Leeftijd is een omstreden begrip. Ik heb vaak rare opmerkingen naar mijn hoofd gekregen omdat ik op 23-jarige leeftijd het bedrijf van mijn vader overnam. Ik kreeg direct dertig man onder mij, met de bijhorende verantwoordelijkheden. Sommige klanten vonden het gewoon lachwekkend, terwijl je in onze huidige internetcultuur met veel jonge IT-directeuren (zoals Mark Zuckerberg) wel wat meer begrip zou verwachten. Niet alleen bij de overname van de zaak werd mijn leeftijd bekritiseerd. Dezelfde weerstand voelde ik toen ik mijn huis bouwde, deelnam aan een oldtimerrally en bij een makelaar appartementen ging bezichtigen. Ik voldeed niet aan het stereotype beeld dat bestond bij potentiële klanten. Ik was gewoonweg te jong.
Geen respect
Ik ben niet de enige die af en toe gefrustreerd raakt over de vooroordelen omtrent leeftijd. Astrid Homan, professor aan de Universiteit van Amsterdam, onderzoekt de uitdagingen waar jonge managers voor staan. Uit haar studies blijkt dat jonge leidinggevenden vaak worden afgewezen vanuit het vooroordeel dat ze een gebrek aan expertise en kennis hebben. Die afwijzing heb ik ook vaak meegemaakt. Heel vervelend, maar het heeft mij wel sterker gemaakt. Het idee achter het vooroordeel is dat jonge bazen nog niet hard genoeg hebben gewerkt voor hun positie als leidinggevende. Hun aanstelling wordt als niet legitiem gezien en met moeite geaccepteerd door derden. Jongere leidinggevenden hebben nog niet de leeftijd bereikt waarop men er automatisch van uitgaat dat je genoeg status, ervaring, overwicht en kennis hebt verkregen.
De eerste indruk die de omgeving van een ‘te jonge’ baas heeft, is moeilijk te beïnvloeden. Vaak krijg je allerlei onbeschofte opmerkingen naar je hoofd. Daarvoor heb ik inmiddels een standaardantwoord: ‘Oud word je vanzelf, dat is een van de weinige dingen in het leven waar je echt niks voor hoeft te doen.’ Meestal krijg ik dan een glimlach terug, of de vraag: ‘Hoe oud bén jij eigenlijk?’ – ‘Gelukkig net meerderjarig’, antwoord ik dan. Jonge leidinggevenden moeten zich dubbel bewijzen. Homan spreekt zelfs over de noodzaak van een andere vorm van leiderschap. Dit kan een meer doordacht strategisch beleid zijn om als jonge directeur het overwicht te houden, of een stelselmatige aanpak. De jonge baas heeft het moeilijker om zijn team aan te sturen en moet een gerichte leiderschapsstijl kiezen en zich hier consequent aan houden. Het is zonder meer moeilijker om een jongere baas te zijn, dat valt niet te betwisten.
Het succes van de jonge hond
Het valt niet mee om als snotneus zelf je positie als directeur te erkennen en te accepteren. Maar als je zelf ook zo’n jonge ondernemer bent, verlies dan niet je voorsprong uit het oog. Als puppy sta je onbevangen in het zakenleven en kijk je automatisch verder dan het vakgebied waarin je terechtgekomen bent. Je durft meer uitdagingen aan en hebt niet de belastende rugzak van een carrière met teleurstellingen en gemiste kansen in het bedrijfsleven. Met een frisse kijk begin je aan een enorme uitdaging. Het is te eenzijdig gedacht als je jonge honden enkel het voordeel van handig omgaan met IT en smartphones toedicht. Dat is gewoon te kort door de bocht. Enthousiasme, een open mind en een goede opleiding zijn troeven die ongelofelijk nuttig kunnen zijn in een vastgeroeste organisatie. Een jonge baas kan beter inspelen op veranderende markten, crisissituaties en een bedrijfsleven dat continu transformeert. Tijdens hun opleiding hebben de puppy’s geleerd dat banken failliet kunnen gaan, dat het niet meer gegarandeerd is dat pensioenmaatschappijen uitbetalen, dat de rente tot onder nul kan zakken en dat er na 2008 nog ontelbare crisissen gaan volgen. Dit is een ander wereldbeeld, maar wel een zeer realistische invalshoek om een bedrijf te leiden.
Leiderschapsvaardigheden
Jonge bazen houden frequenter overleg, luisteren meer en zijn oprecht geïnteresseerd in het privéleven van hun personeel. Ze scoorden zeer hoog in het leiderschapsonderzoek van de KU Leuven. Jana Deprez, een van de onderzoeksters, was zelfs verbaasd over de grote prestaties. De leiderschapsstijl van de jongere baas wordt als bijzonder positief ervaren, zowel in het takenpakket (de expertise van de directeur) als op relationeel vlak (baas-werknemerrelatie). De jonge leidinggevende heeft meer aandacht voor de wensen van de medewerkers en communiceert zijn visie duidelijker. Hij heeft een actievere rol als baas, hij wil weten wie zijn mensen zijn en wat ze van hem verwachten. Hoe de jongere baas zijn rol invult, is afhankelijk van het bedrijf. Er wordt welbewust meer tijd besteed aan leidinggevende taken, zoals het voeren van functioneringsgesprekken en informele gesprekken met het team. De jongere baas is meer gericht op het behalen van goede resultaten. Hij heeft met overtuiging gekozen voor zijn leidinggevende functie en is niet als logisch gevolg van het beklimmen van de carrièreladder op deze plaats beland. Die bewuste keuze zorgt voor extra motivatie om helemaal voor de functie te gaan. Maar onderlinge verschillen blijven altijd bestaan. Je mag niet zomaar spreken van generatiebrede eigenschappen. Leeftijd op zich is geen indicator voor iemands kwaliteiten. Een jonge hond is niet automatisch een goede leidinggevende.
Leidinggeven op jongere leeftijd is zwaar, maar dat wil niet zeggen dat je niet succesvol kunt zijn. Ik heb het als jonge ondernemer best heavy gehad. Zo heb ik echt voor mijn functie moeten knokken. Het is dubbel zo hard werken om serieus te worden genomen. Wel zie ik het als een enorme voorsprong om zo jong te starten. Beter jong geleerd dan oud gedaan. Soms is de situatie er gewoon naar dat je op jonge leeftijd een hoge positie krijgt. Je gaat er dan voor, ongeacht je leeftijd. Zo’n kans laat je niet liggen, al is het voor jezelf lastig om je eigen positie te accepteren. Op mijn dertigste ben ik nog steeds jong, alleen heb ik intussen wel geleerd om mijn positie te aanvaarden. Ik weet dat ik overwicht heb en dat mijn team mij respecteert. Ik heb voor een zware weg gekozen, maar het heeft mij enorm veel gebracht. Ondertussen heb ik veel kunnen opbouwen met mijn bedrijf. Terwijl andere 30-jarigen net starten met hun bedrijf, kan ik de volgende stap al zetten. Wacht niet te lang met het waarmaken van je dromen. Ik wens iedereen veel tijd toe, maar dat is nu eenmaal een schaars goed. Ik heb in ieder geval een stukje tijdspanne gewonnen door zo jong te starten. Die tijd neemt niemand mij meer af.
Kristel Groenenboom schreef een boek over vooroordelen tegen vrouwen aan de top: ‘Mag ik meneer Kristel even spreken?’ Je kunt het boek hier bestellen.