Sinds 1 januari 2020 betalen werkgevers vanwege de Wet Arbeidsmarkt in Balans 5% minder WW-premie voor mensen in vaste dienst dan voor tijdelijk personeel. Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid geeft je tot 30 juni 2020 de tijd om te voldoen aan de administratieve verplichtingen van de nieuwe wet.
De gemiddelde werkgeverslasten voor tijdelijk personeel komen uit op 23,9%, terwijl dat percentage voor vast personeel op 18,9% van de loonkosten blijft steken. Om het lage WW-tarief te mogen berekenen voor je vaste mensen, moeten arbeidscontracten na 30 juni aan deze eisen voldoen.
Twee handtekeningen
Voor je vaste medewerkers mag je alleen de lage WW-premie rekenen als je een contract in bezit hebt dat door beide partijen is ondertekend. De praktijk wijst uit dat veel tijdelijke contracten in een vast contract worden omgezet door middel van een brief. Een ondertekend addendum door beiden voldoet ook. Al moet ook het addendum duidelijkheid geven over het volgende punt.
Vast contract en aantal uren
Het contract moet de medewerker een garantie geven op een vast aantal uren. Daarom geldt de lage WW-premie ook niet voor oproepkrachten. Dat betekent dat in het arbeidscontract – of addendum – duidelijk moet zijn opgenomen om hoeveel vaste uren het gaat. Laat je voor het gemak een addendum tekenen, houd er dan rekening mee dat daaruit moet blijken dat je de medewerker voor onbepaalde tijd in dienst neemt.
Alsnog een concurrentiebeding?
Tijdelijke contracten bevatten vaak geen concurrentie- of relatiebeding. Simpelweg omdat deze niet zijn toegestaan en alleen onder uitzonderlijke voorwaarden standhouden in de rechtszaal. Voor vaste krachten mag je echter wél een concurrentie- en relatiebeding toevoegen. In sommige gevallen loont het dus de moeite om het arbeidscontract opnieuw op te stellen en te laten ondertekenen.
Zonder schriftelijk ondertekend addendum of arbeidscontract voor onbepaalde tijd waarin het aantal vaste uren wordt vermeld, mag je voor je vaste medewerkers na 30 juni strikt gezien geen lage WW-premie meer rekenen.