Toetreden tot de wereldwijde chipindustrie is extreem lastig. De markt wordt gedomineerd door gevestigde spelers, de technologie is complex en de ontwikkeltijd buitensporig lang. Toch wist Hamed Sadeghian (44) precies die barrières te doorbreken.
Donderdagavond ontving hij de prestigieuze LET Award 2025 uit handen van prins Constantijn, voor de beste techondernemer van het jaar. De speciaal gezant van startup-organisatie Techleap prees Sadeghian als een van de zeldzame ondernemers die een voet tussen de deur heeft gekregen in deze gesloten industrie.
‘Hamed en zijn team hebben het afgelopen jaar indrukwekkende stappen gezet om Nearfield Instruments te positioneren als een toonaangevend techbedrijf in de wereldwijde halfgeleiderindustrie’, aldus Constantijn. ‘Nearfield belichaamt echt de innovatiekracht van het Nederlandse techondernemerschap, en daar mogen we trots op zijn.’
Naaldjes op nanoschaal
Nearfield Instruments, in 2016 opgericht als spin-off van onderzoeksinstituut TNO, ontwikkelt machines die tijdens het maken van nieuwe chips op atoomniveau kunnen meekijken, zonder dat de chips beschadigd raken. Dat is essentieel, omdat computerchips inmiddels zó fijnmazig en complex zijn dat controleren op productiefouten lastig is geworden.
De technologie van Nearfield werkt met atoomkrachtvelden die zeer nauwkeurig afwijkingen registreren. Het principe is vergelijkbaar met de werking van een platenspeler: een uiterst precieze meetkop detecteert de contouren van het chipoppervlak, net zoals een naald over een vinylplaat beweegt. De bestaande meetmethodes, die werken met elektronenbundels of camera’s, kunnen de kleinste chipstructuren niet goed meten of beschadigen het materiaal.
In de huidige Nearfield-machine zitten vier van deze meetkoppen. Dit systeem is perfect voor het controleren van de nieuwste generatie transistoren, die uit driedimensionale structuren bestaan en van alle kanten bekeken moeten worden. Daarnaast heeft het bedrijf nog een andere techniek ontwikkeld die met geluidsgolven door de bovenste lagen van een chip heen kan kijken, vergelijkbaar met een echo-onderzoek in het ziekenhuis.
Met deze technologieën heeft het Rotterdamse Nearfield, in 2023 nog MT/Sprout Challenger, zich ontwikkeld tot een belangrijke speler in de wereldwijde chipindustrie.
Een bedrijf van wereldformaat
In 2024 haalde Nearfield 135 miljoen euro op bij investeerders, een van de grootste financieringsronden voor een deeptechbedrijf in Nederland ooit. Als alles volgens plan verloopt, hoopt Sadeghian dat Nearfield binnen twee jaar kan uitgroeien tot een miljardenbedrijf, vergelijkbaar met andere Nederlandse chipsuccessen zoals ASML, ASM International en Besi.
Hij streeft naar een beursgang, maar sluit ook niet uit dat het bedrijf over een jaar of anderhalf zou kunnen worden overgenomen door een grote machinefabrikant. Amerikaanse bedrijven zoals Applied Materials en KLA hebben al interesse getoond, en ook de Nederlandse chipmachinemaker ASML volgt het bedrijf met belangstelling. Eric Meurice, voormalig topman van ASML, is commissaris bij Nearfield.
De machines van Nearfield kosten miljoenen euro’s per stuk. Het bedrijf kan er jaarlijks enkele tientallen bouwen. Samsung, een van ‘s werelds grootste chipfabrikanten, gebruikt de apparatuur van Nearfield al in de massaproductie van geheugenchips. Ook andere grote fabrikanten zoals Intel en TSMC tonen serieuze interesse. Er is een groeiende vraag naar dit soort geavanceerde meetapparatuur omdat chips steeds ingewikkelder worden, met steeds meer onderdelen op een klein oppervlak.

Prins Constantijn, die donderdag de LET Award uitreikte, was lovend over het werk van Sadeghian: ‘Er zijn wereldwijd maar heel weinig bedrijven die voet aan de grond krijgen in de halfgeleiderindustrie. De sector is complex en de tijd tot marktintroductie extreem lang. Jij hebt dat voor elkaar gekregen. We hopen natuurlijk dat Nearfield uitgroeit tot het volgende ASML en dat er over tien jaar boeken zijn over hoe dit bedrijf zo’n vlucht kon nemen.’
Van Isfahan naar Nederland
Dat Sadeghian in Nederland de prijs voor beste techondernemer krijgt, is ergens toevallig. De geboren Iraniër had twintig jaar geleden ook naar Canada, Australië of de VS kunnen gaan. Hij koos voor Nederland, aangetrokken door wat hij in een interview met het FD de ‘zelfredzaamheid’ van Nederlanders noemt, de doe-het-zelfmentaliteit. Heel anders dan in Iran, waar mensen leunen op de hulp van anderen.
