Hoe bewaak je als ceo je grenzen? Hoe zorg je dat je jezelf niet helemaal over de kop werkt? Die vragen krijg ik regelmatig. Over het antwoord heb ik onlangs een uitgebreide presentatie in elkaar gedraaid. Over hoe ik als net-afgestudeerde eens zo ver over mijn grenzen ging dat ik bijna achter het stuur in slaap viel. En over e-mailmanagement, je telefoon ’s avonds uitzetten, goed voor je lichaam zorgen, en ontspannen door niets te doen.
Húp in de prullenbak
Al die prachtige ideeën verdwenen begin deze zomer in de prullenbak. Zoals elk jaar rond die tijd eigenlijk. Bij mij thuis weten ze: de eerste twee weken van juni is papa druk. Dan gaat de laptop ’s avonds open, doe ik werkdingen in het weekeinde, en ben ik er soms met mijn hoofd niet helemaal bij.
Ik voel dan de druk van de AFAS Open, waarop we in twee dagen de nieuwe versie van onze software met alle nieuwe functionaliteiten presenteren aan dik vierduizend bezoekers. Zo’n periode is echt even bikkelen. En de vraag is of dat erg is. Ik denk het niet. Het levert veel op: de kick dat het weer lukt, saamhorigheidsgevoel in de appgroepen en supersuccesvolle dagen.
Soms hoor ik mensen zeggen dat je stress hoe dan ook moet vermijden, dat lijkt me kort door de bocht
Mooie herinneringen
Voor mij is dit logisch. En dat geldt voor meer mensen. Iedereen om mij heen die echt iets bereikt heeft, heeft meerdere keren een periode heel hard gewerkt. En als ik collega’s die met pensioen gaan, vraag wat voor hen de mooiste tijd is geweest, komen ze steevast met een periode waarin we samen stevig gebuffeld hebben. De jaren negentig bijvoorbeeld, toen we werkten met software van het Franse Sybel, die – laten we zeggen – niet helemaal lekker functioneerde.
Het is goed dat we met zijn allen niet meer altijd zo hard werken. En dat we veel meer oog hebben voor zoiets als werk-privébalans. Maar daar kun je ook in doorschieten. Soms hoor ik mensen zeggen dat je stress hoe dan ook moet vermijden. Ook in ons bedrijf. Ze schuiven het onderwerp zonder aarzelen in de hoek van slecht plannen en burn-out. Dat lijkt me bijzonder kort door de bocht.
Ff pieken
Druk heeft lang niet altijd te maken met slecht plannen. Grote projecten leveren nu eenmaal druk op aan het einde. Maakt niet uit over hoeveel tijd je het werk uitsmeert. Kijk maar naar afstudeerscripties. Uiteindelijk zit je altijd de laatste week als een malle de regelafstanden, lettertypes en inhoudsopgave recht te trekken. Kortstondige stress kún je dus niet altijd voorkomen. Het kan zelfs leuk zijn (jazeker!) en het heeft nut.
Sommige prestaties zijn zonder kortdurende positieve stress onmogelijk, stelt de stressspecialist en psychiater Theo Compernolle (kijk vooral even deze video daarover). Ons brein functioneert dan beter: het is creatiever, alerter en inventiever. En – andersom geredeneerd – als je streeft naar een stressniveau van nul, kun je dat ervaren als verveling of lamlendigheid, zo zegt arts Nupur Kohli, auteur van het boek Chill!
De juiste voorwaarden
Wél belangrijk is dat je bij kortdurende stress aan een paar voorwaarden voldoet. Allereerst dat je het positief prestatiegericht houdt. Continu brandjes blussen omdat dingen in de basis niet goed geregeld zijn, heeft hier niets mee te maken. Verder is het nodig dat je in die periodes ook ontspant en goed voor jezelf zorgt. Een eind wandelen, een dagboek bijhouden, en niet wegzakken in doorhalen-met-pizza-en-cola. Daarom hebben wij in ons bedrijf een chef-kok, een masseur, en legio sportmogelijkheden.
Kortstondige stress maakt dat je werkelijk iets neerzet
Een derde voorwaarde is dat je gedeelde spanning ervaart, en er niet alleen voor staat. De jaarovergang is bij ons altijd een drukke periode omdat we dan de laatste wijzigingen in tweehonderd cao’s moeten doorvoeren in onze software. Dat samen doen, lekker eten erbij halen en knallen met zijn allen, geeft ook een goed gevoel.
En ten slotte is het natuurlijk essentieel dat je passie voor je vak ervaart, een fijne werkgever hebt en dat het thuis een beetje steady is. Dat je vanuit jezelf de drive voelt om een prestatie neer te zetten. Ik realiseer me heel goed dat dit niet voor iedereen zo is. Dat er ook mensen vastzitten in een baan die eigenlijk niet bij hen past, die werken voor een baas die eigenlijk niet om hen geeft, of die thuis kampen met ziekte of verdriet. Dan is knallen vaak negatief.
Van reutelen naar resultaat
Kortstondige stress maakt dat je werkelijk iets neerzet. Je komt in een flow, die het onmogelijke mogelijk maakt. Dat zoeken we soms zelfs actief op. Als het gaat om nieuwe releases van onze software bijvoorbeeld, stellen we onszelf deadlines. En die halen we ook.
Dat zorgt voor een goed gevoel én blije klanten die ons weer energie geven. Er is ook een tijd geweest dat we dat niet deden. Toen hadden we inderdaad geen stress, maar er was ook nooit iets af. Het reutelde maar door, want er kon altijd wel iets beter. Mijlpalen stellen en die lekker delen met de buitenwereld, is wat werkt. Het geeft focus, plezier én resultaat.