Ik ben die twee eeuwig dankbaar.
Het zal zo'n vijftien jaar geleden zijn geweest dat ik het voor het eerst bewust hoorde. Bij de koffieautomaat. Zegt de ene man tegen de andere: "Hoe lang moet jij eigenlijk nog?" En de ander: "Pfff… Veertien! En jij?" Het is serieus waar. En het ging niet om kerels die voor een hondenfooi een schandalig saaie shitbaan hadden die langzaam maar gestaag hun lichaam sloopte. Nee, het waren twee (zelfbenoemde) topverslaggevers van het mannenweekblad waar ik werkte. Vergadertijgers die anderhalve ton (in guldens) opstreken voor pak ‘m beet tien, twaalf artikelen per jaar. Liefst opgehaald per ‘zilveren vogel' in een ver, ver buitenland. Of overgeschreven uit de knipselmap, lekker makkelijk.
Je kunt namelijk nog zo veel cursussen en trainingen en workshops en coachingtrajecten volgen – daar leer je toch vooral hoe het wel moet. En dat werkt bij mij nu eenmaal een stuk minder goed dan concrete voorbeelden te zien van hoe het niet moet. Die twee Muppets bij die koffieautomaat, mannen die de tijd nog hadden meegemaakt van het declarabel sigaren roken en whisky drinken, maakten mij in één klap duidelijk hoe ik niet wilde worden. Dood zijn kun je nog lang genoeg. Als je werkt, moet je het met vuur en passie doen. Iedere dag weer. En als de uitdaging (maar dan de echte!) begint te verdwijnen, moet je wat anders gaan doen. Zodat het er niet om gaat hoe lang je nog moet, maar hoe lang je nog mag, wilt en kunt…
Bram B. Bot is kritisch volger van dino's en hipo's, twee soorten die de sfeer op de werkvloer doorgaans behoorlijk verpesten.