Nederland telt al 250 verschillende keurmerken. Daarvan staan de eerste dertig met beoordelingen sinds woensdag op een speciale site van de Consumentenautoriteit. Deze dertig keurmerken zijn op hun beurt gekeurd door een onafhankelijke Raad van Accreditatie. De keurmerken op deze site zijn sowieso te vertrouwen. U krijgt per keurmerk te zien wie de eigenaar is, waar het keurmerk voor staat en, het belangrijkste, in hoeverre het keurmerk zijn claim ook echt waarmaakt.
Deze screening vormt in feite een ‘keurmerk voor keurmerken’. Maar niet helemaal, want keurmerken mogen zich vrijwillig melden. Echter, hoe meer betrouwbare keurmerken dit doen, des te opvallender wordt het als een schijnkeurmerk daar straks niet tussen staat. Jammer is dat Consuwijzer geen informatie geeft over het marktaandeel van de keurmerken: ook dit zegt nogal wat over de waarde van zo’n keurmerk.
Er zijn meerdere vage, kleine keurmerken die ondernemers geld vragen om een logo te mogen gebruiken. U komt de advertenties wel tegen op Google: “Keurmerk voor uw Webshop? Onderscheidend en betaalbaar.” Oftewel: koop maar op dat logo. Veel meer heeft het vaak niet om het lijf.
Bestudering van de voorwaarden levert dikwijls niet meer op dan allerlei verplichtingen die al in verschillende wetten staan op. Kortom, als ondernemer moet u zich daar toch al aan houden, keurmerk of niet. Een verplichting om het keurmerklogo te voeren op uw bedrijfssite ontbreekt ook nooit. Achter zo’n ‘schijnkeurmerk’ gaat vervolgens vaak een stichting schuil, waarover verder geen informatie wordt gegeven.
Nep
Als dat zo is, dan kan je als ondernemer je hand op de knip houden, want dan gaat het om een nepkeurmerk, stelt Marcel Gasseling, directeur bij Wissenraet Van Spaendonck. Zijn adviesbureau werkt voor zestig brancheverenigingen die samen dertig keurmerken hebben. Vooral in de financiële sector zie je veel schijnkeurmerken. Een deel daarvan wordt slechts opgericht om te kunnen noemen in reclames. “Dat is op de grens van wat juridisch nog door de beugel kan,” aldus Gasseling.
Stakeholders
Maar ook voor mkb’ers zijn er meerdere keurmerken die alleen gericht lijken op het verkopen van een logo of een plekje in het overzicht van aangesloten bedrijven. Het nut van Mkbkeurmerk.nl of MkbOK.nl valt bijvoorbeeld te betwijfelen. Zo kreeg MkbOK in 2006 al kritiek op diverse sites te verduren. Toch hebben zich volgens MkbOK.nl inmiddels al ‘meer dan 1000 ondernemers’ aangemeld. Sommige bedrijven verkeren zelfs in de waan dat zo’n MkbOK-stempeltje een reden is weer een nietszeggend persbericht te versturen.
Als namen van externe organisaties die een keurmerk ondersteunen ontbreken, dan is die niet serieus te nemen, vindt Gasseling. Als er alleen rijtjes bedrijven staan die het keurmerk hebben, dan is dat niet genoeg. Ook moet er volgens hem te achterhalen zijn wie er plaats hebben in een geschillencommissie. “De stakeholders in een sector moeten zich erbij hebben aangesloten, zoals brancheverenigingen en andere organisaties die er in een sector toe doen.”
Zwarte lijst
Brancheverenigingen mogen keurmerken niet zelf beheren, dat moet een aparte stichting doen. “U hoeft geen lid te zijn van een branchevereniging om een keurmerk te kunnen krijgen. Anders komt een keurmerk in aanvaring met de Nederlandse Mededingingsautoriteit”, zegt Gasseling.
Dat op Consuwijzer een begin is gemaakt met een vanuit de overheid georganiseerde ‘witte lijst’ van keurmerken is een goede eerste stap, vindt Gasseling. Maar is een zwarte lijst eigenlijk niet beter? “Wie zou die lijst moeten opstellen? Dat zou ook weer allerlei juridische problemen opleveren.” Tegen schijnkeurmerken is volgens hem wel enige actie te ondernemen. De Consumentenautoriteit of de Reclame Code Commissie kunnen hen wellicht terugfluiten.
Het aantal keurmerken groeit nog altijd snel, weet Gasseling, vooral de business-to-business keurmerken, zoals Vetron in de opleidingenbranche. “Tegenwoordig komt er in Nederland elke week een keurmerk bij.”
Door Tonie van Ringelestijn