat een man uit die olie- en gasindustrie: Ahmed Al Jaber. Bij ons zou hij meteen de naam oliesjeik opgeplakt krijgen. Hij is namelijk ceo van het grootste staatsbedrijf in olie van de Verenigde Arabische Emiraten: Abu Dhabi National Oil Company (Adnoc). Maar hij is een sultan, geen carnavalsvierder in een witte jurk.
‘Dr. Sultan’, zo noemt zijn team hem zelfs. De boomlange vijftiger is niet alleen een scheikundig ingenieur, hij heeft in de VS ook business en economie gestudeerd. Gesponsord overigens door Adnoc, want Al Jaber is niet van koninklijken bloede en al evenmin geboren in een rijke koopmansfamilie.
Startup in hernieuwbare energie
Het is vooral zijn vroege vriendschap met Khaldoon Al Mubarak, vandaag voorzitter van de voetbalclub Manchester City, die hem geen windeieren heeft gelegd. Al Mubarak is namelijk een vertrouwd adviseur van de koninklijke familie van de VAE.
Mede dankzij die connectie wordt Al Jaber uitgenodigd om in 2006 medestichter te worden van Masdar, een startup van de staat in hernieuwbare energie. Hij stort zich enthousiast op windmolens, groene waterstof en CO2-afvangen. Dat bedrijf is inmiddels actief in veertig landen en Al Jaber is er nog altijd bestuursvoorzitter.
Zeven jaar later neemt hij zijn eerste ministerspost op in de VAE, vandaag is hij minister van industrie en nieuwe technologie. Al Jaber wordt in 2016 gevraagd om ook ceo te worden van Adnoc. ‘Ik was niet de voor de hand liggende keuze’, vertelt hij tegen The Guardian.
Verbijstering over benoeming
‘Ik ben uitgekozen voor disruptie. Om Adnoc te transformeren, koolstofvrij en toekomstbestendig te maken. Niet om de business as usual te handhaven.’ Met futureproof bedoelt hij grote uitbreidingsplannen die niet compatibel zijn met de klimaatdoelstellingen.
Het bedrijf pompt zo’n 3 miljoen olievaten op per dag. Het doel is om die productie op te schroeven naar 5 miljoen per dag in 2030. Voor die groeiplannen is 150 biljard dollar voorzien. Een fractie daarvan, 15 miljard, is voor het verminderen van de uitstoot van de oliewinning. En dat gaat dan nog maar over de winning, niet over het product zelf.
Zijn benoeming als voorzitter van de COP28 is dus op zijn minst controversieel. Nooit eerder is een klimaatconferentie geleid door iemand uit de olie- en gasindustrie. De verbijstering hierover is dan groot. Absurd, idioot, een mes in de rug, reageren klimaatactivisten zoals Greta Thunberg.
‘Wapenhandelaars worden ook niet uitgenodigd voor vredesgesprekken. Waarom zou je dan olieproducenten klimaatgesprekken laten voeren?’ En ‘grote vervuilers horen niet thuis op klimaatconferenties’.
Lees ook: Waarom we volgens Werner Schouten hopeloos achterlopen met verduurzamen
Greenwashing voor het imago
Al Jaber gaat meteen maandenlang op tournee. Hij ontmoet de paus, de Duitse bondskanselier Olaf Scholz, businessleider Mike Bloomberg… De pr-machine wordt keihard aangezwengeld. Zelfs zijn pagina’s en die van Adnoc op Wikipedia worden bewerkt, greenwashing voor het imago noemt NRC dat.
In de enkele interviews die hij aan de media geeft, komt hij charmant over, vol zelfvertrouwen ook. Het enthousiasme spat er vanaf, de feiten en cijfers heeft hij paraat. Al Jaber staat open voor alle kritiek, hij gaat de confrontatie graag aan.
‘Ik promoot inclusiviteit voor COP28. Daarom reis ik de wereld rond. Ik heb er een punt van gemaakt om zelfs de mensen die me publiekelijk aanvallen te ontmoeten. Ik ben hier om te luisteren, vertel het me, leid me. Ik beweer alleen niet dat ik alle oplossingen heb.’
