Zaterdagmiddag, 5 uur. De Geus (foto rechtsonder) doet de deur van zijn showroom in Hoogezand achter zich dicht. Hij groet de buren van de Welkoop, en stapt in de auto. Terug naar Groningen, waar hij een etentje met zijn gezin en zwager gepland heeft. De zon schijnt, en De Geus is in een goed humeur. Zijn nieuwe showroom, waar hij zeven maanden aan gewerkt heeft, is bijna klaar. Aan alles heeft hij gedacht: er is een nieuwe werkplaats, een heftruck en zelfs een fotostudio. Alleen nog even de voorzijde schilderen, en over een paar weken kan hij hem feestelijk gaan openen. Een mooie beloning na zeventien jaar hard werken aan je bedrijf.
Grote brand
Eenmaal thuis merkt De Geus op dat hij een paar keer gebeld is. Het zal wel een klant zijn, denkt de ondernemer. Die belt hij later wel terug. Steeds weer piept zijn telefoon echter. Sms’jes komen binnen en Whatsappjes. Toch maar even kijken, denkt De Geus. Tot zijn grote schrik ziet hij allemaal paniekerige berichten op zijn telefoon. ‘De boel staat in brand’, staat er met veel uitroeptekens geschreven. Even denkt De Geus dat het een grap is. Hij belt de afzender; een vriend van hem. “Je moet hier komen”, zegt deze vriend. “De Welkoop staat in brand en het vuur breidt zich uit richting de TeaKea.”
Meteen springt De Geus in de auto. Op tien kilometer afstand ziet hij al een grote rookpluim in de lucht. Hij denkt: “O, nee, dit kan toch niet waar zijn?” Als een bezetene drukt De Geus het gaspedaal in en voor hij het weet is hij in Hoogezand. Daar aangekomen, ziet hij dat het zwart staat van de mensen. Het zijn omwonenden, die op de grote vuurzee zijn afgekomen.
De Geus rent door de massa mensen heen, om de brand goed te kunnen zien. Als hij dichtbij genoeg is, ziet De Geus de realiteit onder ogen: de brand van de Welkoop is inmiddels ook naar zijn eigen pand pand overgegaan. Zijn hele showroom van zesduizend vierkante meter staat in lichter laaie. En dat terwijl het nog maar drie kwartier is nadat de ondernemer de deur achter zijn pand dichtdeed.
De vlammen sloegen om zich heen. Al na zes minuten bleek dat dit niet meer te blussen was.
Gedane zaak
Tweeënhalf uur na het ontstaan van de brand staat er geen muur meer overeind
De ondernemer raakt in paniek. “Hoe is dit in vredesnaam ontstaan?”, vraagt hij zich af. Tot op de dag van vandaag is dat nog niet bekend. Wel hoort De Geus dat de brandweer al na zes minuten vuur aanwezig was. Het mocht niet baten, de vuurzee sloeg om zich heen als een ongenadige duivel. Al na een kwartier blussen moesten de brandweerlui constateren dat er niets meer aan te doen was. De Geus tuurt machteloos richting de vuurmassa. Tweeënhalf uur na het ontstaan van de brand staat er geen muur meer overeind van zijn spiksplinternieuwe showroom. De Geus raakt in shock, en voelt zich zowat getraumatiseerd. “O nee, wat nu?”, raast er door zijn hoofd.
Een medewerker van Stichting Salvage loopt op hem af. Deze stichting geeft gedupeerden eerste hulp na een brand. De medewerker vertelt De Geus precies wat hij moet regelen. Verdwaasd hoort De Geus een verhaal aan over verzekeringen en dergelijke. Hij rijdt naar huis, en de brand voelt onwerkelijk. Alsof het nooit heeft plaatsgevonden.
De brand van bovenaf gezien. Foto door Niels Akkerman.
Ondernemersmodus
Stoppen met TeaKea, daar moet de ondernemer niet aan denken
Maar dat heeft het wel, realiseert De Geus zich om half tien dezelfde avond. Hij denkt: ik moet door. Stoppen met TeaKea, daar moet de ondernemer niet aan denken. Al snel komt De Geus weer in de ondernemersmodus terecht. Hij realiseert zich dat er het nodige met zijn bedrijf gebeurt buiten de showroom om. Zo haalt hij veel meubelen uit Indonesië en levert hij projectinrichtingen voor restaurants en zaken. Dat moet gewoon door kunnen gaan, vindt De Geus.
Hij bedenkt zich dat er maandag een nieuwe container met meubelen aankomt. Die moet een plek hebben om zijn lading te loodsen. De Geus belt meteen zijn hele netwerk af, op zoek naar een tijdelijk onderkomen voor zijn zaak. Van een bevriende meubelmaker kan hij een klein stukje van de zaak gebruiken tot hij iets nieuws heeft gevonden.
Na de vuurzee is de showroom vervallen tot een hoop stenen en as.
Houtje touwtje
De fotograaf moet het tijdelijk doen met een klein tafeltje. Houtje touwtje, volgens De Geus
Meteen begint De Geus te denken aan allerlei andere praktische zaken. Zo is hij druk bezig met het verzekeraarsvraagstuk. Ook heeft De Geus heeft zeven man aan personeel. Wat moeten zij in de tussentijd doen? De helft hiervan is it’er, bedenkt hij. Zij kunnen vanuit huis aan het werk. De it’ers zijn dezer dagen druk bezig de website draaiende te houden en de social media te regelen. Ook heeft De Geus een fotograaf in dienst. In plaats van de grote fotostudio moet deze werknemer het nu doen met een klein tafeltje. Houtje touwtje, noemt De Geus het.
De ondernemer wil zo snel mogelijk weer producten leveren, al realiseert hij zich dat er wel even een dipje in de verkopen zal ontstaan door de brand. Hij probeert er positief naar te kijken. Door helemaal opnieuw te beginnen, moet De Geus zijn zaak volledig opnieuw vormgeven. Dit geeft de vrijheid om te leren van het verleden: hoe zal hij zijn nieuwe showroom inrichten? Zal hij het bedrijfsproces nog verder aanscherpen?
Ondernemer Patrick de Geus laat het er niet bij zitten. Hij wil door.
Tafelblad
Het enige item wat de brand heeft overleefd is een houten tafelblad
Binnenkort verhuist De Geus met zijn zwangere vriendin naar een nieuwe woning in Eelde. Aangezien het stel foto’s wilde laten maken van hun huidige huis in Groningen, moest het huis zo leeg mogelijk zijn. In de showroom hadden ze een ruimte gemaakt om persoonlijke spullen tijdelijk op te slaan. Fotoboeken, kinderkleertjes, wiegjes en ga zo maar door. De Geus is de afgelopen dagen geregeld naar Hoogezand afgereisd om te kijken of er nog iets van over is. Tot zijn spijt heeft hij er nog niets van terug kunnen vinden. De vuurzee was te agressief. Zelfs metalen palen waren gesmolten.
Opvallend genoeg zag hij één item dat de brand wel heeft overleefd. Op een bult stenen ligt een tafelblad van tropisch hardhout. Hoe uitgerekend een stuk hout de vuurzee heeft overleefd, weet niemand. Dit tafelblad wil De Geus bewaren als relikwie. Als aandenken aan de brand, aan het verleden. Om zijn blik vervolgens op de toekomst te kunnen richten.