Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Waarom het streven naar economische groei ons nu zo in de weg zit

Kan een economie blijven groeien zonder dat het klimaat en de natuur daar de dupe van worden? Nee, zegt econoom Paul Schenderling onomwonden. 'Minder consumeren is de enige uitweg uit deze klimaatcrisis.'

paul schenderling er is leven na de groei
Foto: Getty Images

Economieën moeten groeien, zo leerde je vroeger al op school. Dat levert banen op, zorgt voor welvaart en stelt overheden in staat om hun begrotingen te stutten en sociale voorzieningen te financieren.

Al heel lang wordt economische groei beschouwd als graadmeter van succes. Toch kleeft aan dit verhaal een paradox. Het is namelijk ditzelfde economische principe dat nu juist een welvarende toekomst in de weg lijkt te staan.

Wel groei, niet gelukkiger

In Er is leven na de groei legt econoom Paul Schenderling nauwkeurig uit waarom dat volgens hem zo is. Hij schreef het boek met elf andere experts, afkomstig van verschillende politieke stromingen, van GroenLinks tot VVD.

‘Na de Tweede Wereldoorlog hadden we economische groei keihard nodig om het land weer op te bouwen. De kentering kwam in de jaren 70. We hebben sinds die tijd veel groei gehad, zonder dat dit heeft geleid tot een toename van kwaliteit van leven. En dan heb ik het niet over dure spullen, maar over geluk en welzijn.’

Lees ook: Klimaatpositief worden als bedrijf? Dat is nog best een uitdaging

De Nederlandse overheid gaf de afgelopen 35 jaar maar liefst 265 miljard euro uit aan milieubeleid. Dat geld ging vooral ging naar producenten. Intussen bleef het streven naar economische groei heilig.

Ook wijst Schenderling erop dat we sindsdien heel wat planetaire grenzen hebben overschreden. Denk aan klimaatverandering, verlies van biodiversiteit en oceaanverzuring. ‘Dit zijn allemaal redenen om je af te vragen of de baten van economische groei nog opwegen tegen de nadelen die ermee gepaard gaan.’

paul schenderling econoom
Paul Schenderling. Foto: Jaap Schuurman

Groene groei bestaat niet

De Club van Rome sprak in 1972 al over grenzen aan groei. Sinds het Klimaatakkoord van Parijs in 2016 mikken westerse overheden vooral op – wat wordt genoemd – groene groei. De economie moeten blijven plussen, zonder dat ten koste gaat van klimaat, milieu en grondstofvoorraden. Dat model is echter onhoudbaar, stellen de auteurs van het boek.

‘We geven gas en trappen tegelijkertijd op de rem. Het gevolg is dat we de realisatie van belangrijke ecologische doelen sterk vertragen’, aldus Schenderling. Hij geeft daarbij een concreet voorbeeld.

‘Zo boeken we vooruitgang door nieuwe innovaties, zoals efficiëntere auto’s en energiebesparende machines. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat 55 procent van die milieuwinst teniet wordt gedaan door economische groei. We vliegen meer, rijden meer, kopen meer en eten meer.’

Lees ook: Waarom we volgens Werner Schouten (24) hopeloos achterlopen met verduurzamen

Inzetten op selectieve groei

Nu het verdienvermogen van de wereld een beetje afremmen, zodat we op termijn een stabiel klimaat en goed leefbare planeet overhouden. Dat is in essentie de boodschap van het schrijverscollectief. Maar kan het budgetboekje van overheden dit wel aan? Veel landen hebben nu al moeite om de stijgende kosten van vergrijzing te dragen?

Schenderling: ‘We hebben onderzocht wat de impact is van het remmen van de groei. En wat blijkt? Er is een optimum. Ik noem dat selectieve groei, een evenwicht waarin de economie op ongeveer hetzelfde peil blijft, sociale voorzieningen betaalbaar zijn en ecologische doelen veel sneller gehaald worden.’

Nederland in 2040

We maken even een sprongetje in de tijd en komen aan in het Nederland van 2040. Hoe ziet onze maatschappij er dan idealiter uit voor burgers en bedrijven? En aan welke knoppen hebben we in de jaren ervoor gedraaid om daar te komen?

‘De belangrijkste maatregel die wij voorstellen is een ingrijpende belastingverschuiving, van arbeid naar vervuilende vormen van consumptie. Daardoor is rond 2040 de levensduur van producten veel beter geworden. Mensen gooien spullen niet weg, ze laten die repareren. Uit eten gaan is relatief goedkoper geworden, omdat arbeid minder zwaar belast wordt’, zegt Schenderling.

In deze circulaire wereld werken we volgens hem minder uren. Productieketens zijn namelijk slimmer ingericht. ‘Nu nog besteden we 20 procent van ons inkomen aan spullen die uit de mode raken of een korte technische levensduur hebben. In ons model is die verspilling grotendeels verdwenen. We kunnen dan met minder werk dezelfde toegevoegde waarde blijven leveren.’

er is leven na de groei paul schenderlingEr is leven na de groei: hoe we onze toekomst realistisch veiligstellen is geschreven door onder andere econoom Paul Schenderling. Het boek is te bestellen via Managementboek.nl.

Groene verdienmodellen

Voor ondernemers betekent deze shift dat groene verdienmodellen eindelijk gaan lonen. Subsidies op milieuvriendelijke producten is niet langer nodig. De invoering van true pricing heeft ervoor gezorgd dat spullen met een slechte CO2-voetafdruk veel duurder zijn geworden.

‘Door de lagere belasting op arbeid kunnen bedrijven bovendien meer tijd steken in R&D. Ook het repareren van spullen is veel goedkoper geworden’, vertelt Schenderling.

Lees ook: Grote merken gaan voor kledingreparatie: ‘Spijkerbroeken moeten je hele leven meegaan’

Verder ziet hij een maatschappij waarin coöperaties ruim baan krijgen. Autodelen is de sociale norm geworden. Dat geldt ook voor producten die je hoogstens één keer in de week nodig hebt, zoals een grasmaaier.

Aan tafel met beleidsmakers

Zelf leeft de econoom al een poosje volgens deze principes. Onzinnige spullen komen er bij hem thuis niet meer in. Bij de aanschaf van nieuwe producten gaat het hem vooral om de langst mogelijke levensduur. En gaat iets stuk, een afwasmachine bijvoorbeeld? Dan wordt de reparatiekoffer erbij gepakt. ‘Ik was nooit heel handig, maar met de instructievideo’s op YouTube kom ik inmiddels heel ver.’

De ideeën in het boek dat Schenderling met elf mede-experts schreef, sijpelen ondertussen door naar de boardrooms en beleidstafels. Zo dronk hij de afgelopen maanden koffie met ambtenaren van ministeries, gaf hij een presentatie bij VNO-NCW en mocht hij aanschuiven in diverse directiekamers van grote bedrijven.

‘Waar het ons om gaat is dat we een gesprek aanzwengelen over de mate van economische groei die we anno 2023 nog wenselijk vinden. Met het huidige model lossen we de klimaatcrisis niet op. Daarvoor is het echt zaak dat we minder gaan consumeren.’