Mijn vader roept altijd dat hij meer vertrouwen heeft in de volgende generatie van het familiebedrijf dan in een spaarrekening op de bank. En dus investeert hij liever in ons dan dat hij zijn geld parkeert. Luxe financiering, noem ik dat. De nieuwe generatie hoeft immers niet met hangende pootjes naar de bank, maar krijgt wel een stabiele financiële situatie. En pa ontvangt net zo goed een mooie rente.
Angst voor de bank
Bij mij thuis werd met de paplepel ingegoten dat je, als het even kan, moet wegblijven bij de bank voor een financiering. Pa haalde er dan altijd een anekdote bij van mijn opa, die in een vervlogen verleden in het plaatselijke bankbestuur zetelde. Daar kreeg hij te maken met een bankdirecteur die ooit de kraan dichtdraaide bij een kleine detailhandelaar met de woorden: ‘Het is dat ik uw schoenen en colbert niet pas, anders zou ik hier ook beslag op leggen.’
De familieregels
Voor financiering binnen de familie gelden natuurlijk wel een paar hoofdregels. Het basisprincipe is: stel duidelijke schriftelijk afspraken op. Hoe beter het is vastgelegd, hoe minder kans op ruzie tijdens de kerstdis.
Regel nummer twee: geen opgeblazen prognoses, met tot in de hemel reikende grafiekjes en veel te stoere taartdiagrammetjes. De vorige generatie maak je niks wijs. Dus: werk met reële omzet, géén: fictieve beloftes. Geen verstopte laatjes met inkoopfacturen, want pa heeft het zo door. Eigenlijk houden we in het familiebedrijf ook niet zo van vooruit gefactureerde omzet. Dat is jezelf belazeren, toch?
Dan nummer drie: ken je cijfers. Pa’s wijze raad: ‘Je moet ook midden in de nacht wakker de actuele debiteuren- en crediteurenstand kunnen opdreunen, net als je banksaldo.’ Ook niet meer dan vanzelfsprekend? Helaas zijn er genoeg managers die denken dat boekhouden slechts geschiedschrijving is.
Gaan we nog een stapje verder, voor de echte diehards, dan moet je zo een degelijke vermogensvergelijking kunnen maken. En dit op een bierviltje. Klopt het resultaat in het mooi ingebonden boekje van de accountant met je hopelijk toegenomen bankstand en je gedane investeringen? Je cijfers moeten op je netvlies gegrift staan. Je wilt toch weten waarmee je bezig bent?
En dan komt het pijnpunt: geef deze cijfers ook af aan pa. Leuk als het geweldige cijfers zijn. Al kan het volgens pa altijd nog beter. Of je hebt gewoon geluk gehad, gevolgd door de frustrerende opmerking: ‘Tja kind, dat komt door mijn goede naam, dat je deze grote vis aan de haak hebt geslagen. Wat dacht je dan?’ Erger: tegenvallende cijfers. Waag het eens om de klant kwijt te raken die al 30 jaar klant was bij je vader… Het over de schouder meekijken van de vorige generatie houdt je zeker scherp.
En zo komen we bij de laatste regel van de luxe financiering, eigenlijk de belangrijkste van allemaal: zoek geen ruzie!