Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Een bonus, kan het nog?

Uw buren, ja, die hebben nu wel genoeg ­bonussen ­gehad. Maar voor ú een bonus, zo met de feestdagen in zicht, dat zou niet gek zijn. En ook terecht, toch?  Tja, die bonussen. Wat je er ook van mag vinden, ze blijven in elk geval de gemoederen ­bezighouden.

 

Laten we allereerst vaststellen dat ze in het maatschappelijke debat vaak wel erg makkelijk over één kam worden geschoren. Een bonus kan zich immers voordoen in allerlei verschijningsvormen. De bekendste is de bonus als beloning voor extra inspanningen of bij een goed jaar van de werkgever. Maar ook een retentiebonus om sleutelfiguren nog een tijd in dienst te houden kom je regelmatig tegen. Vooral bij ­overnames of – wat in deze tijd vaker voorkomt – bij faillissementen ter afwikkeling van de ­failliete boedel. Ook heb je bonussen die de ­directeur bij vertrek kan krijgen of in geval van change of control, ­bijvoorbeeld bij emissie van aandelen of verlies van een meerderheids­belang. En er worden ook ­bonussen betaald als iemand een ­arbeidsovereenkomst komt tekenen, de zogenoemde ‘sign on'-bonus. De bonus is iets anders dan commissie, die sales managers ­krijgen bij door hen behaalde omzet. De bonus is wél loon en er moet dus gewoon belasting over worden betaald. De Belastingdienst loopt dan ook forse inkomsten mis, nu de baas van de Belastingdienst – de Minister van Financiën – zo enorm tegen hoge bonussen te hoop loopt en deze bijvoorbeeld beknot bij zijn eigen banken. Het zal het principe wel wezen.

In Amsterdam heeft de kantonrechter ­onlangs de nakoming van een afspraak over een retentiebonus van een bankier afgewezen. De bankier in kwestie had al genoeg gehad, vond de rechter, en de eis tot betaling strookte bovendien niet met de nieuwe ­maatschappelijke opvattingen. Gedane toezeggingen waren ­opeens niet relevant meer voor de kantonrechter, die daarmee het voor het rechtsleven belangrijke pacta sunt servanda opzij zette – het principe dat afspraken moeten worden nagekomen.

Enkele dagen later honoreerde de kantonrechter in Utrecht vergelijkbare vorderingen van ­collega-bankiers van dezelfde bank overigens wél. Deze ­kantonrechter zei namelijk: "Het gegeven woord bindt". Kernachtiger en juister kon hij het niet zeggen. De ­recessie en welke maatschappelijke discussie dan ook zijn niet zwaarwegend genoeg om een afspraak tussen partijen opzij te zetten. Altijd interessant als twee naburige rechters tegenovergestelde uitspraken doen over eenzelfde kwestie. Hebben bonussen toekomst? Vast wel. En waarschijnlijk ook weer in allerlei nieuwe verschijningsvormen. Bedrijven moeten echter wel ­bedenken dat bonussen werknemers ­meestal niet binden aan een bedrijf, juist niet als bonussen makkelijk verdiend kunnen worden.

Toen ik zo'n 18 jaar geleden nog een wat ­jongere advocaat was, kregen wij geen bonussen voor ons werk. Reden: niemand zou dan meer de financieel minder leuke zaken willen doen. Bonussen zouden ook voor verdeeldheid tussen de advocaten zorgen. Wij waren al gauw door deze argumenten overtuigd. Ik heb nooit begrepen waarom deze argumenten door ­zoveel werkgevers zijn vergeten. Op de keper beschouwd veroorzaken de meeste bonussen eigenlijk vooral een hoop narigheid. Maar begrijp me goed, wat je ook van bonussen mag vinden,  in de rechtszaal mag dat niet uitmaken: gemaakte afspraken en gedane toezeggingen moeten gewoon worden nagekomen!

Marcus Draaisma is advocaat arbeidsrecht en partner bij Palthe Oberman Advocaten, arbeidsrechtspecialisten.

[email protected]