Bart de Wert, oud-student bedrijfskunde, is al zes jaar bezig met zijn Aerorider. In 1999 richtte hij met twee anderen een vof op om een aërodynamische ligfiets te ontwikkelen. Na vier jaar ging De Wert alleen verder. Hij vindt de ontwikkeling van zijn product nu zo ver dat er aan de productiefase kan worden begonnen. De Wert omschrijft de Aerorider als “een milieuvriendelijk éénpersoonsvoertuig, ontworpen voor forensenverkeer op de korte en middellange afstand (5-30km)”. De ligfiets wordt door mankracht aangedreven, maar ondersteund door elektrische aandrijving. Door de aërodynamische vormgeving kan de berijder met gemak snelheden van 45 kilometer per uur halen. De Aerorider combineert gemakken van auto en fiets: veel bagageruimte, bescherming tegen regen en wind en de wendbaarheid van een fiets. Wie de ligfiets gebruikt, verbetert ook zijn conditie. De Wert prijst de Aerorider aan als een alternatief reismiddel voor mensen die niet meer dagelijks in de file willen staan of afhankelijk zijn van het openbaar vervoer.
Op basis van marktonderzoek denkt De Wert het voertuig te verkopen aan drie soorten groepen. Particulieren kunnen de Aerorider in hun vrije tijd en voor woon-werkverkeer gebruiken. Hij is op de zakelijke markt geschikt voor pakketvervoer en promotie. Ten slotte kunnen klanten ermee door recreatieparken touren.
De Wert verwacht dat hij de komende jaren zo’n duizend stuks op de Nederlandse markt kan afzetten. Hij gaat daarbij uit van een verkoopprijs van rond de 6.000 euro. Voor de internationale markt, met name Duitsland en de VS, denkt hij jaarlijks 4.000 tot 10.000 exemplaren te kunnen verkopen. Wanneer de productie de 5.000 stuks haalt, zal De Wert de prijs verlagen tot 3.500 euro.
Om te beginnen wil de Haarlemmer een serie van 25 exemplaren produceren die terechtkomen bij bekende relaties. Die eerste modellen moeten zelf publiciteit genereren, waarna De Wert de doelgroep met publiciteit en gerichte acties wil benaderen. In het begin zal hij de Aerorider assembleren en verkopen vanuit zijn fabriek. In 2006 en 2007 voorziet De Wert dat hij zijn product via een bestaand dealernetwerk en buitenlandse importeurs kan verkopen. Dit alles moet er voor zorgen dat hij in 2006 voor het eerst break-even kan draaien. Het jaar daarna moet goed zijn voor een omzet van ruim 2 miljoen euro en een winstmarge van 210.000 euro. Als hij de Aziatische markt weet te betreden, verwacht hij hogere cijfers.
Nils de Witte, start up-deskundige
“De Aerorider is een zeer fraai vormgegeven product. De prijs van 6.000 euro vormt echter een obstakel voor een vervoersmiddel met beperkte toepassingsmogelijkheden. Als de prijs daalt tot 3.500 euro, kan het ook gekocht worden door trendvolgers. De markt voor de Aerorider is en blijft een nichemarkt, die aan de onderkant begrensd wordt door de fiets en aan de bovenkant door de auto.
De echte concurrenten (het begon met de Sinclair C5 in 1985) hebben het al jaren moeilijk. In de startfase lukt het nog wel, met producties van vijfhonderd tot 1.500 stuks, maar daarna gaat het mis. Opschalen naar massaproductie kost veel geld en de marktacceptatie lijkt zich niet snel genoeg te ontwikkelen, zodat de marges dalen. Wat ik mis is een (productie)technische man/vrouw binnen de organisatie, die zorgt dat de Aerorider vlot en voor ‘weinig’ de fabriek uit komt rollen.”
Conclusie: “Als er 1 a 2 ton op tafel komt van een investeerder en De Wert weet de juiste (productie)technische man aan zich te binden, dan heeft het bedrijf kansen zich te ontwikkelen tot een leuke nichespeler. Een enorme klapper zie ik niet zo snel zitten. Als de trendsetters afhaken, moet het product bij de trendvolgers verkocht gaan worden. Dat is een stuk moeilijker.”