Hier en daar wat vintage meubels en een tapijtje, overal dozen met nieuwe kantoorapparatuur en ruimte is er nog zat. Het nieuwe hoofdkantoor van VanMoof in Amsterdam ziet er bijna een halfjaar na de doorstart van de e-bikemaker uit alsof hier net een startup is ingetrokken.
Maar dat is ook wel het verhaal van Elliott Wertheimer, die als co-ceo samen met Albert Nasser VanMoof 2.0 de afgelopen maanden op de rit heeft gekregen.
De val en doorstart van VanMoof
De voorgeschiedenis is bekend: met het ‘oude’ VanMoof gingen de broers Ties en Taco Carlier in juli failliet nadat ze zich hadden verslikt in te lage marges op onbetrouwbare fietsen die de service- en garantiekosten uit de klauwen lieten lopen.
Lees ook: Taco en Ties Carlier hadden lef en dachten groot, dat bleek de valkuil voor VanMoof
Maar een bekend merk met veel meer fans dan haters hadden ze wel opgebouwd, dat blijkt ook wel uit de 114 partijen die zich bij de curatoren meldden voor een overname.
Het Britse ingenieursbureau McLaren Applied was een daarvan. Via dochter Lavoie, dat op het punt stond een elektrische step te lanceren, deed het een gooi naar VanMoof. Wertheimer en Nasser zouden als ceo’s van Lavoie ook VanMoof onder hun hoede nemen. Met steps, maar ook met e-bikes hadden ze al uitgebreide ervaring. ‘Als je in zo’n complex terrein stapt als dit, moet je denk ik een beetje gek zijn van techniek,’ zegt Wertheimer.
Genekt door de Brexit
De Fransman groeide op in Mauritius, deed zijn middelbare school in Frankrijk maar studeerde lucht- en ruimtevaarttechniek in Bristol. ‘Het zit echt in mijn bloed. Ik hou ervan dingen te repareren, oplossingen te bedenken voor technische problemen. Als kind sleutelde ik al aan kleine brommertjes, op mijn twaalfde begon ik met programmeren en ik was verder druk met bouwen van gemotoriseerde modelvliegtuigjes. Als het maar complex was en er een motor inzat.’
Lees ook onze review: De ‘nieuwe’ VanMoof S5 is zichzelf gebleven – en weer een tikkie goedkoper
Wertheimer deed onderzoek naar nucleaire batterijen en andere geavanceerde tech, maar besloot samen met zijn studiemaat Nasser dat een eigen onderneming meer perspectief bood dan onderzoek aan de universiteit. Hun startup stapte in elektrische fietsen en steps. ‘Als ingenieur zagen we elektrische tweewielers als een oplossing voor de grote duurzame uitdagingen rond mobiliteit in steden.’
Furosystems ontwikkelde e-steps, vouwfietsen en ‘gewone’ e-bikes, vaak van carbon. ‘We waren gebootstrapped en toen kwam Brexit, waardoor de export naar de EU moesten we opgeven. Dat kostte ons 30 procent van onze omzet, terwijl de onderdelen die uit Europa moesten komen onmogelijk duur werden.’
Visie voor e-mobiliteit
Wertheimer en zijn compagnon kwamen via via in contact met McLaren Applied, dat zelf ook al een e-step ontwikkelde, en het duo besloot in 2021 onder de vleugels van het vermaarde ingenieursbureau verder te gaan.
‘Als je aan zo’n ontwikkelproject werkt, kijk je verder dan het product e-step of e-bike Wat voor een ingenieur centraal staat: hoe maak ik echt impact met mijn technologie? Wij beseften dat we naar een andere vorm van e-mobiliteit toe moesten. Mensen rijden te weinig op een fiets of step omdat ze dat niet cool vinden, of omdat ze niet zwetend willen aankomen bij kantoor. Een tweewieler moet efficiënt, mooi, betrouwbaar en relatief betaalbaar zijn.’
