Diversiteit en inclusie is voor mij persoonlijk een belangrijk onderwerp. Vooral van de moeilijkheden die vrouwen ervaren, ben ik goed op de hoogte door mijn onderzoek. Toch vermijd ik het woord feminisme waar mogelijk.
Met feminisme wordt de verzameling van maatschappelijke en politieke bewegingen bedoeld die ongelijke verhoudingen tussen mannen en vrouwen aanvechten en die streven naar vrouwenemancipatie. Echter heeft het woord een vrij negatieve connotatie gekregen. Daar moeten we het over hebben.
Vooroordelen over feminisme
Impliciet kleven er diverse vooroordelen aan het woord feminisme. Een daarvan is dat vrouwen een hekel zouden hebben aan mannen. Deze vrouwen zijn er heus, maar dit zal een heel kleine minderheid zijn. Persoonlijk heb ik geen hekel aan mannen. Integendeel.
Ook ligt een bepaalde woede ten aanzien van mannen in de lijn der verwachting bij feministen, welke ik persoonlijk ook niet voel.
Als er iets van mijn soort feminisme zou moeten blijven hangen, is dat, dat vingerwijzen het laatste is waar ik op dit zit te wachten. Waarom zouden we alle mannen die nu leven stenigen als reactie op de ongelijkheid die reeds eeuwenlang bestaat? Ook zij zijn grotendeels een product van hun opvoeding en invloeden van de heersende maatschappij met bepaalde verwachtingspatronen. In een samenleving met een reeds bestaande ongelijkheid, die dermate diepgeworteld is dat het niet altijd zichtbaar is.
Het is zelden effectief gebleken voor een goede samenwerking om de ander tegen je in het harnas te jagen
Op individueel niveau is een groot deel van de vooroordelen buiten hun cirkel van invloed ontstaan. Dus zij zijn – in ieder geval het merendeel – niet opzettelijk fout bezig. De verandering moet binnen deze instituten en hun systemen liggen, die op hun beurt het individu beïnvloeden.
Daarnaast is het zelden effectief gebleken voor een goede samenwerking om de ander tegen je in het harnas te jagen met verwijten. Er is vooral sprake van veel onwetendheid, terwijl we langzamerhand wel van onbewust onbekwaam naar bewust onbekwaam lijken te gaan.
Impact van Joris Luyendijk
Dat vrouwen zich over het algemeen meer verdiepen in genderongelijkheid dan mannen vind ik jammer. Maar het is niet gek. De verklaring lijkt me simpel: als je zelf ongelijkheid ervaart omdat je wordt benadeeld zijn de gevolgen in negatieve zin duidelijker merkbaar.
Een aantal maanden geleden werd Joris Luyendijk erop aangesproken dat mannen als hij pas inzien wat ongelijkheid inhoudt als zij het zelf ervaren. Critici stelden dat er al jarenlang aandacht wordt gevraagd voor diversiteit en inclusie door vrouwen en mensen van kleur. Waarom heeft hij nooit geluisterd naar de mensen die hem voorgingen?
Los van wat ik verder van bepaalde passages vind, kan ik dit punt van kritiek relativeren. Wij mensen trekken namelijk eerder met soortgelijke mensen op (cultural cloning), dus luisteren we ook eerder naar mensen uit onze eigen bubbel. Is het jammer dat de boodschap pas doordringt bij andere (witte) middelbare mannen, als mannen als Joris Luyendijk zich uitspreken over de privileges die zij hebben? Zeker. Maar is het ook volledig onbegrijpelijk? Nee, vind ik niet.
Kop in het zand steken
Als mannen als Joris Luyendijk nooit in hun leven zijn benadeeld op basis van hun geslacht of afkomst, hoe kunnen zij dan begrijpen hoe dit moet voelen, voordat zij met de neus op de feiten worden gedrukt?
Is het niet logisch dat vrouwen er over het algemeen meer oog voor hebben dat mensen met een niet-westerse achtergrond in het bedrijfsleven worden benadeeld? Vrouwen behoren immers zelf óók tot een – significant andere maar evenals een – minderheidsgroep. Namelijk die van de benadeelde vrouw ten opzichte van de man.
Ik vind het dus geen desastreus gebrek dat niet alle mannen het belang van diversiteit en inclusie van nature inzien. Het wordt pas problematisch wanneer mannen dit eenmaal wel doen, en dan alsnog hun kop in het zand steken. Zodra de fase van bewust onbekwaam wordt bereikt, mogen we wel actie van hen verwachten.
Feminisme spreekt mannen niet aan
Naast bovengenoemd vooroordeel, komen er bepaalde verwachtingen met het taaltechnische aspect van het woord feminisme. Mannen lijken zich niet te identificeren met feministen, terwijl eenieder die voor gendergelijkheid is feminist genoemd kan worden als je de definities naast elkaar legt.
Het doel is niet om vrouwen boven mannen te stellen, het gaat om het streven naar een gelijkwaardige positie
Deze discrepantie wordt mede veroorzaakt doordat het woord feminist afgeleid is van het Latijnse femina, wat vrouw betekent. Hierdoor impliceert het begrip dat het bij deze stroming enkel om vrouwen gaat, in plaats van emancipatie van de vrouw tot gelijke kansen zijn behaald ten opzichte van mannen.
Door dit stigma kunnen mannen zich op hun beurt buitengesloten voelen – hoe kleinzerig sommige critici dit ook mogen vinden. Of veel van hen zullen zich op zijn minst niet aangesproken voelen.
Tijd voor een nieuw woord
Feminisme is als stroming voortgekomen uit een ongelijke positie van vrouwen ten opzichte van mannen. Het doel is vrouwenemancipatie. Het doel is niet om vrouwen boven mannen te stellen. Het gaat om het streven naar een gelijkwaardige positie voor vrouwen en mannen.
Echter omdat vrouwen de benadeelde van de twee zijn, staat de verzameling aan maatschappelijke en politieke stromingen wel in het teken van de vrouw en hun emancipatie. Vandaar ook de initiële keuze voor het woord feminisme. Maar helaas dit wordt vaak anders geïnterpreteerd.
Feminisme blijft hard nodig om gendergelijkheid in (de top van) het bedrijfsleven te bewerkstelligen. Toch is het wellicht tijd voor een nieuw, inclusiever woord. Een met dezelfde betekenis, maar een ander stigma. Zodat zowel mannen als vrouwen zich comfortabeler voelen zich erbij aan te sluiten en zich erover uit te spreken.
Lees meer columns van Roos van Dalen:
- Nederland is een parttimeparadijs met een taboe op voltijds werken
- Alleen middelmatig presterende mannen hoeven het vrouwenquotum te vrezen
- Een vrouw in de top maakt nog geen einde aan de apenrots