Iedereen heeft recht op privacy. Niemand heeft het recht om zonder toestemming je brieven of e-mails te lezen.
Op het werk is dit anders. De manager mag steeds in de computer van een werknemer, omdat het de computer van de baas is en omdat de computer voor het werk gebruikt wordt. Bij ziekte of vakantie moet men bij rapporten, brieven en e-mails kunnen. Het is verstandig dit in de arbeidsovereenkomst of in een personeelshandboek vast te leggen. Toch heeft de werknemer op het werk ook recht op enige privacy. Hij mag eens bellen met de dokter, met zijn vrouw en/of minnares. Maar niet ten nadele van het werk, natuurlijk.
Bij afwezigheid mag de baas geen, aan het onderwerp herkenbare, privémailtjes openen en lezen. Dat is niet altijd makkelijk te zien. Stel dat je per ongeluk – of expres – stuit op een privémailtje van een werknemer waarin deze schrijft: "Mijn manager weet niets van onze kraak van vannacht in het magazijn", dan is dat prachtig bewijs tegen de werknemer. Hebben is binnen, zou je denken. Het mailtje mag dan onrechtmatig verkregen zijn, bewijs van daad en dader levert het wel op. En dat is nu het mooie, zo kijken rechters – ook die in Rotterdam – er meestal ook naar als ze moeten beslissen over ontslag op staande voet en de schade die van de dader wordt gevorderd.
Marcus Draaisma is advocaat arbeidsrecht en partner Palthe Oberman Advocaten, arbeidsrecht specialisten.