Dat klinkt al aardig in de richting van de visie waarmee Taco en Ties Carlier the next billion on bikes wilden krijgen. ‘Wij hadden ook een project voor een e-bike in de pijplijn. En VanMoof was zeker een van de merken waarnaar we keken. We waren onder de indruk van het ontwerp en de technologie erachter. Toen het bij VanMoof vorig jaar mis dreigde te gaan, wisten we dat we meteen met hen moesten gaan praten om te kijken of we konden helpen.’
Steun van McLaren Applied
Toen het helemaal misging, wisten Wertheimer en Nasser McLaren Applied en diens eigenaar, investeerder Greybull, achter hun poging te krijgen om VanMoof te bemachtigen. Zelf geven ze geen cijfers, maar de curator zou niet veel meer dan 1 miljoen euro hebben gekregen van de Britten. De deal ging dan ook niet alleen om de hoofdprijs voor de boedel.
‘Dat we McLaren Applied achter ons hadden, gaf ons een uniek profiel’, zegt Wertheimer. Nick Fry, de ceo van McLaren Applied, heeft niet alleen succesvolle F1-teams geleid, hij was ook baas bij Aston Martin en leidde bij Ford een belangrijke terugroepactie.
‘Hij heeft dus nogal wat situaties meegemaakt waarin productbetrouwbaarheid een rol speelde. We hadden zelf al eens een e-bike ontwikkeld, en hadden dus zowel uitgebreide technische kennis als ervaring met mobiliteit. Daardoor werd ons bod serieus genomen door de curatoren.’
Magisch merk
En toen begon het echte werk. Wat Wertheimer aantrof toen hij zich meldde in Amsterdam? ‘Een merk waar mensen nog meer van hielden dan we eerder hadden gedacht. Ondanks alle issues waarmee VanMoof worstelde waren veel mensen boos, maar nog veel meer waren hoopvol.’
Voor de doorstart moesten de nieuwe ceo’s met alle A-players van het oude VanMoof koffie drinken om ze te verleiden aan boord te stappen. ‘Dat heeft me mijn zomer gekost, en heel veel slaap’, lacht Wertheimer. ‘Maar dat was achteraf het cruciale moment voor de doorstart: zorgen dat we genoeg mensen enthousiast kregen voor onze aanpak. Sommigen waren behoorlijk aangeslagen door het faillissement. Die moesten we overtuigen van onze kans op succes.’
Het verhaal waarmee de VanMoof-ceo ze overtuigde, vertelt hij nu nog aan iedereen: dat VanMoof een magisch merk is met een geweldig design en marketing, met producten die technologisch jaren voorlopen op de rest van de e-bikewereld. ‘De elektronica benadert echt het niveau van de automotive. Denk aan het schopslot, dat automatisch opengaat als je in de buurt bent. Daar zit zes jaar intensieve ontwikkeling in. Het is magie, en het werkt.’
Businessmodel VanMoof klopte niet
Belangrijker nog is hoe de Britten het lek boven willen krijgen. ‘Ja, het aantal storingen was te hoog, vooral bij de 3, al was die vanaf 2021 betrouwbaarder en was de 5 in orde. Maar het probleem van VanMoof was niet zozeer haperende onderdelen, of het feit dat die onderdelen niet van de plank kwamen. Het businessmodel was verkeerd gekozen.’
Wat VanMoof vooral heeft genekt, stelt Wertheimer, is dat het niet alleen de verkoop, maar ook de aftersales in eigen hand hield. ‘Reparaties en onderhoud van fietsen, die ook nog eens lastig te servicen waren. Het probleem van VanMoof was echt complexer dan het gebruik van zelf ontwikkelde onderdelen. Toen wij dat snapten, wisten we ook hoe we VanMoof konden fixen.’
Terwijl in Amsterdam én in Taiwan, waar VanMoof de productie organiseerde, weer mensen werden aangenomen, ging vooral Wertheimers co-ceo daar de leveranciers af met het nieuwe verhaal. ‘Het zijn grote, zakelijk geleide fabrikanten. Die snapten dat ze hun verlies moesten nemen en ze zagen onze plannen wel zitten. Ze waren vaak nog steeds erg enthousiast over VanMoof.’
