Voor Said Ouissal heeft het internet weinig geheimen meer. Hij was er al bij toen het fenomeen in de tweede helft van de jaren 90 aan het ontkiemen was. ‘Ik haalde in 1998 mijn diploma computertechnologie. Daarmee kon je in die tijd zo’n beetje twee kanten op: aan de slag met de millenniumbug of iets gaan doen met internet. Ik koos voor het laatste en heb deze wereld sindsdien nooit meer verlaten.’
Ouissal werkte lange tijd in Europa voor grote Amerikaanse bedrijven, in de verkoop en in technische ondersteuning. In 2010 verhuisde hij naar Silicon Valley, om hier zes jaar later met Zededa (zeg: Ze-die-da) te starten. Die naam is een knipoog naar zijn roots. Zededa is afgeleid van het Marokkaanse woord voor nieuw en innovatief.
Internet of things
De woorden verwijzen naar de technologie waar het bedrijf van Ouissal zich op heeft gestort: edge computing. Dat kun je zien als een computerframework dat het internet en allerlei apparaten om ons heen met elkaar verbindt.
‘Steeds meer van die apparaten genereren data. Van een tandenborstel in je badkamer tot grote machines in industriële omgevingen. De cloud blijkt alleen niet geschikt om al die informatie op te slaan op een manier waarop je er vervolgens ook nog iets mee kunt’, aldus Ouissal.
‘Wij hebben een besturingssysteem gebouwd waarmee het mogelijk is om al die IoT-gegevens wél op een goede manier op te slaan. Zo kan de data snel worden geanalyseerd. Het slim maken van IoT-apparaten, dat is feitelijk de belofte die wij doen.’
Windows voor machines
Die belofte slaat met name bij industriële bedrijven goed aan. Daar komt een aanzienlijk deel van de klanten van Zededa vandaan. Zij hebben met het platform een tool in handen waarmee ze hun productieproces op afstand kunnen monitoren.
‘Ergens in die machines zit een stukje hardware die het denkwerk doet’, aldus Ouissal. ‘Wij hebben het besturingssysteem gebouwd voor dit soort systemen. Wat Windows is voor een pc, doen wij met apparaten en machines.’
Dat maakt van vrijwel elk bedrijf dat tastbare producten bouwt een potentiële klant. De oplossing van Zededa is dan ook niet enkel terug te vinden op fabrieksvloeren. Ook diverse producenten van windturbines en voertuigen zijn inmiddels aangesloten bij het SaaS-platform. Zij kunnen zo op elk moment een nieuwe IoT-applicatie uitrollen en opschalen. En hoe meer aangesloten apparaten, hoe meer het bedrijf voor de oplossing betaalt.
Series C-ronde
Jarenlang was geld zijn grootste zorgenkindje. Maar die pijn voelt Ouissal niet meer, sinds hij onlangs met succes een Series C afrondde. Er zit nu 72 miljoen dollar vers groeigeld in de kas. Twee jaar geleden was dat in Silicon Valley nog peanuts, maar door het verslechterde investeringsklimaat is dat een bedrag waar op feestjes weer met enig ontzag over gesproken wordt.
De ronde werd geleid door Smith Point Capital, een nog jonge VC die is opgericht door een voormalige hoge pief van Salesforce. ‘Hij heeft een aantal van zijn vroegere klanten gebeld met de vraag of edge computing voor hen belangrijk was. Nou, dat was het! Zo is hij aan boord gekomen.’
Daarnaast hebben bestaande investeerders opnieuw gelapt. De 72 miljoen zijn volgens Ouissal ruim voldoende om de komende twee tot drie jaar mee door te komen. Dat is – niet geheel toevallig – precies de periode waarin hij verwacht winstgevend te kunnen worden.
Lees ook: Nederlanderse founders in Silicon Valley goed voor 231 miljoen aan funding in 2023
Internationaal bedrijf
Zededa gaat een groot deel van het geld gebruiken om het team uit te breiden. Niet enkel in Californië zelf, maar ook daarbuiten. ‘We zijn een heel internationaal bedrijf, van de 110 medewerkers werkt de helft niet in dit land.’
Dat is in San Francisco best ongebruikelijk. Veel mensen zeggen immers dat je voor het beste talent in Silicon Valley moet zijn. ‘Ik geloof ook wel dat hier veel slimme mensen wonen, maar niet álle slimme mensen. Misschien is dat ook wel een voordeel als buitenlander in Californië, je weet dat de wereld groter is dan de Verenigde Staten.’
Een deel van het developement wordt gedaan door codekloppers in India en Berlijn, volgens Ouissal de beste startuphotspot van Europa. De komende jaren verwacht hij meer kantoren te gaan openen, met name om regionaal de sales een boost te geven.
Leren van Silicon Valley
In Nederland woedt al maanden een discussie over het vestigingsklimaat. Voor bedrijven en expats zijn het afgelopen jaar fiscale voordelen versoberd en dat heeft tot een storm van kritiek geleid. Kunnen we in Nederland nog iets leren van Silicon Valley, de regio waar zo ongeveer alle grote techinnovaties van de laatste twintig jaar vandaan komen?
‘Ik was hier eind jaren 90 ook al toen het gebied nog heel klein was. De bekendste techhubs waren destijds nog Chicago en Boston met MIT. Dat Silicon Valley uiteindelijk de leidende positie zou krijgen, was nog helemaal geen uitgemaakte zaak’, aldus Ouissal.
Hij maakt de vergelijking met de critical mass bij een atoomreactie. Als je eenmaal een bepaald punt hebt bereikt, dan houdt die zichzelf in stand. ‘Dat is wat er ook in deze regio is gebeurd. Er zit hier zóveel kennis en geld en dat zorgt voor een ecosysteem dat nieuwe innovaties blijft aanjagen. Nu is het een atoomreactie die je niet meer stoppen kunt.’
Blijven investeren in kennis
Maar wil je een critical mass creëren, dan heb je daar energie voor nodig. Héél veel energie. Voor een goed functionerende innovatie-economie is dat niet anders. Die ambitie vraagt volgens Ouissal vooral om langetermijndenken. ‘Blijf investeren in kennis. Waar het vooral om gaat, is dat je een regio bent waar techtalent uit de hele wereld graag naartoe wil komen.’
‘Vraag in Silicon Valley aan iemand op straat wat zijn of haar ambitie is en de kans is groot dat je in veel gevallen hetzelfde antwoord krijgt: een startup beginnen. Mensen komen hier werken, brengen kennis mee, leren nieuwe dingen en starten dan hun eigen bedrijf. Dat jaagt continu nieuwe innovaties aan.’