Het optimaliseren van je werk-privébalans is altijd al een uitdaging geweest. Nu we sinds corona meer thuiswerken, is het er niet makkelijker op geworden. De grenzen tussen werk en privé zijn veel minder duidelijk afgebakend, waardoor het soms lijkt alsof we weer helemaal opnieuw moeten beginnen met het vinden van onze balans.
Een landelijk onderzoek laat zien dat veel mensen hiermee worstelen: 20 procent van de thuiswerkers ervaart de werk-privébalans momenteel als slecht, ten opzichte van 7 procent van de medewerkers die aan het werk zijn op locatie. De andere thuiswerkers ervaren de balans als voldoende (28 procent) of zelfs goed (54 procent).
Verschillen
Uit de resultaten bleek verder dat de mannelijke deelnemers een betere werk-privébalans ervaren, hoewel zij iets meer werkdruk ondervinden dan vrouwelijke deelnemers. Vrouwen ervaren daarnaast een grotere productiviteitsdaling dan mannen. De onderzoekers suggereren dat er verschillende oorzaken ten grondslag kunnen liggen aan deze uitkomsten. Zij noemen hierbij onder meer de grotere vertegenwoordiging van vrouwen in flexwerk en nulurencontracten. Deze groep heeft nu te maken met het wegvallen van werk.
Ook de grotere vertegenwoordiging van mannen in managementposities kan een rol spelen, omdat de werkdruk hierbij meestal hoger ligt. Tot slot kan de taakverdeling thuis van invloed zijn op de verschillende ervaringen van mannen en vrouwen met betrekking tot hun werk-privébalans. Vrouwen besteden over het algemeen meer tijd aan huishoudelijke en zorgtaken. Deze rolverdeling loopt ook in de thuiswerksituatie gewoon door.
Emotionele steun
Uit een ander onderzoek kwam naar voren dat mannen en vrouwen anders omgaan met hun partner in tijden van stress en drukte. Aan het onderzoek deden 26 Nederlandse heteroseksuele tweeverdieners tussen de 22 en 57 jaar mee. Er tekende zich een duidelijk patroon af in de resultaten: na een zware of stressvolle werkdag gaven de mannen minder emotionele steun aan hun partners. Stressvolle werkdagen hadden daarentegen geen invloed op de hoeveelheid emotionele steun die vrouwen aan hun mannen gaven. Na een productieve werkdag gaven de vrouwen zelfs meer emotionele steun aan hun partner, terwijl er bij de mannen geen verandering optrad.
Omdat de onderzoekers wilden weten of dit effect ook de andere kant op werkte, voerden zij een tweede studie uit. De resultaten uit het eerste onderzoek werden hierbij bevestigd: als mannen een zware ochtend achter de rug hadden, boden zij hun collega’s minder ondersteuning. Dit had een slechtere teamdynamiek tot gevolg.
De vrouwen die een moeilijke start van de dag hadden, lieten echter geen verandering zien in de hoeveelheid steun die zij een collega gaven. Net als bij de eerste studie hadden de vrouwen na plezierige ochtenden de neiging om hun collega’s juist meer emotionele steun te geven dan normaal. Dit resulteerde in een betere teamdynamiek. De onderzoekers concludeerden dat beide onderzoeken ‘een patroon laten zien waarbij mannen minder emotionele steun lijken te geven wanneer de eisen in een andere rol te zwaar worden’. Vrouwen bieden emotionele steun ongeacht hun eisen in een andere rol.
De derde baan
Cobi Wattez, senior arbeids- en organisatiepsycholoog bij de Arbodienst AMC, herkent de verschillen tussen mannen en vrouwen op het gebied van de werk-privébalans. Ze geeft aan dat het belangrijk is hier aandacht aan te besteden omdat een goede balans juist in onze tweeverdienersmaatschappij onmisbaar is: ‘In de tweeverdienersmaatschappij moeten werk en privé gecombineerd worden met twee werkgevers met arbeidsovereenkomsten en daaruit voortvloeiende verplichtingen. Voor singles of single ouders is die balans eveneens van vitaal belang omdat zij in hun eentje deze twee werelden op elkaar afgestemd moeten houden’.
Volgens Wattez neemt een mens zichzelf steeds mee van het ene terrein naar het andere en kan hij daarbij niet van het ene op het andere moment een knop omzetten. ‘Bijvoorbeeld om bij thuiskomst te beslissen uitgerust te zijn of bij aankomst op het werk niet meer aan een schoolincident met een van de kinderen te denken. Bij een goede werk-privébalans neem je steeds voldoende tijd om over te schakelen’.
In de groepsinterventies die Wattez begeleidt, heeft zij de ‘derde baan’ geïntroduceerd (voor singles en single ouders de ‘tweede baan’). Deze ‘banen’ bestaan uit alle taken die naast de twee betaalde banen uitgevoerd moeten worden. Voor de ‘derde baan’ bestaat er geen functieomschrijving, zijn er geen criteria en wordt geen salaris uitgekeerd. Tijdens de interventies gaan de deelnemers hierover met elkaar in gesprek en formuleren ze een gezamenlijke visie en missie. ‘Ik heb hierbij de indruk dat voor mannen privé meer een baan wordt, in plaats van vrije tijd na het werk. Voor vrouwen ontstaat er meer ruimte om te delegeren door het samen zo te bespreken’.
Andere afwegingen
Beide partijen kunnen zich hier prima in vinden. Als zo’n derde baan namelijk niet goed wordt ingericht, rolt het werk automatisch naar degene die zich het meest schuldig of verantwoordelijk voelt: ‘In de praktijk is dat meestal de vrouw en dit is voor beiden niet wenselijk.’
Volgens Wattez is het voor vrouwen van belang dat hun taken bijdragen aan het bevorderen van het persoonlijk welzijn van anderen en aan het bouwen van een sociaal netwerk. ‘Voor mannen is het doorslaggevende criterium meer het individuele excelleren en de erkenning daarvoor’, aldus de psycholoog.
De richting van de afweging verschilt. Vrouwen beginnen in hun afweging bij de ander en komen daarna hopelijk weer bij zichzelf uit, terwijl mannen van zichzelf uitgaan en daarna hopelijk bij de ander terechtkomen. Wattez: ‘Als je dit van elkaar weet en voor een goede balans wil gaan, kan je als vrouw duidelijke afspraken maken en als man vaker vragen of je nog iets kan doen. Beide voorkeuren en richtingen zijn mijns inziens moreel neutraal en uitvoerbaar door zowel mannen als vrouwen.’
Ook leidinggevenden kunnen behulpzaam zijn bij het vinden van een goede werk-privébalans: ‘Zij zouden mannen meer op hun relaties en hun baan thuis moeten aanspreken en vrouwen meer moeten stimuleren tot delegeren in hun baan thuis. Daarbij kunnen ze ruimte voorstellen voor eigen ontwikkeling.’