Sindsdien pendelt de bij voorkeur op All Stars-gympen lopende Bolle regelmatig heen en weer tussen de twee vestigingen en zijn Amsterdamse hoofdkantoor. Vanmorgen was in het hoofdkantoor nog een bespreking met zijn (anonieme) financiers over de geplande aankoop van nieuw vastgoed. Marqt wil het komende jaar nog zeker drie nieuwe filialen in groot Amsterdam openen, en de formule daarna stukje bij beetje over geheel Nederland uitrollen. Het overleg is echter uitgelopen, en Bolle moet racen in zijn zwarte Smart-cabrio om de oplevering van het nieuwe filiaal in Haarlem bij te wonen. Compagnon Meike Beeren zit al aan een kopje koffie in het kantoor boven de winkel te wachten.
Even wennen
Direct bij aankomst in de nieuwe winkel wordt de reden achter Bolle’s hartstochtelijke liefdesverklaring duidelijk. De oude garage waarin het tweede filiaal van Marqt is ondergebracht lijkt inderdaad op maat gemaakt voor het soort versmarkt dat Beeren en Bolle voor ogen hebben. Net als in sommige Zuid-Europese voedselmarkten valt het daglicht binnen door grote glazen puntdaken. De muren hebben dankzij een speciale coating hun authentiek ruwe en gebutste oppervlak behouden. De tientallen meters diepe hal is breed genoeg om aan weerskanten schappen tegen de muren te plaatsen en nog voldoende ruimte over te houden voor de stalen marktkramen. Daar ligt vis te baden in een dikke laag ijs en staan grote houten kratten met dagverse groenten. De slager presenteert vleeswaren uit eigen worstenmakerij en achterin de hal trekt de bakker zijn versgebakken brood uit de oven om direct op de planken uit te kunnen stallen.
Een slow food heaven, middenin het centrum van provinciehoofdstad Haarlem. Loopt dat al een beetje? “Het is duidelijk nog even wennen”, lacht Bolle, terwijl hij de bedachtzaam rondstruinende klanten observeert. De meesten doen dat nog zonder karretje. “In Amsterdam zagen we dat in het begin ook. Klanten weten bij het eerste bezoek nog niet goed hoe ze Marqt moeten plaatsen. Is het een markt of een supermarkt, en ga ik hier nu elke dag mijn boodschappen doen of alleen in het weekend? Daarbij voeren we bijna geen A-merken, wat ook even wennen is. En hoewel we soms goedkoper zijn dan de grote supermarkten, moeten onze klanten hier vaak iets meer betalen dan ze daar gewend zijn te doen. Maar naarmate meer mensen het smaakverschil ervaren weet ik zeker dat het ook hier gaat lopen als een trein. In Amsterdam zien we in ieder geval al voldoende afgeladen winkelwagentjes. “
Lichtniveau
Bolle’s betoog wordt onderbroken door Pieter van der Jagt, directeur van de Zaltbommelse winkelinrichter MVRO. Met Beeren en Bolle scant hij het winkelpand vier weken na opening op de laatste verbeterpuntjes. Beeren stoort zich met name aan de spots die hier en daar niet goed zijn bevestigd en soms zelfs alweer uitgevallen zijn. Een slechte zaak in een branche waarin consumenten een duidelijk verband ervaren tussen het licht- en prijsniveau. Ook de straalverwarmer die onder de eerst glazen dakkoepel is aangebracht kan haar goedkeuring niet wegdragen. Die hangt namelijk precies boven de metersbrede ijsbak waarin de vis wordt gepresenteerd, en dus draait de eigen ijsmaker in het magazijn overuren. Niet echt handig. Als ook de nieuwe stellage voor de bakker, de belichting van de kazen en nog vele andere kleine dingetjes zijn doorgenomen, stapt Bolle weer in de auto naar Amsterdam.
Daar moet hij met zijn merchandisingteam nog door een lijst nieuwe kandidaat-leveranciers heen. “Dat was eerst echt zoeken, maar nu weten ze ons goed te vinden”, vertelt Bolle. “Boeren kunnen bij ons met zo’n vijftig procent van de uiteindelijke verkoopprijzen aanzienlijk meer marge pakken dan bij de gemiddelde supermarkt.” De tamelijk revolutionaire shop-in-shop-aanpak had nog al wat voeten in aarde. Zo krijgt het personeel van de Marqt-winkels maar liefst acht verschillende leveringen per dag te verwerken; een logistieke krachttoer van formaat. En ook het zeer vernieuwende besluit om geen contant geld meer aan te nemen ontlokte veel positieve reacties vanuit de branche, al durven veel traditionele winkels nog niet te volgen.
Gelukkig brachten de oprichters voldoende retailervaring mee. Zowel Beeren als Bolle werkten eerder bij Ahold, al was dat voor Bolle bij de Amerikaanse dochter US Foodservice. De gedeelde afkeer van de industriële voedingsindustrie bracht hen samen. Bolle: “Ik heb van dichtbij kunnen zien hoe je ontzettend goed kunt verdienen aan ontzettend smakeloos en voedingstofarm eten. Daar werd ik heel triest van, en nu nog. Vooral als je bedenkt hoe belangrijk voeding is voor je lichaam en geest. Van goed eten word je happy, en ik ben blij dat wij daar een bijdrage aan kunnen leveren.”
Tekst Arnoud Groot