Wertheimer zelf is op werkdagen in Amsterdam, maar zoekt nog steeds een appartement. ‘Ik slaap bij vrienden of in een hotel. In het weekend ben ik in Londen, in Parijs bij familie of bij vrienden in Italië. Een nomadenbestaan ja, maar dat gezien mijn jeugd ben ik dat wel gewend.’
Fietsen verbeterd waar nodig
Wat het businessmodel betreft: voortaan laat VanMoof alle onderhoud en reparaties over aan een netwerk van fietsenmakers en fietsenwinkels. De verkoop gaat voorlopig ook via de retail, al gaat binnenkort wel een webshop open. Maar wie online een exemplaar bestelt terwijl er geen servicepunt in de buurt is, krijgt een waarschuwing. ‘Het is een hybride model. Maar de enige aftersales die we doen, doen we voor onze servicepartners.’
En de fietsen zelf, daar ging de stofkam door. ‘Welke onderdelen moesten we vervangen, welke konden we nog verbeteren en welke waren gewoon goed? Dat leidde tot de conclusie dat de S5 en A5 met wat kleine aanpassingen en een software-update superbetrouwbaar waren.’
Lees ook: Getest: de nieuwe Veloretti Ace en Ivy Two, een prima alternatief voor VanMoof
Bij de 3 was een handvol onderdelen onder de maat, maar zou door zijn andere ontwerp veel meer moeten worden omgebouwd. De onderdelen voor de 3 levert het nieuwe VanMoof wel nog, zo nodig verbeterd. ‘Dat is ons belangrijkste doel voor dit jaar: het vertrouwen in VanMoof terugbouwen en de riders op de weg houden.’
Binnen 2 à 3 jaar winstgevend
Nu de eerste containers met verse fietsen weer in Nederland zijn aangekomen, is deze week ook doel twee in zicht: VanMoofs leveren. Hoeveel? Daarover wil Wertheimer weinig kwijt. ‘Duizenden, maar we willen niet te snel gaan en beginnen met landelijke dekking in Nederland en Duitsland. Waar geen winkel is, verkopen we liever geen fiets.’
Eerder liet McLaren Applied al weten dat desnoods tientallen miljoenen beschikbaar zijn om VanMoof weer op de rit te krijgen. Wertheimer denkt dat zijn bedrijf binnen twee à drie jaar weer winstgevend kan zijn. ‘Het kan best langer duren hoor, of als we heel veel mazzel hebben gaat het sneller. Maar daarmee eindigt onze ambitie natuurlijk niet.’
De nieuwe eigenaren van VanMoof grijpen dus niet meteen naar standaard onderdelen, maar sluiten niet uit dat toekomstige modellen meer spullen ‘van de plank’ zullen bevatten. Vooral waar die wat design of innovatieve functies niet het verschil maken.
‘Dat is een kwestie van het juiste evenwicht vinden. Maar je kunt de e-bike niet zo innoveren zoals VanMoof dat deed door het traditionele model van de gevestigde fietsenfabrikanten te volgen. Wij zijn hier ook echt om iets te dóen, niet alleen maar om fietsen te verkopen. We willen dat meer mensen gaan fietsen, en daarvoor moeten we de best denkbare fiets maken, die er het beste uitziet en het altijd doet.’
Nieuwe ideeën voor VanMoof
Heeft de Franse co-ceo als lucht- en ruimtevaartingenieur niet een stapel ideeën voor toekomstige VanMoofs? De eerste wordt de omgekatte step die Lavoie al vorig jaar november had willen lanceren. Die komt ergens in het volgende kwartaal. Maar daarna?
‘Natuurlijk heb ik veel ideeën, maar mijn rol als ceo is dat ik alle r&d-talenten en de e-bike-experts hier richting geef, een richting waar iedereen achter staat. Dan komen door samenwerking vanzelf de beste ideeën bovendrijven.’