Olie- en gasindustrie wil vertragen
Wat de olie- en gasindustrie wel heeft, is een behoorlijk trackrecord in het vertragen van het klimaatbeleid. Met dank aan een legertje lobbyisten. Maar juist omdat hij zo’n machtige man is in deze industrie is hij in de unieke positie om ze te overtuigen klimaatacties te steunen, redeneert hij in de Financial Times.
Meer dan twintig olie- en gasmaatschappijen heeft hij daarin al achter zich geschaard. Al zullen de details hierover later volgen. De industrie moet onderdeel worden van de oplossing. Hij staat voor een inclusieve aanpak. Daarom heeft hij ook de olie- en gasindustrie gewoon openlijk uitgenodigd voor COP28.
Hij is er echt van overtuigd dat de oplossingen voor het klimaat uit de privésector moeten komen. Daarom moeten ze ook mee aan tafel zitten. ‘Het politieke proces moet goed worden aangevuld met particulier kapitaal en een businessmentaliteit.’
Lees ook: Deze 425 koolstofbommen helpen de klimaatdoelstellingen om zeep
Realisme blijft nodig
Voor consumenten ziet hij ook een rol weggelegd. Zij moeten hun gewoontes veranderen, vindt hij. ‘Consumenten dragen bij aan het verhogen van de CO2-uitstoot, niet de producent. Ik vraag een nieuw model van betrokkenheid. Een partnerschap tussen consumenten en producenten.’ En wijst vervolgens fijntjes naar zijn elektrische auto die buitenstaat.
Een beetje realisme blijft nodig, zegt dan weer hij tegen Time Magazine. ‘Het uitfaseren van fossiele brandstoffen is onvermijdelijk. Dat moeten wij accepteren.’ Maar de wereld is er nog niet klaar voor om olie en gas volledig af te schaffen. ‘We kunnen de wereld niet loskoppelen van het huidige energiesysteem, voordat we een nieuw energiesysteem hebben gebouwd.’
De voormalig Amerikaanse vicepresident Al Gore is niet overtuigd. Hij noemt Al Jaber een ‘aardige, slimme man’, maar ‘belangenverstrengeling blijft belangenverstrengeling.’ De eerste tekenen daarvan zijn net opgedoken. De BBC heeft in samenwerking met het Centre for Climate Reporting 150 pagina’s aan belastende documenten in handen gekregen.
Olie- en gasdeals bespreken
Daaruit blijkt dat Al Jaber COP28 zou gebruiken om extra olie- en gasdeals binnen te halen. Dat zit zo: als voorzitter van conferentie heeft hij voorbereidende gesprekken met ministers van tientallen landen. Daarvoor krijgt hij gespreksonderwerpen aangereikt in briefings.
Voor China kan hij aanvoeren dat Adnoc bereid is ‘om samen de mogelijkheden te evalueren voor LNG in Mozambique, Canada en Australië’. Voor zijn gesprek met een Colombiaanse minister kan hij vertellen dat Adnoc ‘klaarstaat om Colombia te steunen bij het ontwikkelen van zijn bronnen voor fossiele brandstoffen.’
Tegen het olierijke Venezuela kan hij bijvoorbeeld zeggen dat ‘het duurzaam ontwikkelen van natuurlijke hulpbronnen en toezeggingen voor het klimaat elkaar niet in de weg zitten’.
Voor andere landen kan hij praten over de commerciële mogelijkheden met Masdar. In dit lijstje staat Nederland dan weer vermeld, maar ook Duitsland, Frankrijk, de VS en het VK.
Het pr-team van COP28 haast zich om te zeggen dat de informatie op deze uitgelekte briefings niet klopt en ook niet is gebruikt. Maar na al Al Jabers harde werk om het vertrouwen te winnen van de wereld, is de twijfel over zijn rol weer springlevend. Wat nu zijn echte agenda is, zal na COP28 wel duidelijk worden.
Lees ook: Waarom het streven naar groei ons zo in de weg zit