Dit najaar ben ik samen met onze cfo Arnold Mars op inspiratiereis naar Silicon Valley geweest. Dé bakermat van de techindustrie. Stond al jaren op ons lijstje (we zijn een softwarebedrijf, en razendnieuwsgierig naar hoe de echt grote jongens zoals HP, Meta en Google, het doen), maar het kwam er niet van.
Nu kregen we een uitnodiging van een club die dit soort reizen organiseert. En we besloten: wij gaan mee.
Als Arnold en ik zoiets doen, dan nemen we het serieus. Anders heeft zo’n reis namelijk geen waarde. Ja, je ziet nieuwe dingen, ontmoet nieuwe mensen, het geeft je energie misschien (ik voel me zó geïnspireerd). Maar je hebt pas iets aan inspiratie als je er ook acties aan knoopt.
Dat begint met echt goed kijken. Zoveel mogelijk verhalen horen en zelf ervaren hoe ze daar dingen aanpakken. Want alleen dan kun je immers bepalen wat je over wilt nemen. En waarvan je denkt: blij dat wij dat anders geregeld hebben.
Prachtige bezoekerscentra, cubicles op de werkvloer
Om met dat eerste te beginnen: het ontvangen van bezoekers doen ze supergoed in Silicon Valley. Hewlett en Packard begonnen hun bedrijf ooit in de garage van een huis. Daar gingen we kijken. Er stond een bijna monumentaal bord in de tuin: ‘Birthplace of Silicon Valley’ en er was een meneer die ons het ene sterke verhaal na het andere vertelde.
In het huidige kantoor van HP hebben ze zelfs de boardroom uit de jaren zeventig nagebouwd, zodat je kunt ervaren hoe het toen was. Bij alle bedrijven word je ontvangen in prachtige visitor centers, krijg je heerlijke lunches en presentaties in fantastische ruimtes.
Het wordt anders als je ook áchter de schermen kijkt. En dat wilden Arnold en ik natuurlijk. Na aandringen mochten we bij Google de werkplekken zien. En ik weet niet wat jouw beeld daarbij was, maar ik verwachtte schommels en glijbanen. Die zijn er ook. Maar er zijn vooral heel veel … cubicals. Zó ouderwets, voor iedereen een eigen kaal hokje. Zat geen hond trouwens, want ze hebben enorme moeite om de mensen na corona weer naar kantoor te krijgen.
Ander voorbeeld. Er komen veel prachtige innovaties uit Silicon Valley, dus we waren benieuwd wat bedrijven aan corporate social responsibility doen – verantwoord ondernemen is nogal een stokpaardje van ons. Nou, weinig, kan ik je zeggen. De parkeerplaats van Nuro – fabrikant van zelfrijdende elektrische auto’s – staat vol met benzineauto’s. Ik snap dat niet.
Koffie bezorgen met drones
Zo waren we ook bij Google Wings, een drone-bedrijf. Google nam het over met allerlei idealen. In rurale gebieden AED’s naar mensen brengen bijvoorbeeld. Toen ik vroeg waar de drones nu voor ingezet werden (neem je inspiratiereis serieus), was het antwoord: voor het bezorgen van koffie. Echt!
Je hebt de mogelijkheid om met je technologie de wereld een beetje mooier te maken, en wat doe je? De instant gratification van mensen nog verder stimuleren, doordat ze via een app op hun mobiel iets kunnen laten invliegen op een moment dat hen behaagt.
Voor onze gastheer was dat geen probleem. Hij maakte zich vooral druk over de vraag of het met de aansprakelijkheid goed geregeld was (wat als iemand hete koffie op zijn hoofd krijgt?) en hoe hij de prijs naar beneden kon krijgen. Er leek geen achterliggend ethisch kader voor het ondernemen te zijn.
Vragen en doorvragen. Daar gaat het om op zo’n reis. We spraken met een jongeman die eigenaar was van een startup. Hij was vooral bezig met het binnenhalen van financiers. ‘Moet je dan weleens over je eigen grenzen heen?’, vroeg Arnold hem.
De jongen deed zijn bril af en zei: ‘Kijk eens door deze glazen.’ Die bleken niet geslepen. Deze ondernemer had zijn uiterlijk helemaal aangepast aan wat geldschieters willen zien: slim brilletje, slordig baardje, dure kleren. Hij was aan zichzelf voorbij gegaan.
Lessen uit Silicon Valley
Terug naar het doel van onze reis: leren van wat de ander beter doet, en trots zijn op waar je zelf ver mee bent. En dat dan ook weer delen. Arnold en ik maakten elke dag een vlog voor de rest van de directie en de oprichters waarin we vertelden over wat we gezien hadden en wat dat betekent. De belangrijkste bevindingen namen we bovendien mee in ons maandelijkse Cultuurcafé met alle collega’s.
In Silicon Valley vonden we de inspiratie niet aan de achterkant van deze bedrijven – op het gebied van werkplezier, milieu, maatschappelijke betrokkenheid lopen we gewoon voor. Aan de voorkant zagen we wel van alles waarvan we dachten: dat gaan we pikken.
In het vliegtuig terug naar huis zaten Arnold en ik allebei met een lijstje van zo’n dertig concrete things to do op schoot. Dingen die we meteen bij thuiskomst in gang zetten. Wat erop staat? Onder meer het verder verbeteren van onze productpropositie, het toevoegen van onderwerpen aan ons bedrijfsverhaal, het verder doorvoeren van technologie in presentatieruimtes en het bevestigen van kleine medicijnkastjes aan de muur. Zodat paracetamol, een tekentang of muggenspul voor iedereen makkelijk voor het grijpen liggen.
En zo’n visitor center, dat willen wij ook. Wij ontvangen bij AFAS zo’n honderdduizend mensen per jaar. Veel van hen komen binnen, doordat ze een mailtje sturen. Dat kan natuurlijk professioneler. Met een online ontvangstruimte, waar mensen ook kunnen aangeven wat hen met name interesseert. Zodat wij een bezoek op maat kunnen maken.
Lees meer columns van Bas van der Veldt:
- Naam vergeten van een collega? Dit is de beste tactiek
- Waarom je prima zonder juridische afdeling kunt (en wilt)
- Persoonlijk leiderschap is ook: jezelf steeds ontwikkelen