Het begon allemaal met een bezoek aan een frisdrankenfabriek in 2004. Leonard Freeke was toen interim financieel directeur van een drankenfabrikant en verwachtte fruit te zien bij de productie. “Maar ik zag alleen zakken met doodshoofden erop. Frisdrank bleek gemaakt te worden van vrijwel alleen chemische ingrediënten. Ter plekke besloot ik dat dit anders moest kunnen.”
Freeke besloot te onderzoeken of frisdrank ook gemaakt kon worden zonder chemicaliën. “Ik ontdekte allereerst dat citroenen de oorspronkelijke basis zijn van alle frisdranken. Daarom heet het lemonade in het Engels en limonata in het Italiaans. Ook stelde ik vast dat tot 1938 al ons voedsel biologisch was. Daarna zorgde de introductie van pesticides en kunstmest in combinatie met ontwikkelingen in de voedingsindustrie voor de toevoeging van stabilisatoren en kleur-, geur-, en smaakstoffen.
>>> Nieuwsgierig naar meer challengers?? Bekijk de lijst van 50 deelnemers van 2011.
Hij kreeg te horen dat het onmogelijk was om tegenwoordig nog een volledig biologische frisdrank te maken. Het motiveerde hem alleen maar meer. Op een internationale biologische voedingsbeurs ontmoette hij drie gepensioneerde Fransen die na een lange carrière in de patisserie en chocolaterie gegrepen werden door zijn missie. Drie jaar lang deden ze samen onderzoek. Bijna elk weekend reed Freeke naar Frankrijk; een biologische frisdrank maken werd een obsessie voor hem. “Het was een weg vol tegenslagen. Vooral de tijd die het kostte om de frisdrank op natuurlijke wijze te conserveren, viel ontzettend tegen. De frisdrankindustrie gebruikt daar conserveringsmiddelen voor.” Freeke probeerde alles, deed tienduizenden testen met allerlei verschillende variabelen. “Ik dreef mijn omgeving tot wanhoop, en kreeg vaak de vraag hoe lang ik hier nog mee door wilde gaan. Maar ik geloofde zo heilig dat het mogelijk was om een natuurlijke frisdrank te produceren zonder teveel suikers. Daarom ging ik elke dag opnieuw met een positieve houding aan de slag.” De testen kostten Freeke al zijn spaargeld. “Niet ideaal met een hypotheek en twee kleine kinderen. Maar ik had nooit verwacht dat dit zo’n moeilijk proces zou zijn.”
Doorzettingsvermogen
Toen Freeke na anderhalf jaar testen bijna moedeloos begon te worden, kwam de doorbraak: het was gelukt om de frisdrank zelfconserverend te maken, waardoor het twee jaar houdbaar was. “Daarna ging het snel. Ik ben op zoek gegaan naar investeerders en gaan praten met de marketingdirecteur van Heineken-Vrumona. Toen hij mijn verhaal hoorde, nam hij ontslag en kwam bij me werken als commercieel directeur. Daarna volgden professionals van Unilever en Red Bull. Nu heb ik een heel sterk team om me heen.” Toch bleef Freeke ook na de doorbraak niet gespeend van tegenslagen. Op financieel gebied, met de wetgeving en vergunningen. “Maar heb een hele lange adem en wist dat het goed kwam.”
Freeke, die dit jaar de titel Sprout Challenger in de wacht sleepte, kreeg gelijk en een half jaar na de introductie ligt Oggu – een samentrekking van de Spaanse woorden organico en gusto, biologisch en smaak – in meer dan duizend Nederlandse en ongeveer honderd Engelse en Belgische supermarkten. En er wordt al gewerkt aan een introductie in Amerika. “Wij zijn de enige frisdrank in de schappen van de supermarkten die echte citroenen gebruikt. Oggu is honderd procent biologisch, klimaatneutraal, zit in een vijftig procent gerecyclede fles en is maatschappelijk verantwoord geproduceerd. We beheren het inkoopproces van alle biologische ingrediënten zelf. Oggu is echt terug gegaan naar de basis. Bij ons in de fabriek is echt fruit te vinden.” Freeke is trots op zijn doorzettingsvermogen. “Ik ben blij dat ik ben doorgegaan met testen. Het bewijst dat ondernemen een kwestie is van steeds weer opkrabbelen en doorgaan.