Vorige week gaf ik aan dat ik met een optimistisch businessplan de Rabobank binnenstapte. Een zakelijk krediet was het beoogde doel zodat ik een grotere voorraad kon aanleggen. Grotere voorraad, betere marges, snellere levertijden, ik zag het helemaal voor me. Het leek een win-win-win-situatie. Het bleek echter het begin van de ondergang van mijn bedrijf.
Omzetprognose hoger bijstellen om zakelijk krediet te krijgen
Hoe optimistisch ik mijn businessplan ook vond, de adviseur van de Rabobank vond dat ik het nóg optimistischer moest maken. Ik had een stabiele groei voor de komende vijf jaar geprognotiseerd, gebaseerd op mijn huidige groei, minus de helft. Ik was dus vrij voorzichtig.
Maar om het beoogde krediet te verkrijgen werd mij geadviseerd om de te verwachten groei (in omzet en winst) een stuk hoger uit te laten vallen. De kredietbeoordelaars zouden zo een stuk sneller overtuigd zijn van de haalbaarheid van mijn businessplan.
En hier wringt bij mij nog altijd de schoen. Het voelde niet goed. Het was in mijn ogen een evenwichtig businessplan: voorzichtig optimistisch, maar vooral realistisch. Er rees dan ook gerede twijfel toen ik de bank uitstapte met de opdracht mijn businessplan aan te passen en de hele zaak mooier voor te doen dan daadwerkelijk het geval was.
Ook het feit dat er blijkbaar enkel werd gekeken naar de omzet en winstprognoses over vijf jaar en niet naar het plan dat daarachter zat verbaasde mij. Een goed geplaveide weg ernaar toe lijkt mij belangrijker dan de uiteindelijke, op fantasie gebaseerde bestemming.
Maar helaas, het adagium ‘vertrouw altijd op je gevoel’ voer ik nu te pas en te onpas uit, toentertijd was ik een groentje, onervaren en die uitermate vriendelijke man van de bank zal toch wel weten wat hij mij adviseert. Ik paste mijn businessplan aan, verdubbelde zo’n beetje alle prognoses en kreeg zonder problemen een zakelijk krediet. Het slechte gevoel verdween, ik was blij, liet voorraad uit China komen en ging de boer op met mijn nieuwe producten.
Klant ging failliet
Na anderhalf jaar kwam er echter de klad in. Mijn grootste klant ging failliet, waardoor er aan de transportkant een enorm gat viel. Aan de andere kant, in de verzegeling, liepen de verkopen terug en mijn omzet werd zo’n beetje gehalveerd.
Deze negatieve spiraal zette rap door en ik besloot te stoppen met de verzegeling. Teleurgesteld verkocht ik mijn huidige voorraad tegen kostprijs aan mijn grootste concurrent, zegde mijn leverancier in China op, ik deed de auto de deur uit en verkocht de domeinnaam van de site.
Het roer omgooien
Totale schade: zo’n 30.000,- restschuld, een gemankeerd bedrijf en een gevoel alsof je een WK-finale hebt verloren door de laatste penalty te missen omdat je vol in de grond trapt. Gelukkig heb je geen tijd om dat ontdane gevoel vast te houden. Hoe cliché ook, je moet door. Voor jezelf, maar ook omdat er een fors bedrag terugbetaald moet worden. Ik besloot het roer helemaal om te gooien en de transportsector vaarwel te zeggen.
De eerste stap naar mijn nieuwe werkterrein was het wijzigen van de bedrijfsnaam van mijn Rabo-rekening. En met deze stap maakte ik een roedel slapende honden wakker, die mij agressief de hoek indreven.
Dit is deel 2 in een reeks columns van Tjeerd Langstraat. Volgende week column nr. 3. Die zal gaan over hoe de Rabobank hem het mes op de keel zet en het starten als freelancer in een geheel andere branche.