Hoe komt het dat een organisatie, bekend bij velen in ondernemersland, de handdoek in de ring gooit? Terwijl oprichters Ben Lacor en Nils de Witte knokten om ondernemerschap te stimuleren met beperkte middelen, stapte de overheid een aantal jaar geleden opeens in de markt. Met schijnbaar onbeperkte middelen. “Twinning, Dreamstart, Biopartner, universiteiten, regionale ontwikkelingsmaatschappijen, iedereen had opeens verstand van ondernemen. Tegenwoordig zijn er regionale knuffelprojecten, gefinancierd met geld van gemeenten, provincies, regio’s, Den Haag en Brussel. Iedereen werkt langs elkaar heen. Je hoeft maar te roepen ‘ik ben ondernemer’ en je wordt als held vereerd.”
‘En als je een held bent, hoef je natuurlijk niet te betalen,’ vervolgt De Witte. ‘Zit wel wat in,’ lacht hij. De bemoeienis van de overheid heeft twee nadelige gevolgen gehad, denkt hij. Ten eerste werd alles gratis. Er waren opeens allerlei fondsen voor ondernemerschap. ‘En wie zijn degenen die dat geld oppikken? Consultants.’ Er is nu eenmaal een klasse van consultants, die gespecialiseerd is in het opstrijken van overheidssubsidies. ‘Het maakt ze niet uit of het gehandicapte ouderen zijn die terug moeten naar de arbeidsmarkt, of technostarters.’
Koppelen
De medewerker van Sprout – De Witte beoordeelt pitches, zat in het expertpanel en schreef columns – gaat ondernemers in derdewereldlanden helpen. Zijn compagnon Ben Lacor zet hun bedrijf Nebib, afkorting voor Nederlandse Beurs voor Investeringen in Bedrijven en ondernemingen, in afgeslankte vorm voort.
Vanaf 1994 brengen De Witte en Lacor ondernemers en investeerders bij elkaar. Ze zagen in de jaren negentig een kapitaalkloof, zoals ze dat zelf noemen. Een kloof tussen potentiële investeerders en innovatieve ondernemers. Er zijn namelijk altijd succesvolle ondernemers die hun bedrijf hebben verkocht en hun verdiende geld willen investeren. Alleen kunnen ze vaak geen kansrijke starters vinden, terwijl er altijd startende ondernemers op zoek zijn naar geld. Sindsdien koppelt Nebib zo’n twintig investeerders en ondernemers per jaar. De meest investeringen liggen tussen de vijftig en tweehonderdduizend euro.
-nextpage-
Lacor en De Wittes taak was het kaf van het koren te scheiden en de kansrijke ondernemers goed voorbereid met een investeerder in contact te brengen. Onderwijl overtuigden ze die ondernemers er van dat ze niet alleen het geld van een investeerder moeten aanpakken, maar ook zijn adviezen. Een investeerder moet op zijn beurt bereid zijn een actieve commissaris te worden. Een succesverhaal is het bij elkaar brengen van ondernemer Igor Kluin met investeerder Hans Bertram. Bertram stopte 250.000 euro in Kluins startup Qurrent en werd adviseur.
Als ondernemer en investeerder uiteindelijk met elkaar in zee gingen, toucheerde Nebib twee procent van het geïnvesteerde bedrag. Voorlichting aan en coaching van ondernemers was veelal liefdewerk. De belangrijkste netwerkactiviteit en een goede inkomstenbron was Holland Innovation, een jaarlijkse beurs voor ondernemers en investeerders. Nu gaat Nebib, in de persoon van Ben Lacor, zich concentreren matchmaking, training en coaching, maar wel tegen een uurtarief. De drie andere medewerkers gaan wat anders doen. De Witte: “Van een heel breed platform, wordt Nebib een gefocuste consultant.”
‘Alles is gratis’
De gratis overheidsdiensten nekken De Witte dus. Denken dat alles gratis is, is overigens geen typisch Nederlands verschijnsel en het komt niet alleen door de overheid, nuanceert De Witte. Ook in andere Europese landen ziet hij deze tendens. En ook internet draagt bij aan het idee dat alle informatie gratis is. “Ondernemers zijn niet meer gewend dat een dienst geld kost.” Dit maakte het voor Nebib steeds moeilijker geld te vragen voor zijn diensten.
Een tweede gevolg van de overheidscampagnes is dat ondernemerschap wordt voorgesteld als iets wat iedereen kan. “In zijn tomeloze ambitie om meer ondernemers te kweken, roept de overheid dat ondernemen leuk is.” De Witte, stellig: “Ondernemen is niet eenvoudig, het is geen lifestyle, het is keihard werken.”
Het meest illustratief voor het contraproductieve beleid van de overheid, is het plotselinge opduiken van een door het Innovatieplatform georganiseerde Innovatiedag, eenzelfde soort evenement als Holland Innovation. Holland Innovation was vanaf 1999 het vlaggenschip van Nebib en vormde een aardige inkomstenbron. Ondernemers betaalden een bescheiden toegangsprijs van 45 euro en overheidsinstanties en scholen huurden een stand. “Die innovatiedag was in dezelfde maand als ons evenement en alles wat gratis: toegang, stands, broodjes, fruitsalades, noem maar op.”
De afzeggingen van ondernemers en standhouders voor Holland Innovation, en de boycot van de Haagse publieke sector, heeft Nebib een ton gekost, schat De Witte. In plaats van samenwerking te zoeken, organiseerde het Innovatieplatform exact hetzelfde evenement. “Zo word je uit de markt geconcurreerd door een knuffelproject. Ik heb natuurlijk niets tegen concurrentie, maar wel als het wordt gefinancierd met overheidsgeld.”
Financieel was Holland Innovation dan wel geen succes, als evenement wel: de Jaarbeurshal in Utrecht gonsde van het ondernemerschap. Honderden entrepreneurs presenteerden hun producten, gingen naar workshops, hielden een elevator pitch voor investeerders of besloten tot samenwerking. De Rabobank reikte er zijn Herman Wijffels Innovatieprijs uit.
Overheidsaangelegenheid
Een goed functionerende, goedkope private infrastructuur (van Nebib) wordt vervangen door een dure publieke infrastructuur (van alle overheidsinitiatieven), die bijna niets oplevert, is zijn samenvatting..Wat is de volgende stap, die de overheid neemt in haar ijver ondernemerschap te stimuleren, vraagt De Witte zich retorisch af. “Dat de financiering van nieuwe bedrijven een exclusieve overheidsaangelegenheid wordt? Het kan toch niet de bedoeling zijn dat zaken als innovatie, ondernemerschap en durfkapitaal het exclusieve terrein van de overheid worden.”
De Witte gaat nu ondernemers in de derde wereld aan investeringskapitaal helpen. Hij gaat werken bij Bidnetwork.org, een organisatie die ondernemerschap in derde wereldlanden stimuleert. Bidnetwork beoordeelt elke jaar duizenden businessplannen en heeft zeven agentschappen in Afrika, Azië en Latijns Amerika. Venture Capital voor grote investeringen komt daar nu langzaam van de grond en microkredieten ook, maar de groep daartussen heeft nog moeilijk toegang tot kapitaal. Zijn ervaring bij Nebib gaat in ieder geval niet verloren. ‘Het helpen van ondernemers in Nederland is ook ontwikkelingswerk.’ De Witte gaat opnieuw een kapitaalkloof dichten.
Door Mark van Baal