Sadeghian werd in 1981 geboren in Isfahan, de derde stad van Iran. In zijn geboorteland studeerde hij werktuigbouwkunde aan de technische universiteit. Als 20-jarige student richtte hij al zijn eerste bedrijf op: Jahesh Poulad, dat apparatuur bouwde voor de staalindustrie, olie- en gasindustrie. De littekens staan nog op zijn vingers van het jarenlang werken met zware machines.
Op zijn 25e nam hij een gedurfd besluit. Terwijl zijn eerste bedrijf in Iran floreerde, verkocht hij alles om in Nederland te promoveren. ‘Ik verveelde me omdat er weinig technische uitdagingen waren, en had geen zin om mee te doen aan het corrupte politieke systeem in Iran, dat was de enige manier om grotere projecten te krijgen’, zei hij daarover tegen NRC.
In 2007 verhuisde Sadeghian naar Nederland, om aan de TU Delft een PhD te doen in precisiemechanica en mechatronica. Hij specialiseerde zich in microscopie met atoomkrachtvelden. In 2010 promoveerde hij cum laude. Daarna werkte hij als senior onderzoeker bij TNO, waar hij wetenschappelijk directeur werd van het onderzoeksprogramma naar nieuwe materialen (NOMI).
‘Ik voel me juist hier thuis omdat Nederlanders niet doen aan mooipraterij of verhullend taalgebruik’, tekende het FD op. Zijn familie, onder wie twee zussen, bleef in Iran wonen. Zelf komt hij al jaren niet meer in zijn geboorteland.
In 2013 haalde hij zijn MBA aan de Vlerick Business School in België. Later was hij ook parttime hoogleraar aan de Technische Universiteit Eindhoven, maar stopte wegens tijdgebrek. In 2016 richtte hij Nearfield Instruments op, samen met TNO-wetenschapper Roland van Vliet. Het bedrijf dat is gevestigd op een industrieterrein niet ver van Rotterdam Airport telt nu ongeveer 220 medewerkers uit meer dan 30 landen.
Nederlandse directheid
In het begin was Sadeghian de technische baas en Van Vliet de algemeen directeur van Nearfield. In 2020 huurden ze iemand van buiten in om het bedrijf te leiden, maar dat werkte niet goed. Toen vroegen de investeerders of Sadeghian zelf ceo wilde worden. ‘Eigenlijk wil ik helemaal geen algemeen topman zijn. Geef me de verantwoordelijkheid over productontwikkeling en klanten, en ik ben gelukkig’, zei hij tegen NRC. Toch nam hij de leiding op zich.
Zijn collega’s beschrijven hem als gepassioneerd en overtuigend, iemand die houdt van controle maar niet van eindeloos overleg. De Nederlandse directheid past hem als een handschoen. Mensen zijn vaak verbaasd door zijn rechtstreekse communicatiestijl, vertelde hij aan NRC. ‘Dat verwachten ze niet van iemand uit een ander land.’
Balans is belangrijk voor Sadeghian. Om de week neemt hij vrijdag vrij voor reflectie in de natuur. Deze rustdagen zijn nog waardevoller geworden sinds de geboorte van zijn dochter Sophia, die dezelfde leeftijd heeft als zijn bedrijf. Tijd doorbrengen met haar helpt hem volledig los te komen van het werk. Net als zijn hobby’s; in zijn schaarse vrije tijd sleutelt hij aan audioapparatuur en doet aan houtbewerking.
De toekomst van Nearfield
Nearfield maakt zich klaar om nog harder te groeien. Tijdens de prijsuitreiking legde Sadeghian uit waarom zijn aanpak in de chipwereld werkt. ‘De chipindustrie is een bijzondere markt’, vertelde hij. ‘Er zijn maar een paar grote spelers en het is ontzettend moeilijk om hier tussen te komen. Het belangrijkste is dat je niet voor elke klant iets anders maakt. Wij doen niet aan maatwerk.’
Volgens Sadeghian is het juist de strakke planning van de chipindustrie die hem helpt. ‘Iedereen beweegt dezelfde kant op: kleinere transistors, betere prestaties en minder energieverbruik. We hoeven dus maar één product te maken dat voor alle klanten werkt. Dat is de enige manier om echt te kunnen groeien.’
De toekomst van Sadeghian en zijn bedrijf ligt voorlopig stevig in Nederland. Als techondernemer van het jaar blijft hij werken aan zijn missie: de chipwereld voorzien van de allerbeste meetapparatuur. En misschien, zoals prins Constantijn hoopt, kijken we over tien jaar terug op ‘het volgende ASML’.
Lees ook: Quantum bloeit in Nederland, maar waar blijft de ASML van quantum computing?